H1L17 - 1VMA - Donderdag 12 oktober - 1.7 Grammatica

Welkom 1VMA




 : )

Planning van het eerste uur
  • Huiswerk bespreken
  • Uitleg grammatica
  • Zelfstandig werken




Aan het einde van deze les
  • weet je (weer) wat de persoonsvorm van een zin is;
  • weet je (weer) wat zinsdelen zijn;
  • weet je (weer) hoe je een zin in zinsdelen kunt verdelen;
  • weet je hoe je het onderwerp in een zin vindt.


timer
10:00
Pak je laptop er alvast bij
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom 1VMA




 : )

Planning van het eerste uur
  • Huiswerk bespreken
  • Uitleg grammatica
  • Zelfstandig werken




Aan het einde van deze les
  • weet je (weer) wat de persoonsvorm van een zin is;
  • weet je (weer) wat zinsdelen zijn;
  • weet je (weer) hoe je een zin in zinsdelen kunt verdelen;
  • weet je hoe je het onderwerp in een zin vindt.


timer
10:00
Pak je laptop er alvast bij

Slide 1 - Slide

Huiswerk bespreken
timer
5:00
Wat
Huiswerk bespreken (opdracht 4 t/m 9 van 1.7 Grammatica) 
Hoe
Klassikaal, in stilte
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt
Tijd
Ongeveer vijf minuten
Uitkomst
Deze leerstof komt terug op de repetitie 
Klaar
Hierna gaan we verder met de les

Slide 2 - Slide

Onderwerp
geeft aan wie of wat de handeling van de persoonsvorm doet

o                                
Ik | loop | op straat.

Slide 3 - Slide

Persoonsvorm loves onderwerp





  • Ze staan meestal naast elkaar
  • Als de persoonsvorm enkelvoud is, is het onderwerp ook enkelvoud
  • Als de persoonsvorm meervoud is, is het onderwerp ook meervoud
Persoonsvorm

Onderwerp

Slide 4 - Slide

Onderwerp
De grote man | eet | een kleine taart | met een vork.


Slide 5 - Slide

Onderwerp
De grote man | eet | een kleine taart | met een vork.

De grote man | eten | een kleine taart | met een vork.




Slide 6 - Slide

Onderwerp
De grote man | eet | een kleine taart | met een vork.

De grote man | eten | een kleine taart | met een vork.

De grote mannen | eten | een kleine taart | met een vork.



Slide 7 - Slide

In welke zin staat het onderwerp van onderstaande zin in het meervoud?

Met groot gemak ziet de getrainde hardloper zijn tegenstander de atletiekbaan oprennen.
A
Met groot gemak ziet de getrainde hardloper zijn tegenstanders de atletiekbaan oprennen.
B
Met groot gemak zien de getrainde hardlopers zijn tegenstander de atletiekbaan oprennen.

Slide 8 - Quiz

Wat is het onderwerp van deze zin:

Met groot gemak ziet de getrainde hardloper zijn tegenstander de atletiekbaan oprennen.
A
Met groot gemak
B
de getrainde hardloper
C
hardloper
D
zijn tegenstander

Slide 9 - Quiz

Wat is het onderwerp van deze zin:

Gisterenavond werd het grootste feest van het jaar in het dorp gevierd.
A
Gisterenavond
B
het grootste feest
C
het feest
D
het grootste feest van het jaar

Slide 10 - Quiz

                   Individueel werken 
timer
15:00
Wat
Maak opdracht 11 t/m 15 van 1.7 Grammatica
Hoe
Individueel, rustig overleggen
Hulp
Steek je vinger op, dan kom ik langs
Tijd
Tot het einde van het eerste lesuur
Uitkomst
Deze leerstof komt terug op de repetitie
Klaar
Werk aan je boekenkaft 

Slide 11 - Slide

Samenvatting van de les
Jij
  • weet (weer) wat de persoonsvorm van een zin is;
  • weet wat zinsdelen zijn;
  • weet hoe je een zin in zinsdelen kunt verdelen;
  • weet hoe je het onderwerp in een zin vindt. 

Huiswerk 
  • Lees de blauwe leerteksten van 1.7 Grammatica
  • Maak opdracht 10 t/m 15 van 1.7 Grammatica
  • Na de vakantie: kaft af op vrijdag 

Slide 12 - Slide