Ga lezen in je Nederlands boek of ga verder met je woordzoeker van de vorige les.
Je mag ook even een paar minuten de woordjes van hoofdstuk 3 leren uit het boek.
Aujourd'hui, c'est jeudi
H1A
1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
This lesson contains 27 slides, with text slides.
Lesson duration is: 100 min
Items in this lesson
Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.
Ga lezen in je Nederlands boek of ga verder met je woordzoeker van de vorige les.
Je mag ook even een paar minuten de woordjes van hoofdstuk 3 leren uit het boek.
Aujourd'hui, c'est jeudi
H1A
Slide 1 - Slide
Le programme:
- Huiswerk bespreken
- Grammaire H herhalen
- Voorbereiden op PW
Slide 2 - Slide
Les buts (leerdoelen):
- Aan het einde van de les....
1) weet je wanneer het proefwerk is
2) heb je grammatica H herhaald
Slide 3 - Slide
Est-ce que tout le monde est présent?
- Zijn we compleet? Wie missen we?
Slide 4 - Slide
Huiswerk bespreken:
Ouvre le livre à la page 30CD + 31AB + 32A
Pak een rode of groene pen, zodat je de opdrachten kunt nakijken.
Les devoirs = ex. 126
Slide 5 - Slide
Grammaire H herhalen:
1) Oefening
2) Au travail
Slide 6 - Slide
Wat weet je nu over het bezittelijk voornaamwoord?
- Welke vormen ken je nu?
- Hoe weet je welke vorm je moet gebruiken?
- Waar moet je altijd opletten, uitzondering?
- Waar kan je een woord in de meervoud aan herkennen?
Slide 7 - Slide
Probeer nu eens zelf....
Slide 8 - Slide
(mijn) .......... livre
1) Is 'livre' le / la / les?
2) welke drie opties heb je voor 'mijn'?
3) Kies de juiste vorm
Na 20 sec. krijgt een willekeurige leerling de beurt.
timer
0:20
Slide 9 - Slide
(onze) .......... livres
1) Is 'livres' le / la / les?
2) welke drie opties heb je voor 'onze'?
3) Kies de juiste vorm
Na 30 sec. krijgt een willekeurige leerling de beurt.
timer
0:20
Slide 10 - Slide
(jouw) .......... classe
1) Is 'classe' le / la / les?
2) welke drie opties heb je voor 'jouw'?
3) Kies de juiste vorm
Na 30 sec. krijgt een willekeurige leerling de beurt.
timer
0:20
Slide 11 - Slide
(ons, onze) .......... classe
1) Is 'classe' le / la / les?
2) welke drie opties heb je voor 'ons,onze'?
3) Kies de juiste vorm
Na 30 sec. krijgt een willekeurige leerling de beurt.
timer
0:20
Slide 12 - Slide
Au travail:
Wat ga je doen? Ga een start maken met het leren voor het proefwerk van volgende week. Ga naar StudyGo en kies één van de lijsten van ch.3.
Nog geen account? Maak dit aan en ga naar de link die ik vorige week heb gemaild.
Extra oefenen met de zinnen? Op de toets moet je in het Frans antwoord kunnen geven op Franse vragen.
Slide 13 - Slide
Leren voor Frans
1) Vocabulaire-> gebruik Slim Stampen (vooral de overhoorfunctie NL-FR / StudyGo / maak de oefentoets. Schrijf de Franse woorden onder elkaar op en schrijf de accenten ' / ` / ^ ..... met een andere kleur in het woord.
Herhalen, herhalen, herhalen
Slide 14 - Slide
Leren voor Frans
2) Zinnen -> Gebruik als eerste Slim Stampen als startopdracht / Maak een gratis account aan bij StudyGo en vul de zinnen hier in. Links de Nederlandse zin en rechts de Franse zin -> overhoorfunctie 'toets' en je moet zelf de Franse vertaling typen (net als op de toets). Ga net zo vaak door totdat je goed scoort.
Slide 15 - Slide
Leren voor Frans
3) Grammatica-> Leer je aantekening / uitlegblok in het werkboek. Maak de opdrachten in het werkboek nog een keer en leg iets op je antwoorden OF ga naar de online methode en maak daar de opdrachten.
Snap je de grammatica niet? Kijk naar de uitlegvideo's in de online methode!
Slide 16 - Slide
Les devoirs (huiswerk):
- Faire: Ga 15 minuten bezig met de StudyGo over de zinnen van hoofdstuk 3:
Tijdens het Frans spreken luisteren we naar elkaar en lachen we elkaar nooit uit!
Slide 18 - Slide
Startactiviteit vocabulaire ch.3
Qu'est-ce qu'on va faire (wat gaan we doen)? Het leerwerk van ch.3 wordt overhoord door middel van het spel met het balletje. Krijg je de bal naar je toegegooid, dan geef je de vertaling van het woord.
Goed? Gooi het balletje terug
Fout? Je komt nog een keer aan de beurt
Slide 19 - Slide
Au travail:
Quoi (wat)? Fais exercice 2B, 4, 6ABC en 7A
Comment (hoe)? Individuellement ou ensemble en 2 (fluisteren)
Temps (tijd)? Tot het einde van de les
Prêt (klaar)? Apprendre vocabulaire A (Slim stampen)