This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
met een bijv. nw met een zelfs.nw met een ww
Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen
3
Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
Differentiëer
Differentiëer
Instellingen
Las comparaciones : de trappen van vergelijking
lA COMPARACIÓN
Slide
Yo tengo tantos libros como el profesor.
Rodrigo tiene tanto tiempo libre como Alberto.
Yo tengo más / menos libros que tú
maak vergelijkingen
ejemplo: la chica tiene tantos libros como el chico
llamarse= heten acostarse=naar bed gaan
levantarse=opstaan vestirse=z.aankleden
afeitarse= z.scheren lavarse=z.wassen
ducharse=z.douchen divertirse=z.vermaken
irse=weggaan aburrirse=z.vervelen
relajarse=z.ontspannen
encontrarse con=ontmoeten
De aanwijzende voornaamwoorden esto/eso/aquello worden gebruikt om een voorwerp aan te duiden wat niet bekend is of waarover men in algemene zin spreekt.