lesson 1

Unit 4 - lesson 1
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Unit 4 - lesson 1

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Translate to English:
badminton

Slide 3 - Open question

Translate to Dutch:
Sports club

Slide 4 - Open question

Learning Goal
What is the learning goal of today?
  • I can tell people what I often or always do, using the present simple.
  • Ik kan aan mensen vertellen wat ik regelmatig of altijd doe, using the present simple.

What do you know about the learning goal? 

How are we going to reach the learning goal? 
  • I will follow an instruction (7 minutes)
  • I will work on the workbook exercises (25 min.)

Slide 5 - Slide

Present simple - tegenwoordige tijd
De present simple gebruik je bij:
  • een gewoonte
  • feit
  • regelmaat

Iemand doet iets (bijna) altijd, zoals...
(brush)          I brush my teeth at night.

Slide 6 - Slide

Present simple - tegenwoordige tijd
Je gebruikt het hele werkwoord bij de present simple.
Staat er he / she / it / naam (enkelvoud), dan is het hele werkwoord + s

I                          like
you                    like
he / she / it    likes
we                     like
you                   like
they                 like

Slide 7 - Slide

Choose the right answer:
(walk) Jason ....... to school on Monday.
A
walk
B
walks

Slide 8 - Quiz

Choose the right answer:
(sing) My mom ......... very well.
A
sing
B
sings

Slide 9 - Quiz

Get to work!
  • Ik maak opdracht 1 t/m 5 af.

  • Bij vragen steek ik mijn hand op.

  • Ik kijk de gemaakte opdrachten na.

  • Als ik helemaal klaar ben, doe ik wat voor mezelf (lezen, tekenen, niet op mijn mobiel...)

Slide 10 - Slide

EVALUATION
  • What went well?

  • What can go better?

  • Did we reach the learning goal?

Slide 11 - Slide