H22 woe 15-1-2025

H22 woe 15-1-2025
Het huiswerk was:
Blz 31 maken opdr 7 en 8. Leren groene theorie blz 26.
-Even oefenen met LessonUp
-Nakijken opdr 7 en 8 blz 31
-Maken
1 / 40
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H22 woe 15-1-2025
Het huiswerk was:
Blz 31 maken opdr 7 en 8. Leren groene theorie blz 26.
-Even oefenen met LessonUp
-Nakijken opdr 7 en 8 blz 31
-Maken

Slide 1 - Slide



Havo 2 - Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 2 - Slide

Lezen

Slide 3 - Slide

Leesstrategieën
- Zoekend lezen
- Oriënterend lezen
- Globaal lezen
- Grondig en intensief lezen
- Studerend lezan
- Kritisch lezen

Slide 4 - Slide

Leesstrategieën
Strategie                                             Leesdoel                                                   
- Zoekend lezen                               informatie opzoeken
- Oriënterend lezen                        1e indruk krijgen v/e tekst
- Globaal lezen                                  hoofdzaken uit tekst halen
- Grondig en intensief lezen       tekst helemaal begrijpen
- Studerend lezan                            tekst leren
- Kritisch lezen                                  tekst beoordelen;waar/compleet

Slide 5 - Slide

Leesstrategieën
Strategie                                             Leesdoel                                                   
- Zoekend lezen                               informatie opzoeken

Je gebruikt:
inhoudsopgave, register, trefwoorden

Voorbeeld > woordenboek

Slide 6 - Slide

Leesstrategieën
Strategie                                             Leesdoel                                                   
- Oriënterend lezen                        1e indruk krijgen v/e tekst

Je gebruikt:
Titel, eerste paar zinnen(inleiding), tussenkopjes, slot, vette of cursieve tekst en plaatjes

Slide 7 - Slide

Leesstrategieën
Strategie                                             Leesdoel                                                   
- Globaal lezen                                  hoofdzaken uit tekst halen

Je gebruikt:
De eerste en laatste zinnen van elke alinea. Scannen of er belangrijke woorden in staan. 

Slide 8 - Slide

Leesstrategieën
Strategie                                             Leesdoel                                                   
- Grondig en intensief lezen       tekst helemaal begrijpen

Je gebruikt:
Aandachtig hele tekst lezen, zin voor zin. Tekst echt begrijpen. 
Tekstdoel achterhalen. 

Slide 9 - Slide

Leesstrategieën
Strategie                                             Leesdoel                                                   
- Studerend lezan                            tekst leren

Je gebruikt: 
intensief lezen met als extra doel: onthouden wat je hebt gelezen. Belangrijke zaken onderstrepen en/of aantekeningen bij maken. 

Slide 10 - Slide

Leesstrategieën
Strategie                                             Leesdoel                                                   
- Kritisch lezen                                  tekst beoordelen;waar/compleet

Je gebruikt:
Logisch nadenken en erachter komen of de informatie allemaal klopt. Dus andere teksten gebruiken om te vergelijken. 

Slide 11 - Slide

Je leest:
Oorlogswinter
A
Kritisch lezen
B
Informatie opzoeken
C
Grondig lezen
D
Studerend lezen

Slide 12 - Quiz

Je leest:
de krant
A
Informatie opzoeken
B
Intensief lezen
C
Kritisch lezen
D
Studerend lezen

Slide 13 - Quiz

Je leest:
een recept voor appeltaart
A
grondig en intensief lezen
B
Studerend lezen
C
Globaal lezen
D
Kritisch lezen

Slide 14 - Quiz

Indeling teksten
Tekst is verdeeld in :
  • inleiding
  • middenstuk (kern)
  • slot


Slide 15 - Slide

Onderwerp (en deelonderwerpen)
Elke tekst gaat ergens over. Het heeft een bepaald onderwerp.

Als er veel over een onderwerp te vertellen is, kan het onderverdeeld zijn in deelonderwerpen.

Het onderwerp schrijf je zo kort mogelijk.


Slide 16 - Slide

Onderwerp + deelonderwerpen
Drie alinea's in het middenstuk.

Drie deelonderwerpen in het middenstuk.
onderwerp
deelonderwerp
deelonderwerp
deelonderwerp
inleiding
slot

Slide 17 - Slide

Onderwerp: 
Black Friday 
Deelonderwerp:
Ontstaan van Black Friday 
Deelonderwerp:
Drukte in de stad.
Deelonderwerp:
Goede aanbiedingen of onzin aanbiedingen
Middenstuk: 

Alinea 3

Alinea 4
Alinea 2

Slide 18 - Slide

Onderwerp tekst: mondkapjes op scholen 
Deelonderwerp:
Regels mondkapjes
Deelonderwerp:
Verzet tegen mondkapjes
Deelonderwerp:
Mening schoolleiding mondkapjes
Middenstuk: 
Alinea 3
Alinea 4
Alinea 2
Inleiding: alinea 1 
Slot: alinea 5

Slide 19 - Slide

Deelonderwerp en alinea
Soms gaat één alinea over één 
deelonderwerp. Soms gaan 
meerdere alinea’s over 
één deelonderwerp.

Slide 20 - Slide

Hoe vind je deelonderwerpen?
Soms één alinea, soms meerdere per deelonderwerp.
Tussenkopje geeft vaak aan wat het deelonderwerp is.

Globaal lezen: eerste en laatste zin van de alinea.
Zoeken lezen: je hebt een stukje tekst nodig over een specifiek deelonderwerp.

              Let op: tussenkopjes, anders gedrukte woorden, opvallende tekens.

Slide 21 - Slide

Onderwerp, deelonderwerp 

Onderwerp: Waarover gaat in enkele woorden de tekst?

Deelonderwerp:

Waar gaat deze alinea over?



Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Onderwerp: Nationaal Schoolontbijt wil basisschoolkinderen het hele jaar ontbijt geven.  
Deelonderwerp:
Hoe kan een school meedoen?
Deelonderwerp:
Afhankelijk van subsidies.
Deelonderwerp:
Gevolgen van armoede.

Slide 24 - Slide

Onderwerp van een tekst
Je leest oriënterend:
- De titel
- De eerste alinea
- Afbeeldingen
- Tussenkopjes
- Anders gedrukte woorden
- Bron / actueel of niet?
Het onderwerp bestaat uit 1 of enkele woorden!

Geen hele zinnen

Zo kort mogelijk

Slide 25 - Slide

Wat zijn de (4) tekstdoelen?

Slide 26 - Slide

Tekstdoelen en -soorten
Informeren
De schrijver wil dat je iets te weten komt
nieuwsbericht, instructie, studieboek
amuseren
De schrijver wil dat je je vermaakt
sommige columns, strip, roman, rap, mop
overtuigen
De schrijver wil dat je zijn mening overneemt
recensie, betoog, sommige columns, ingezonden brief
activeren
De schrijver wil dat je iets wel of niet gaat doen
reclame, campagne, uitnodiging, flyer, affiche

Slide 27 - Slide

Inleiding
- Bestaat meestal uit 1 alinea, soms 2 of 3.
- Onderwerp wordt geïntroduceerd.
- Nieuwsgierig maken.
Middenstuk
- Bestaat meestal uit meerdere alinea's.
- Deelonderwerpen worden toegelicht.
- Let op signaalwoorden/verbanden.

Slot
- Bestaat meestal uit 1 alinea.
- Afronden tekst met conclusie/samenvatting.

Slide 28 - Slide

Wat zijn meestal bijzaken in een tekst?
A
kernzinnen
B
signaalwoorden
C
voorbeelden
D
de conclusie

Slide 29 - Quiz

Elke alinea heeft een kernzin
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quiz

De hoofdzaak van een alinea staat vaak
A
in de eerste of laatste zin
B
in een voorbeeld
C
in het midden van de alinea
D
in een uitleg

Slide 31 - Quiz

Hoofdstuk 4 lezen
Feiten kun je controleren (is het waar of niet). Je kunt het dus tellen, onderzoeken, bekijken etc.
Een mening of standpunt is wat iemand vindt. Vaak staat ervoor: Ik vind, volgens mij, naar mijn mening...
Argumenten: onderbouwing, uitleg waarom je een standpunt hebt.

Slide 32 - Slide

Het Willem Blaeu heeft twee locaties.
A
waar feit
B
onwaar feit

Slide 33 - Quiz

De broodjes in de kantine zijn heerlijk!
A
waar feit
B
onwaar feit
C
mening/standpunt
D
argument

Slide 34 - Quiz

Je moet echt naar de film La La Land, want die is geweldig!
A
alleen feiten
B
alleen meningen
C
standpunt en argument
D
alleen argument

Slide 35 - Quiz

Kortom, dit was de herhaling over tekstverbanden en signaalwoorden.

Wat is in deze zin het tekstverband?
A
Doel-middelverband
B
Vergelijkend verband
C
Samenvattend verband
D
Concluderend verband

Slide 36 - Quiz

Om niet te laat te komen had ze haar wekker een uur vooruit gezet.

Wat is in deze zin het tekstverband?
A
Doel-middelverband
B
Vergelijkend verband
C
Samenvattend verband
D
Concluderend verband

Slide 37 - Quiz

Nog groter is misschien wel ons verlangen naar elkaar in tijden van onrust en onzekerheid.

Wat is in deze zin het tekstverband?
A
Doel-middelverband
B
Vergelijkend verband
C
Samenvattend verband
D
redengevend verband

Slide 38 - Quiz

Opgedost en enigszins overdressed gingen de dames de deur uit. Het was immers Ladies Night!

Wat is in deze zin het tekstverband?
A
Doel-middelverband
B
Vergelijkend verband
C
Samenvattend verband
D
redengevend verband

Slide 39 - Quiz

Vanwege de bezetting in Gaza konden veel kinderen niet op tijd worden gevaccineerd tegen polio.

Wat is in deze zin het tekstverband?
A
Doel-middelverband
B
Vergelijkend verband
C
oorzakelijk verband
D
redengevend verband

Slide 40 - Quiz