1. Ik neem een tas of krat mee als ik boodschappen doe.
2. Ik koop alleen spullen die ik echt nodig heb.
3. Ik laat mijn opladers 's nachts in het stopcontact zitten.
4. Ik douch maximaal vijf minuten per douchebeurt.
5. Ik vraag me weleens af waar en door wie mijn kleding is gemaakt.
6. Ik koop liever geen spullen die in plastic zijn verpakt.