Wetgeving in de zorg en welzijn

Wetgeving in de zorg 
1 / 29
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Wetgeving in de zorg 

Slide 1 - Slide

Wetgeving in de zorg
Na deze workshop weet je:
  • De belangrijkste wetten in de gezondheidzorg.
  • Met welke wetten de zorgvrager te maken heeft. 
  • Met welke wetten jij te maken hebt en wat dit betekent voor jouw werk. 

Slide 2 - Slide

Welke wetten m.b.t. de zorg/welzijn ken je?

Slide 3 - Mind map

Filmpje met 4 wetten
Noteer bij iedere wet wat de wet inhoudt, voor wie de wet bedoeld is en wanneer je er gebruik van maakt. 
1. Zorgverzekeringswet (ZVW)
2. Wet Maatschappelijk Ondersteuning (WMO)
3. Wet Langdurige Zorg (WLZ)
4. Jeugdwet

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide

Wet zorg en dwang
Bekijk het filmpje op de volgende dia en beantwoord de volgende vragen:
  1. Op welke zorgvragers is de Wet zorg en dwang van toepassing?
  2. Wat is het uitgangspunt van de Wet zorg en dwang?
  3. Geldt de Wet zorg en dwang alleen in instellingen?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Wet verplichte ggz (WvGGZ)

Bekijk het filmpje op de volgende dia en beantwoord onderstaande vragen:
  1. Gevaar voor zichzelf of voor anderen? Wat betekent dat?
  2. Wie neemt 't initiatief?
  3. Wat is verplichte zorg?
  4. Kun je verplichte zorg voorkomen?
  5. Wat doet een zorgveranwoordelijke?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Wet geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO)

Slide 12 - Slide

WGBO
Gaat over de relatie tussen de cliënt en de zorgverlener.
Een belangrijk begrip in de WGBO is 'informed consent'.
Zorg- en welzijnprofessionals mogen alleen handelen als zij toestemming hebben van de cliënt.
De cliënt moet begrijpen waarvoor hij toestemming geeft: hij/zij moet dus goed geïnformeerd zijn. Jouw taak is onder meer om voorlichting te geven!

Slide 13 - Slide

Wat en waar?
De WGBO geldt voor medische onderzoeken en behandelingen en alle zorg die daarmee samenhangt. Dus ook verpleging, verzorging en nazorg.
Zorg die wordt gegeven in een GGZ-instelling, verpleeghuis of instelling voor gehandicaptenzorg valt ook onder de WGBO.

Slide 14 - Slide

Intake!
De WGBO geldt zodra er een behandelingsovereenkomst is tussen een zorgverlener en een cliënt.
In GGZ-instellingen, verpleeghuizen en instellingen voor gehandicaptenzorg is dat moment vaak niet zo duidelijk. Een vuistregel is dat de behandelingsovereenkomst tot stand komt zodra er een intake is geweest. Ook als de cliënt op een wachtlijst komt te staan.

Slide 15 - Slide

Rechten patiënt (WGBO)
  • recht op duidelijke informatie over onderzoeken, behandelingen en de gezondheidstoestand;
  • recht op overleg met de arts of hulpverlener en samen beslissen over de behandeling;
  • recht om ook ‘nee’ te zeggen tegen een voorgestelde behandeling;
  • recht om geen informatie te willen;
  • recht om het  medisch dossier in te zien en recht op een kopie daarvan;
  • recht om fouten in het medisch dossier te herstellen;
  • recht om een eigen verklaring aan het medisch dossier toe te laten voegen;
  • recht om gegevens uit het medisch dossier te laten vernietigen;
  • recht op privacy en geheimhouding van medische gegevens (beroepsgeheim);
  • recht op een second opinion (tweede mening) van een andere arts dan de behandelend arts.

Slide 16 - Slide

Plichten patënt (WGBO)
Zo goed mogelijk de behandelaar informeren
Zo veel mogelijk meewerken aan de behandeling
Betalen van de hulpverlener of zorginstelling.

Slide 17 - Slide

Wet BIG
  • Wat houdt de Wet BIG in?
  • BIG staat voor: Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg.
  • De Wet BIG geeft regels voor beroepen in de gezondheidszorg en beschermt patiënten tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen.
  • Het BIG-register is een onderdeel van de Wet BIG.
  • Een Helpende plus valt niet onder de BIG wet.
  • Zij mogen geen voorbehouden handelingen uitvoeren.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Wat betekent de wet BIG voor jouw handelen?

Slide 22 - Mind map

1. De wet BIG staat voor:
A
Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg
B
Wet op de betrokkenen in de individuele gezondheidszorg
C
Wet op de beoefenaren in de individuele gezondheidszorg

Slide 23 - Quiz

2. Welke beroepsgroep hoeft zich niet te registreren in het BIG-register?
A
Fysiotherapeuten
B
Verpleegkundigen
C
Verzorgenden

Slide 24 - Quiz

Je bent als verzorgende bevoegd om een voorbehouden handeling te verrichten als:
A
Je hiervoor een opdracht hebt gekregen
B
Je jezelf bekwaam acht om de opdracht uit te voeren
C
Allebei

Slide 25 - Quiz

4. Welke handeling valt niet onder de voorbehouden handelingen?
A
Injecteren
B
Bloeddruk meten
C
Katheteriseren

Slide 26 - Quiz

5. De bekwaamheid van opdrachtnemers wordt min of meer gewaarborgd door:
A
Protocollen
B
Werkafspraken
C
(Bij)scholing
D
Alle drie

Slide 27 - Quiz

6. Wie is verantwoordelijk bij het verrichten van een voorbehouden handeling?
A
De opdrachtgever
B
De opdrachtnemer
C
Beiden

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Slide