This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
WELKOM
3 Kader
Welkom
1TL
Slide 1 - Slide
Afspraken
Mobiel in de bak.
Als de docent praat, luisteren we.
Als we iets willen zeggen of antwoord geven, steken we onze hand op.
We luisteren als een medeleerling een vraag stelt.
We doen mee in de les.
We maken ons huiswerk.
Slide 2 - Slide
Programma van de les
Programma:
Opening
Aanwezigheid
Afspraken
Woordenschat Hoofdstuk 5
Afsluiting
Lesdoel:
Ik kan de betekenis van een onbekend woord vinden met behulp van een bekend woorddeel
Slide 3 - Slide
Allereerst...
Is iedereen aanwezig?
Slide 4 - Slide
Doel
Ik kan de betekenis van een onbekend woord vinden met behulp van een bekend woorddeel.
Slide 5 - Slide
Woordenschat H5
'een bekend woorddeel zoeken'
Slide 6 - Slide
De vijf woordraadstrategieën
Zoek naar een synoniem
Omschrijving van het woord
Voorbeeld
Tegenstelling
Bekend woorddeel
Slide 7 - Slide
0
Slide 8 - Video
Een bekend woorddeel zoeken
Als je de betekenis van een woord niet kent, kun je op zoek gaan naar een bekend deel van het woord (woorddeel)
Dit kan bij:
Woorden die samengesteld zijn (inkoopmedewerker)
Woorden met een voorvoegsel (ongezond)
Achtervoegsel (naamloos)
Slide 9 - Slide
Zo zoek je een bekend woorddeel
Kijk welke delen van het woord jij al kent.
Kijk of er een voorvoegsel voor het woord staat, bijvoorbeeld: on-, ont-, her-.
Kijk of er een achtervoegsel achter het woord staat, bijvoorbeeld: -vol, -loos.
Slide 10 - Slide
Een bekend woorddeel zoeken
Als je de betekenis van een woord niet kent, kun je op zoek gaan naar een bekend deel van het woord.
Dan kan bij:
- Woorden die zijn samengesteld uit twee woorden. Bijvoorbeeld: inkoopmedewerker.
Je kent het woord inkoop en het woord medewerker. Een inkoopmedewerker is dus iemand in het bedrijf die meehelpt met de inkoop.
- Woorden met een voorvoegsel. Bijvoorbeeld: ongezond. Je weet dat -on hetzelfde is als niet of zonder. Ongezond betekent dus: niet gezond
- Woorden met een achtervoegsel. Bijvoorbeeld: naamloos. Je weet dat -loos hetzelfde is als zonder. Naamloos betekent dus dat iets zonder naam, het heeft geen naam.
Hoe een bekend woorddeel zoeken?
Kijk welke delen van het woord jij al kent
Kijk of er een voorvoegsel voor het woord staat, bijvoorbeeld: on-, ont-, her-
Kijk of er een achtervoegsel achter het woord staat, bijvoorbeeld -vol, -loos
Slide 11 - Slide
Even oefenen
Slide 12 - Slide
Welke strategie wordt hier gebruikt? Als je op jezelf woont, krijg je te maken met allerlei instanties, zoals verzekeringsmaatschappijen, banken en scholen.
A
synoniem
B
tegenstelling
C
voorbeeld
D
omschrijving
Slide 13 - Quiz
Vandaag heb ik amper tijd om boodschappen te doen, terwijl ik gisteren tijd over had.
A
tegenstelling
B
bekend woorddeel
C
omschrijving
Slide 14 - Quiz
Opdracht
Het voorvoegsel on- betekent niet of zonder.
Geef bij de volgende woorden aan of het woord niet of zonder betekent.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
onbegrip
A
niet
B
zonder
Slide 17 - Quiz
onbelangrijk
A
niet
B
zonder
Slide 18 - Quiz
ongeluk
A
niet
B
zonder
Slide 19 - Quiz
ongezond
A
niet
B
zonder
Slide 20 - Quiz
onhandig
A
niet
B
zonder
Slide 21 - Quiz
onrecht
A
niet
B
zonder
Slide 22 - Quiz
onschuld
A
niet
B
zonder
Slide 23 - Quiz
onvolledig
A
niet
B
zonder
Slide 24 - Quiz
Opdracht
Lees wat deze achtervoegsels betekenen:
- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op
Maak van de volgende woorden een nieuw woord met een achtervoegsel.
Slide 25 - Slide
adem
- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op
Slide 26 - Open question
bedelen
- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op
- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op
Slide 27 - Open question
leugen
- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op
- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op
Slide 28 - Open question
raadsel
- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op
- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op
Slide 29 - Open question
oost
- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op
- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op
Slide 30 - Open question
smaken
- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op
- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op
Slide 31 - Open question
tekenen
- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op
- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op
Slide 32 - Open question
treuzelen
- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op
- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op
Slide 33 - Open question
Welk woord is een samengesteld woord?
A
aardrijkskunde
B
broodmes
Slide 34 - Quiz
Welk woord heeft een voorvoegsel?
A
geklets
B
gezwam
C
oeverloos
D
misverstand
Slide 35 - Quiz
is het woordje 'on' in 'oneens' een voorvoegsel?
A
ja
B
nee
Slide 36 - Quiz
Een samenstelling bestaat uit:
A
een woord+ achtervoegsel
B
een woord+
voorvoegsel
C
een woord+woord
Slide 37 - Quiz
Wat betekent het voorvoegsel 'anti-'
A
tegen
B
voor
C
zonder
D
opnieuw
Slide 38 - Quiz
is het woordje 'vol' in 'respectvol' een achtervoegsel?
A
ja
B
nee
Slide 39 - Quiz
Het achtervoegsel -loos betekent....
A
Zonder
B
Groot
C
Negatief
D
Min
Slide 40 - Quiz
Samenvatting
Je weet dat je de betekenis van moeilijke woorden kunt vinden door een bekend woorddeel te zoeken.
Dit kan bij:
Samengestelde woorden (woorden die uit twee woorden bestaan.
Woorden met een voorvoegsel (on-, her-, ...)
Woorden met een achtervoegsel (-loos, -vol, ...)
Slide 41 - Slide
Huiswerk voor morgen
Maken H5 Oranje 'Woordenschat' -een bekend woorddeel zoeken Startopdracht en opdracht 1 t/m 4