Netwerken [UNDER CONSTRUCTION]

LOB

LOOPBAANBEGELEIDING
1 / 15
next
Slide 1: Slide
LOBMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

LOB

LOOPBAANBEGELEIDING

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Netwerken 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Je wilt aan het werk of je zoekt een BPV-plek. Maar hoe vind je een geschikte baan? In deze les leer je hoe je je netwerk gebruikt bij het zoeken naar een baan. 

Aan het einde van deze les:
  • Kun je uitleggen wat een netwerk is
  • Heb je onderzocht wie in jouw netwerk zitten
  • Kun je twee voorbeelden noemen van het inzetten van jouw netwerk bij het zoeken naar een baan
  • Kun je benoemen hoe je jouw netwerk kunt uitbreiden

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Stelling: Het is belangrijker wie jij kent, dan wie jij bent
A
Eens
B
Oneens

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Ongeveer de helft van de vacatures wordt via via vervuld
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Maar liefst 70% van alle vacatures zijn nergens zichtbaar en gaan via via (het netwerk).

Iedereen heeft een netwerk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Als je via je netwerk een baan wilt vinden, lukt dat het beste via mensen die je vaak ziet of spreekt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Het doel van netwerken is om elkaar te helpen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Netwerken kun je niet leren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is jouw ervaring? Heb jij weleens anderen geholpen? Of ben jij wel eens geholpen?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Netwerk
Je netwerk zijn al je connecties samen. 

Natuurlijk netwerk (dit netwerk heb je vanaf je geboorte en kies je niet zelf)
Sociaal netwerk (vrienden, kennisen en andere privé contacten)
Professionele netwerk (contacten via jouw werk of opleiding)



Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Bigger is better
Netwerken is het offline (persoonlijk) en online leggen en onderhouden van contacten die je verder kunnen helpen in je werk, je carrière en je privéleven.
Met een netwerk heb je allerlei mensen om je heen die jij om hulp kunt vragen en die ook jouw hulp kunnen inschakelen. Hoe groter en sterker je netwerk, hoe meer hulp je kan vragen én geven.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions


Oefening

Verdeel de klas in twee groepen: de netwerkgroep en de contactgroep.
De 'netwerkgroep' gaat bij de groep 'contacten' op zoek naar iemand die -->

 


  • Verstand heeft van een kapotte wasmachine
  • Kan helpen om een jongerenplek in jouw wijk te realiseren
  • Je zieke oma regelmatig kan bezoeken
  • Werkt bij de televisie
  • Bij het Ministerie van Onderwijs werkt
  • Koning Willem-Alexander een hand heeft gegeven

Hoeveel van de doelen zijn bereikt?




timer
10:00

Slide 13 - Slide

Hoe ging deze opdracht?
Welke positieve dingen hebben zij ervaren? Welke moeilijkheden zijn ze tegengekomen? Op welke
manier hebben zij dingen opgelost? Zijn zij dichter bij hun doel gekomen?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
• Schrijf zo concreet mogelijk op welk doel jij zou willen bereiken. Bijvoorbeeld: ik wil een stageplek bij bedrijf X. Of: ik wil mijn kennis over Y verbeteren. Of: ik zoek een bijbaan bij Z. 

• Teken op een papier een cirkel met daarin “Ik wil…” (jouw doel)
• Noteer rond de cirkel de mensen uit je netwerk die van belang zouden kunnen zijn voor het behalen van jouw doel. 
• Noteer bij iedereen op welke manier jij ervoor kunt zorgen dat ze iets voor jou gaan doen (bellen, contact leggen via iemand anders, mailen, etc.) 
• Schrijf twee concrete acties op die je de komende twee weken gaat uitvoeren. 
  • Voer de twee concrete acties uit!

Slide 15 - Slide

This item has no instructions