6v ak Klimaatzones en Siberië

Klimaatzones en Siberië
1 / 46
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Klimaatzones en Siberië

Slide 1 - Slide

Wat weet je van?
  • Verschil klimaatzones en landschapszones
  • Invloed in Siberië van
    1. Zuid naar Noord
    2. Oost naar West
    3. gebergten
    4. seizoenen, hoge en lage druk

Slide 2 - Slide

Doelstelling
  • Gebruiken 3 posities bij het bepalen van klimaten
  • Toepassen 2 dynamieken bij het bepalen van klimaten
  • Voorbeeld examenopgave Siberië

Slide 3 - Slide

3 Vuistregels klimaten

Slide 4 - Slide

2 dynamieken
1. de wind
2. de seizoenen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Map

2 ezels-regels
O-O-O     koude -> hoge druk -> droogte
A-A-A    warmte -> lage druk -> nattigheid 

Slide 7 - Slide

Koude winters
Waarom?
  • breedteligging
  • zeeligging
  • gebergteligging
  • overheersende wind

Slide 8 - Slide

Warme zomer
Waarom?
  • breedteligging
  • zeeligging
  • gebergteligging
  • overheersende wind

Slide 9 - Slide

Is dit zomer of winter?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Klimaatgrafieken

Slide 12 - Slide

Klimaatgrafiek Jakutsk

Slide 13 - Slide

Siberië
Twee plaatsen
  • Chatanga
     -> helemaal in Noorden
  • Ojmjakom
     ->meer oostelijk en in bergen

Slide 14 - Slide


1. We maken een klas aan
2. We delen de presentatie voor de wedstrijdje

Slide 15 - Slide

Bron 1

Slide 16 - Slide

Bron 2: welke  twee verschillen zie je?
Denk aan zeeklimaat / landklimaat en neerslagverschillen.

Slide 17 - Slide

Welk verschillen vallen op?
Er zijn er twee goed
A
Ojmjakom meer zeeklimaat
B
Omjakom meer neerslagverschillen
C
Ojmjakom meer landklimaat
D
Ojmjakom minder neerslagverschillen

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Zoek het op in de atlas

Slide 20 - Slide

Omjakom
Chatanga

Slide 21 - Slide

Waarom valt in beide plaatsen weinig neerslag in de winter?
- de oorzaak
A
Dan is er veel hoge druk, en stijgende lucht
B
Dan is er veel hoge druk met dalende lucht
C
Dan is er veel lage druk, met dalende lucht
D
Dan is er veel lage druk, met stijgende lucht

Slide 22 - Quiz

Wat gebeurt er in lager in de atmosfeer als de lucht daalt?
A
Condensatie door het warmer worden
B
Verdamping door het warmer worden
C
Condensatie door het kouder worden
D
Verdamping door het kouder worden

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Waarom kouder in Ojmjakon?

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Waarom is het kouder in de winter in Ojmjakom (2x)?
A
door de bergen ligt het hoger
B
door de ligging van de hoge drukgebieden
C
door de afstand tot de zee
D
door de ligging van de lage drukgebieden

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Het gaat in deze vraag om
A
de invloed van gebergten
B
de invloed van land/zeeverdeling
C
de invloed van de Noordelijke IJszee
D
de seizoensinvloed

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Slide

In de zomer is het warmer door... (2x)
A
de grote landmassa
B
de lage breedteligging
C
de invloed van de zee
D
de hoge breedteligging

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Zoek het op in de atlas

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

De vegetatiezone die door opwarming minder voor zal komen is de ....
A
taiga
B
boreale zone
C
toendra
D
steppe

Slide 40 - Quiz

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Wat is de oorzaak voor het drassig zijn in het voorjaar
A
dan regent het veel
B
ondergrond ontdooit, bovengrond is bevroren
C
de sneeuw en de bodem smelten dan
D
bovengrond ontdooit, ondergrond is bevroren

Slide 43 - Quiz

Wat is het gevolg daarvan?
A
veel afvoer van water
B
het water zakt de bodem in
C
de ondergrond wordt verzadigd
D
het water kan niet wegzakken

Slide 44 - Quiz

Slide 45 - Slide

Evaluatie
  • Welke drie vuistregels gebruik je voor klimaten?
  • Welke twee dynamieken beïnvloeden klimaten?
  • Wat heb je geleerd van de opgave Siberië?

Slide 46 - Slide