Joyeux Noël et Bonne année!

Bienvenue !
Les fêtes de fin d'année:
la Noël et la Saint-Sylvestre
1 / 40
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Bienvenue !
Les fêtes de fin d'année:
la Noël et la Saint-Sylvestre

Slide 1 - Slide

Noël en France

Slide 2 - Slide

Op welke dag(en) wordt Kerst in Frankrijk gevierd?
A
Le 25 et le 26 décembre
B
Le 23 et le 24 décembre
C
Seulement le 25 décembre
D
Le 24 et le 25 décembre

Slide 3 - Quiz

Wat betekent 'Joyeux Noël?'
A
Gelukkig nieuwjaar
B
Fijne verjaardag
C
Vrolijke Kerst
D
Vrolijk Pasen

Slide 4 - Quiz

Hoe noem je Kerstavond in Frankrijk?
A
Le soir de Noël
B
Noël soir
C
La soirée Noël
D
Le Réveillon de Noël

Slide 5 - Quiz

Hoe heet het nummer 'Jingle Bells' in
het Frans?
A
Vive Noël
B
Vive le vent
C
Vive le père Noël
D
Vive la fête

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Video

Wat betekent de titel van het liedje: Vive le vent d'hiver?
A
Leve de winterwind
B
Leve het winterkind
C
Leve de rinkelende bellen
D
Leve de sneeuwpop

Slide 8 - Quiz

Waar of niet waar: in Frankrijk is het traditie om te gourmetten op kerstavond.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Uit hoeveel gangen bestaat een Frans Kerstdiner?
A
1 tot 3 gangen
B
3 tot 4 gangen
C
4 tot 8 gangen

Slide 10 - Quiz

Le Menu de Noël:
  • Un apéritif : du champagne + des canapés au foie gras/du saumon fumé + des amuse-gueules + des huîtres/du poisson
  • Un bon dîner : du gibier, du homard et de la dinde aux marrons
  • Le dessert : une planche à fromage et une bûche de Noël 

Slide 11 - Slide

Op 'canapés' vind je vaak foie gras, maar wat is "foie gras" eigenlijk?
A
Varkenspaté
B
Ganzenlever
C
Kippenlever
D
Eendenlever

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Wat waren de twee hoofdingrediënten van deze "amuse-gueule"?
A
kerstopaatjes en slagroom
B
kerstomaatjes en roomkaas
C
kersen en room
D
druiven met roomkaas

Slide 16 - Quiz

Wat eten de Fransen bij 'la dinde de Noël'?
A
B
C
D

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Wat is de Franse naam van dit traditionele Kerstdessert?
A
Une bûche de Noël
B
Un macaron de Noël
C
Un gâteau de Noël
D
Un arbre de Noël

Slide 20 - Quiz

Hoe heet de Kerstman in Frankrijk?
A
Le papi Noël
B
Le père Noël
C
Le saint Noël
D
Le monsieur Noël

Slide 21 - Quiz

Hoeveel kerstmarkten zijn er (normalement) elk jaar in Frankrijk?
A
150
B
75
C
600
D
300

Slide 22 - Quiz

Het kerstmarkt van Strasbourg is de oudste kerstmarkt van Frankrijk.
In welke jaar was de eerste kerstmarkt?
A
1650
B
1750
C
1850
D
1950

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Welke kerst verlichting hangen boven de straten van Strasbourg?
A
Des étoiles
B
Des rennes
C
Des flocons de neiges
D
Des anges

Slide 25 - Quiz

Wat gaf Frankrijk in 1886 als kerstcadeau aan de VS?
A
Een treinlading sinaasappelen
B
Het Coca-Cola recept
C
De Brooklyn Bridge
D
Het vrijheidsbeeld

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide


Wie was de ontwerper van het Vrijheidsbeeld
(la Statue de la Liberté)?
A
Norman Foster
B
Horace Jones
C
Gustave Eiffel
D
Willem Marinus Dudok

Slide 28 - Quiz

De quelle couleur est
un sapin de Noël (kerstboom)?
A
vert
B
jaune
C
bleu
D
blanc

Slide 29 - Quiz

Les cadeaux sont dans…
A
une chaussette
B
une chaussure
C
un chausson
D
un chausse-pied

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Video

Je zag de ................ van grote warenhuizen in de stad .....................

Slide 32 - Open question

Op welke dag vieren de Fransen 'le Réveillon de la Saint-Sylvestre'?
A
Le 26 décembre
B
Le premier janvier
C
Le 24 décembre
D
Le 31 décembre

Slide 33 - Quiz

Horen 'les huîtres' (oesters) in Frankrijk vooral bij kerst of bij oud&nieuw?
A
kerst
B
oud & nieuw

Slide 34 - Quiz

Waar of niet waar: het is in Frankrijk verboden om zelf vuurwerk af te steken met oud en nieuw
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Video

Welk beroemd monument in Parijs zag je in het filmpje?
A
De Notre-Dame
B
De Eiffeltoren
C
De Arc de Triomphe
D
De Sacré Coeur

Slide 37 - Quiz

Welke maand hoort bij Noël en welke hoort bij Le jour de l'An? (noteer de Franse woorden met kleine letters)

Slide 38 - Open question

Hang de kerstballen zo snel mogelijk op de juiste plek in de kerstboom !



1
2
0
2
G
I
K
K
U
L
E
G

Slide 39 - Drag question

Joyeux Noël et Bonne Année!

Slide 40 - Slide