Clase 12. Repaso Unidad 8.

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1,2

¡Bienvenidos chicos y chicas!

Lunes, 18 de noviembre de 2024

Ik ken de woorden over het menselijk lichaam in het Spaans

1 (NO)

2

3

4

5

6

7

8

9

10 (SÍ, POR SUPUESTO)

Ik weet al hoe ik het werkwoord doler en gustar moet vervoegen.

1 (NO)

2

3

4

5

6

7

8

9

10 (SÍ, POR SUPUESTO)

Ik weet hoe ik muy+bijvoegelijk n.w moet gebruiken in het Spaans.

1 (NO)

2

3

4

5

6

7

8

9

10 (SÍ, POR SUPUESTO)

Ik weet hoe ik muy+bijwoord moet gebruiken in het Spaans.

1 (NO)

2

3

4

5

6

7

8

9

10 (SÍ, POR SUPUESTO)

Ik weet hoe ik mucho/-a/-os/-as+ zelfstandig naamwoord moet gebruiken in het Spaans.

1 (NO)

2

3

4

5

6

7

8

9

10 (SÍ, POR SUPUESTO)

Ik ken alle woorden van unidad 8 en de frases claves.

1 (NO)

2

3

4

5

6

7

8

9

10 (SÍ, POR SUPUESTO)

¿Estás preparado para el s.o de la unidad 8?

1 (No)

2

3

4

5(Sí, por supuesto)

Contesta en español:
¿Qué te pasa?

Contesta en español:
¿Cómo eres físicamente?

Contesta en español:
¿Qué te gusta hacer los fines de semana?

Vertaal naar het Spaans:
"de arm"

Vertaal naar het Spaans:
"de voet"

Vertaal naar het Spaans:
"de rug"

Vertaal naar het Spaans:
"saai" (vrouwelijk)

Vertaal naar het Spaans:
"kaal" (mannelijk)

Vertaal naar het NL:
"delgado"

Vertaal naar het NL:
"el estómago"

Vertaal naar het NL:
"la cara"

Vertaal de zin:
"Hij heeft grote handen"

Vertaal de zin:
"Ik kom heel laat thuis."

Vertaal de zin:
"María heeft blond haar en blauwe ogen."

Vertaal de zin:
"Me duelen mucho los pies."

Maak een goede zin:
la/cabeza/doler/mucho/Me.

Maak een goede zin:
No/las patatas/me/carne/gustar/con.

Maak een goede zin:
quedar/amigos/gusta/Me/con.

muy/mucho-a-os-as/mucho

Kies de juiste variant: muy / mucho / mucho-a-os-as

Me gustan .... los helados.

Kies de juiste variant: muy / mucho / mucho-a-os-as

Hay ... animales salvajes en África.

Kies de juiste variant: muy / mucho / mucho-a-os-as

Ella es ... alta y delgada.

Kies de juiste variant: muy / mucho / mucho-a-os-as

Miguel siempre come .......patatas fritas.

Describe a Cristiano Ronaldo (3 zinnen)

Cristiano Ronaldo es/tiene/lleva...

El profesor es/tiene/lleva...

S10 es/tiene/lleva...

succes met leren voor je SO!

¡SUERTE!