Par. 2.4 A + B (Toegevoegde waarde + Prijs bepalen)
Rekenvaardigheden:
Maken Par. 2.6 A: Prijzen berekenen
Slide 2 - Slide
Lesdoelen (3.4 A+B)
Je weet wat een productieweg / bedrijfskolom is en wat er bedoelt wordt met toegevoegde waarde. Toegevoegde waarde is wat anders dan winst.
Je weet hoe de kostprijs berekend wordt en kunt de consumentenprijs en verkoopprijs berekenen. Je kunt uitleggen wat vraag en aanbod is en welke invloed deze hebben op de prijs.
Slide 3 - Slide
Wat is een bedrijfskolom?
De bedrijfskolom bestaat uit alle
bedrijven die na elkaar meewerken
aan een product.
Slide 4 - Slide
Toegevoegde waarde
Elke schakel in de bedrijfskolom voegt waarde toe aan een product.
Slide 5 - Slide
2.4 A: Vraag 2D
Toegevoegde waarde is niet hetzelfde als winst.
Leg uit waarom.
Slide 6 - Slide
Vraag & aanbod
Als de vraag naar producten afneemt, zal de prijs dalen.
Als de vraag naar producten toeneemt, zal de prijs stijgen.
Als het aanbod van producten afneemt, zal de prijs stijgen.
Als het aanbod van producten toeneemt, zal de prijs dalen.
Slide 7 - Slide
Kostprijs
De kosten die worden gemaakt voor een product.
De kostprijs heb je nodig om uiteindelijk de verkoopprijs te bepalen.
Wanneer je de kostprijs en de verkoopprijs weet, kan je ook de winst per product uitrekenen.
Kostprijs = inkoopprijs + bedrijfskosten per product
Slide 8 - Slide
Kostprijs berekenen
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Consumentenprijs
De consumentenprijs is de prijs die jij betaalt voor een product in de winkel.
verkoopprijs + btw = consumentenprijs
Let op!!! De consumentenprijs is altijd meer dan 100%!!!
Slide 11 - Slide
Rekenen met btw
De verkoopprijs van een jas is € 125.
De btw is 21%.
De consumentenprijs (wat betaal je in de winkel):
€ 125 : 100 x 121
€ 125 : 100 x 21 = € 26,25
€ 125 + € 26,25 = € 151,25
Slide 12 - Slide
Rekenen met btw
De consumentenprijs van een product is € 159,95.
De btw is 21%.
De verkoopprijs:
€ 159,95 : 121 x 100 = € 132,19
Slide 13 - Slide
Brutowinstmarge
Brutowinstmarge: het bedrag dat je optelt bij de inkoopprijs om de verkoopprijs te berekenen. Een deel daarvan gaat op aan bedrijfskosten.
verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstmarge
Brutowinstmarge is een percentage van de inkoopprijs
Slide 14 - Slide
Voorbeeld:
Een bedrijf koopt producten in voor € 12,- per stuk. Ze hebben berekend dat hun brutowinstmarge minimaal 130% moet zijn om hun bedrijfskosten terug te verdienen.
Bereken wat de consumentenprijs zal zijn. Ga uit van een BTW tarief van 21%
Slide 15 - Slide
Vragen?
VRAGEN?
Slide 16 - Slide
Learnbeat
REKENVAARDIGHEDEN
Maken par. 2.6 A:
Prijzen berekenen.
SUCCES!!!
Slide 17 - Slide
Vragen?
Slide 18 - Slide
Controleren lesdoelen
Wat is een productieweg / bedrijfskolom
Wat is toegevoegde waarde?
Waarom is toegevoegde waarde niet hetzelfde als winst?