Wat weet je al?(opdracht 1)
Werk in een groepje van drie.
Neem een leeg blaadje.
• De docent zet een timer op twee minuten.
• Bedenk zoveel mogelijk woorden die beginnen met een ‘e’.
• Alles mag, alle woorden die met een ‘e’ beginnen zijn goed!
Noem om de beurt een woord van je blaadje.
• Als een andere leerling het woord ook heeft opgeschreven, zet je allebei een streep door het woord.
• Hebben jullie alle woorden genoemd? Tel nu de woorden die niet doorgestreept zijn.
• Wie de meeste woorden heeft, heeft gewonnen!
• Bewaar je blaadje. Je hebt het straks nog nodig.