This lesson contains 41 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Pen/papier op tafel
Bureau mevr. Lingbeek
Kai Yu
Slide 2 - Slide
Agenda
Startvraag
Stellingen/vragen
Laatste vragen en check boekopdracht
Slide 3 - Slide
Free writing
Wat weet je allemaal nog van hoofdstuk 19 t/m 22?
Schrijf zo veel mogelijk op!
timer
4:00
Slide 4 - Slide
Stellingen/vragen
Waar = groen in de lucht
Niet waar = rood in de lucht
Het is waar/niet waar of antwoord, omdat [...] + bijvoorbeeld [...]
Slide 5 - Slide
Feitelijke of waarderende uitspraak?
De Rijn is de langste rivier van Europa
timer
0:10
Slide 6 - Slide
Standpunt = ? Groen omhoog = Snelle .. ongelukken
Rood omhoog = Mij .. ding zien
Snelle e-bikes zijn vaker betrokken bij ongelukken. Mij zul je niet zo snel op zo'n ding zien.
timer
0:10
Slide 7 - Slide
Waar of niet waar?
Het verschil tussen een tegenargument en een weerlegging is dat een weerlegging reageert op het standpunt en een tegenargument op een ander argument.
timer
0:10
Slide 8 - Slide
H19
Slide 9 - Slide
Waar of niet waar?
Er zijn drie verschillende argumentatiestructuren: enkelvoudig, nevenschikkend en onderschikkend.
timer
0:10
Slide 10 - Slide
Nevenschikkend (groen) of onderschikkend (rood)?
Zij is de juiste persoon voor de baan in de nieuwe boekenwinkel, want zij heeft veel ervaring in de sector. Ze heeft namelijk al twee jaar bij een Libris boekhandel gewerkt.
timer
0:10
Slide 11 - Slide
Drogredenen
groen = bespelen van het publiek
rood = ontduiken bewijslast
Iedereen weet toch dat Rutte weer premier wordt na de volgende verkiezingen
timer
0:15
Slide 12 - Slide
Noteer het verzwegen argument + bedenk hoe je deze redenering kunt aanvallen
Maan is de beste Nederlandse artiest van 2022. Ze heeft voor 17.000 mensen opgetreden!
timer
1:30
Slide 13 - Slide
Noteer welk argumentatieschema je ziet
Hij is een echte Hagenees. Hij is direct en draagt altijd groen of geel. Hij houdt van feestjes en gezelligheid.
timer
0:15
Slide 14 - Slide
Teken de 'kritische relatie' (C en Z)
Er zal in de toekomst minder geweld tegen hulpverleners zijn (B), want de straffen die worden opgelegd aan de overtreders worden steeds hoger (A).
timer
2:30
Slide 15 - Slide
Vragen/check boekopdracht?
Hand omhoog! Ik kom naar je toe.
Geen vragen? Ga aan de slag met je boekopdracht of oefen met de lesstof op NUMO (oefenen P3).
Slide 16 - Slide
Succes!
Slide 17 - Slide
(leerdoel) Stappenplan
Kies een personage (iemand die je klasgenoten kennen, bijvoorbeeld een bekende acteur of president)
Waarom moet jouw personage in de ballon blijven? Bedenk minstens drie argumenten en werk deze AUB/SExI uit
Ronde 1: iedereen deelt het eerste argument
Stemmen! 3 personages blijven in de ballon
Ronde 2 + stemmen. 2 personages blijven in ballon
Ronde 3: 1 personage blijft over!
Slide 18 - Slide
Kies een personage (iemand die je klasgenoten kennen, bijvoorbeeld een bekende acteur of president)
timer
1:30
Slide 19 - Slide
2. Waarom moet jouw personage in de ballon blijven? Bedenk minstens drie argumenten en werk deze AUB/SExI uit
timer
8:00
Slide 20 - Slide
Ronde 1: iedereen deelt het eerste argument Stemmen! 3 personages blijven in de ballon
timer
5:00
Slide 21 - Slide
Ronde 2: iedereen deelt het eerste argument Stemmen! 2 personages blijven in de ballon
timer
5:00
Slide 22 - Slide
Ronde 3: iedereen deelt het eerste argument Stemmen! 1 personage blijft in de ballon
timer
5:00
Slide 23 - Slide
Vragen?
Slide 24 - Slide
Free writing
Wat weet je allemaal nog van hoofdstuk 19 t/m 22?
Schrijf zo veel mogelijk op!
timer
5:00
Slide 25 - Slide
H20
Slide 26 - Slide
Verzwegen argumenten
Argumenten die niet letterlijk uitgesproken worden, maar wel een rol spelen.
Het zijn argumenten waar de spreker/schrijver van uitgaat, hij/zij/hen denkt dat de luisteraar/lezer deze argumenten deelt/aanvaardbaar vindt.
Slide 27 - Slide
Verzwegen argumenten
"Derksen is een waardeloos politicus want hij komt nooit na wat hij gezegd heeft."
Stap 1) als [het argument is het geval] dan [de conclusie is het geval] // Als de politicus Derksen komt nooit na wat hij gezegd heeft dan Derksen is een waardeloos politicus
Stap 2) Deze zin maak je algemeen: Als een politicus nooit nakomt wat hij gezegd heeft, si het een waardeloos politicus.
Slide 28 - Slide
timer
15:00
Hulp?
LessonUp
Buur
Docent
Klaar?
Numo oefenen argumentatie
Opdracht
19, 20 en 21
Blz. 101
Slide 29 - Slide
Argumentatieschema's
Definitie: het (verzwegen) argument laat het verband zien tussen argument en standpunt = schema
3 soorten:
1) Argumentatie op basis van kenmerken
2) Argumentatie op basis van vergelijking
3) Argumentatie op basis van causaliteit
Slide 30 - Slide
Argumentatieschema's
1) Argumentatie op basis van kenmerken
Kenmerken, voorbeelden, voor- en nadelen
Hij is niet echt met de milieuproblematiek bezig. Hij geeft z'n kinderen een slecht voorbeeld, want hij eet nog steeds vlees
Slide 31 - Slide
Argumentatieschema's
1) Argumentatie op basis van kenmerken
Kenmerken, voorbeelden, voor- en nadelen
Hij is echt chaotisch, want ...
Slide 32 - Slide
Argumentatieschema's
1) Argumentatie op basis van kenmerken
Kenmerken, voorbeelden, voor- en nadelen
Zij wil niet naar dat dorp verhuizen, want ...
Slide 33 - Slide
Argumentatieschema's
2) Argumentatie op basis van vergelijking
Het is niet raar dat er in Brazilië veel oerwoud wordt vernield om landbouwgrond te creëren, in West-Europa hebben we toch ook veel gedaan om een moderne samenleving te ontwikkelen.
Slide 34 - Slide
Argumentatieschema's
3) Argumentatie op basis van causaliteit
Oorzaak/gevolg, doel-middel, kritische relatie
Er zal in de toekomst minder geweld zijn tegen hulpverleners, want de straffen zijn hoger geworden.
Slide 35 - Slide
Argumentatieschema's
3) Argumentatie op basis van causaliteit
Oorzaak/gevolg, doel-middel, kritische relatie
Er zal in de toekomst minder geweld zijn tegen hulpverleners, want de straffen zijn hoger geworden.
Verzwegen argument?
Slide 36 - Slide
Argumentatieschema's
3) Argumentatie op basis van causaliteit
Oorzaak/gevolg, doel-middel, kritische relatie
Slide 37 - Slide
Ballondebat
Stap 1: kies een personage en verzin alvast een korte argumentatie