H2 Trabitour ed. 4.1 Kapitel 1.1

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Leerdoelen

• Je kent de klassenregels;
• Je kunt drie zinnen uit het klassen-Duits begrijpen;
• Je kunt herkenbare woorden uit een liedtekst verstaan.

Planung heute

• Aufgabe: Klassenregel
• Aufgabe: Kennenlernen
• Meine Geschichte
• Materialien, Software & Arbeitsweise

• Aufgabe: Klassensprache
• Aufgabe: 1 & 2

Klassenregeln

Aufgabe: Klassenregeln

• Schrijf minimaal acht klassenregels op;
• Met je buur;
• 6 Minuten;
  
• Klaar? Schrijf je naam op het papier;
• Klaar? Laptop op tafel, Lessonup open en scherm draaien. 

• Tip: Gebruik de gebiedende wijs zonder verbod. 
• Tip: Vermijd woorden als 'geen of niet'. 
• Voorbeeld: Smartphone in de tas. 

Meine Geschichte

• Ich komme aus einem Dorf

• Hotelmanagementschule studiert

• Gastronomie und Kochworkshops

• Blumen-, Wein- und Möbelverkauf
  

• CLD ist meine dritte Schule

Meine Familie

• Ich komme aus einem Dorf

• Hotelmanagementschule studiert

• Gastronomie und Kochworkshops

• Blumen-, Wein- und Möbelverkauf
  

• CLD ist meine dritte Schule

Klassenregeln

Materialien, Software & Arbeitsweise

• Materialen
• Laptop
• Arbeitsbuch
• Stifte
• Kopfhörer
• Plenda

• Software
• Itslearning
• Online Methode
• Lessonup
• Socrative

• Arbeitsweise
• Plattegrond
• Opdrachten in boek 
  
• Huiswerkcontrole
• Communicatie via mail
  
• 30->50->70% Deutsch

Klassensprache: Wat zeg je als....

Je hebt de docent niet begrepen.

Je neemt afscheid op vrijdag.

Je hebt een vraag.

Je wilt naar het toilet. 

Je komt na 11:00 een les binnen. 

Je hebt morgen weer Duits. 

Je komt 's ochtends vroeg de les binnen.

Doei!

Alstublieft. 

Bedankt. 

Mag de muziek wat luider? 

Darf ich bitte auf die Toilette gehen? 

Guten Morgen!

Ich habe eine Frage. 

Danke schön. 

Tschüs!

Bitte schön. 

Dreht die Mucke auf! 

Guten Tag!

Bis Morgen!

Schönes Wochenende!

Ich habe das nicht verstanden. 

Klassenregeln

Aufgabe: 1

Voor het lied: 

• 1A: Schrijf alle Duitse woorden op die je al kent;

Na het lied

• Onderstreep alle woorden die je verstaat;
• 1 minuut overlegtijd;
  

• Klaar? Vergelijk met je buur. Laptop blijft dicht;

Klassenregeln

Aufgabe: 2+ 3

Tijdens het luisteren

• Schrijf de namen van de steden bij de kruizen van opdracht 2;
• We kijken gezamenlijk na;

• Fertig? Lest Aufgabe 4
• Fertig? Vul minimaal drie dingen in de woordwolk.

H2 K1 Aufgabe 3

Klassenregeln

Aufgabe: 4

• 7 Minuten Zeit;
• Markiere das passende Wort;
• Hilfe? Lernecke A (S.40);
• Je mag fluisteren;

• Fertig? Lernt Wörter A. 
  

Übersetze ins Niederländische:

bedeuten

Übersetze ins Niederländische:

wohnen

Übersetze ins Niederländische:

benutzen

Übersetze ins Deutsche:

grens

Übersetze ins Deutsche:

vliegen

Hoeveel Duitse woorden ken je al?

120

Übersetze ins Niederländische:
Ich habe eine Frage.

Sluit je zin af met een punt.

Übersetze ins Niederländische:
Tschüs!

Gebruik een uitroepteken!