What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Naamvallen: 1e naamval & ein-Gruppe
de 1e naamval (Nominativ) & ein-Gruppe
uitleg
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
de 1e naamval (Nominativ) & ein-Gruppe
uitleg
Slide 1 - Slide
M
V
O
MV
1e
der / ein
die / eine
das / ein
die / keine
Deze lidwoorden gebruik je bij het onderwerp van de zin.
voorbeeld: (de) Lehrer hat sein Buch vergessen.
Wie/wat hat vergessen? -> (de) Lehrer
dus:
ond. +1 m =
der
Lehrer (hat sein Buch vergessen).
uitleg
Slide 2 - Slide
M
V
O
MV
1e
der / ein
die / eine
das / ein
die / keine
Onderwerp: der Lehrer
(een) Lehrer hat sein Buch vergessen.
ond +1 m =
ein
Lehrer
uitleg
Slide 3 - Slide
M
V
O
MV
1e
der / ein
die / eine
das / ein
die / keine
(zijn) Lehrer hat sein Buch vergessen.
(haar) Lehrer...
(mijn) Lehrer...
(jullie) Lehrer...
uitleg
Slide 4 - Slide
Ein
Lehrer hat sein Buch vergessen.
Mein
Lehrer...
Unser
Lehrer...
Ihr
Lehrer...
M
V
O
MV
1e
der / ein
die / eine
das / ein
die / keine
ein-Gruppe
:
mijn - mein
jouw - dein
zijn - sein
haar - ihr
onze - unser
jullie - euer
hun - ihr
uw - Ihr
geen - kein
uitleg
Slide 5 - Slide
M
V
O
MV
1e
der / ein
die / eine
das / ein
die / keine
Een Lehrerin hat ihr Buch vergessen.
ond +1 v = eine Lehrerin
(mijn) Lehrerin hat ihr Buch vergessen.
mijn = mein
hier: ond +1 v = ein
e
Lehrerin
dus ook : mein
e
Lehrerin
ein-Gruppe
:
mijn - mein
jouw - dein
zijn - sein
haar - ihr
onze - unser
jullie - euer
hun - ihr
uw - Ihr
geen - kein
uitleg
Slide 6 - Slide
M
V
O
MV
1e
der / ein
die / eine
das / ein
die / keine
ein-Gruppe
:
mijn - mein
jouw - dein
zijn - sein
haar - ihr
onze - unser
jullie - euer
hun - ihr
uw - Ihr
geen - kein
(zijn) Schwester ist lieb.
ond +1 v = sein
e
Schwester
(jouw) Vater ist groß.
ond +1 m = dein Vater
(uw) Buch ist dick.
ond +1 o = Ihr Buch ist dick.
uitleg
Slide 7 - Slide
M
V
O
MV
1e
der / ein
die / eine
das / ein
die / keine
ein-Gruppe
:
mijn - mein
jouw - dein
zijn - sein
haar - ihr
onze - unser
jullie - euer
hun - ihr
uw - Ihr
geen - kein
Aantekening!
Neem de tabel én de ein-Gruppe over in een schrift. Je hebt ze nodig voor de volgende opdracht!
uitleg
Slide 8 - Slide
Warum ist (haar) Freundin hier?
uitleg
A
ihr
B
ihre
C
Ihr
D
Ihre
Slide 9 - Quiz
Juiste antwoord: B
Waarom?
ond. +1 v = ihr
e
Freundin
M
V
O
MV
1e
der / ein
die / eine
das / ein
die / keine
ein-Gruppe
:
mijn - mein
jouw - dein
zijn - sein
haar - ihr
onze - unser
jullie - euer
hun - ihr
uw - Ihr
geen - kein
uitleg
Slide 10 - Slide
Gestern hat (mijn) Vater mich abgeholt.
1/4
uitleg/antwoord
A
mein
B
meine
C
dein
D
deine
Slide 11 - Quiz
(uw) Freunde sind alle hier!
2/4
uitleg/antwoord
A
ihr
B
ihre
C
Ihr
D
Ihre
Slide 12 - Quiz
Morgen fliegt (jouw) Oma nach Berlin.
3/4
uitleg/antwoord
A
sein
B
seine
C
dein
D
deine
Slide 13 - Quiz
(ons) Dorf ist sehr klein.
4/4
uitleg/antwoord
A
uns
B
unse
C
unser
D
unsere
Slide 14 - Quiz
Nu zelf! Let op, je moet het op de juiste manier opschrijven:
ond +1 m = mein Vater
ond +1 mv = deine Schwestern
ond +1 o = Ihr Buch
Ken je de ein-Gruppe al uit je hoofd? Dan gaat het nog makkelijker!
uitleg
Let op de spaties bij het typen!!!
Slide 15 - Slide
Wie viel hat (jouw) Bruder ausgegeben?
1/8
Slide 16 - Open question
(mijn) Mutter hat uns gebracht.
2/8
Slide 17 - Open question
Hat (onze) Lehrerin gut erklärt?
3/8
Slide 18 - Open question
(het) Buch ist nicht spannend.
4/8
Slide 19 - Open question
Hat (haar) Mann den Brief geschrieben?
5/8
Slide 20 - Open question
Wo sind (zijn) Freunde geblieben?
6/8
Slide 21 - Open question
(de) Stier hat mich nicht gesehen.
7/8
Slide 22 - Open question
Wann ist (jouw) Opa eigentlich hier?
8/8
Slide 23 - Open question
Samenvatting!
Het onderwerp krijgt altijd de 1e naamval
Het zelfstandig naamwoord van het onderwerp bepaalt het geslacht
de bezittelijke voornaamwoorden, de woorden uit de ein-Gruppe, krijgen dezelfde uitgang als 'ein' in de tabel
uitleg
Slide 24 - Slide
slotwoord
Slide 25 - Slide
More lessons like this
Naamvallen 1e naamval
April 2020
- Lesson with
24 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Naamvallen: 1e naamval & ein-Gruppe incl bezitt vnw
December 2021
- Lesson with
28 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
06-05 t/m 08-05 3HAVO Duits
May 2020
- Lesson with
39 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
10-04 t/m 17-04 3HAVO Duits
April 2020
- Lesson with
35 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
01-12 3V Kapitel 2 Grammatik C der-Gruppe + ein-Gruppe
May 2024
- Lesson with
32 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3
01-12 3V Kapitel 2 Grammatik C der-Gruppe + ein-Gruppe
November 2021
- Lesson with
44 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3
Lidwoorden & ein-Gruppe
October 2021
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
De ein-Gruppe in de 1e, 3e en 4e naamval
March 2022
- Lesson with
37 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3