4.2 Jongeren als consument (KGT)

4.2
Reclame
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

4.2
Reclame

Slide 1 - Slide

To do
- Leerdoelen Paragraaf 4.2
- Uitleg paragraaf 4.2
- Zelfstandig aan de slag
            - opdrachten paragraaf 4.2
            - rekentrainer paragraaf 4.2
- Huiswerk paragraaf 4.2

Slide 2 - Slide

Bij het afsluiten van een verzekering gaat het om
A
Goederen
B
Diensten

Slide 3 - Quiz

Sommige producten zijn modegevoelig. Een wasknijper is:
A
zeer modegevoelig
B
een beetje modegevoelig
C
niet modegevoelig

Slide 4 - Quiz

Bij welke aankoop speelt smaak geen rol?
A
Een ring
B
Een scooter
C
Een zomerjas
D
Een treinkaartje

Slide 5 - Quiz

Reclame kan je aankopen beinvloeden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen hoe reclame werkt
  • Ik kan uitleggen waarom jongeren een belangrijke doelgroep zijn.
  • Ik kan beschrijven hoe reclame voor jongeren eruitziet.
  • Ik kan toelichten dat reclames niet misleidend mogen zijn.

Slide 7 - Slide

Een doelgroep is een groep consumenten (mensen) waaraan een bedrijf geld wil verdienen.
Wat is een doelgroep?

Slide 8 - Slide

Doelgroep = de groep mensen waar een verkoper zich op richt 

Jongeren zijn een belangrijke doelgroep, want:
• ze hebben samen veel geld te besteden;
• ze hebben invloed op veel uitgaven thuis;
• ze zijn de consumenten van de toekomst en blijven
vaak trouw aan merken.

Slide 9 - Slide


  • Waarom zijn jullie als 
      jongeren belangrijk 
      voor bedrijven?
VRAAG

Slide 10 - Slide

  • Uit onderzoek blijkt dat jongeren samen 
      het meeste te besteden hebben.
  • Jongeren zijn makkelijker te beïnvloeden
      met reclame.
  • Jongeren hebben ook veel invloed op de
      aankopen thuis.
  • Jongeren zijn vaak trouw aan een merk.
  • Jongeren zijn de toekomstige klanten van 
      het bedrijf.


Waarom zijn jullie belangrijk voor bedrijven?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Reclame met jongeren als doelgroep:
• heeft de sfeer waar jongeren van houden;
• staat op plaatsen of wordt uitgezonden op tijden
die opvallen bij jongeren.

Slide 13 - Slide

Reclames zijn misleidend als:
• ze onjuiste informatie geven;
• ze noodzakelijke informatie weglaten.

Slide 14 - Slide

Wanneer bedrijven een reclame bedenken richtten ze zich op de doelgroep.

Een scooterfabrikant zal zich eerder richtten op 16/17 jarigen, terwijl een snoepfabrikant zich eerder richt op 10 tot 14 jarige kinderen.
Reclame maken

Slide 15 - Slide

Bedrijven mogen reclames zo gek maken als ze zelf willen, zolang ze niemand misleiden.

Een reclame is misleidend als deze:
  • belangrijke informatie (bewust) weglaat.
  • onjuiste informatie geeft (als er gelogen wordt).
Misleidende reclame

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

De reclame code commissie controleert of iedereen zich netjes aan de regels houdt. 

Zij letten dus vooral op of een reclame geen leugens of onjuiste informatie bevat.
Reclame Code Commissie

Slide 18 - Slide

Jongeren hebben geen invloed op de uitgaven thuis
A
niet waar
B
waar

Slide 19 - Quiz

Welke bewering is juist?
A
Jongeren hebben meer geld te besteden, dan volwassenen.
B
Oudere mensen zijn een belangrijke doelgroep.
C
Niet ieder bedrijf heeft een doelgroep.
D
Reclame maken is vaak onnodig en duur.

Slide 20 - Quiz

Jongeren zijn voor bedrijven geen interessante doelgroep?
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

Bij welke van onderstaande producten zijn kinderen een belangrijke doelgroep
A
bloemen
B
krant
C
frisdrank
D
brood

Slide 22 - Quiz

Reclame is misleidend als er juiste informatie gegeven wordt
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quiz

Een groep consumenten waarvoor een product is bedoeld noem je een...
A
Reclamebureau
B
Consumentengroep
C
Doelgroep
D
Kopers

Slide 24 - Quiz

Wie behoort tot de doelgroep van speelgoedwinkels
A
Ouders
B
Kinderen
C
Ouders en kinderen
D
Opa's en oma's

Slide 25 - Quiz

4.2 Begrippen 
doelgroep
Groep consumenten waaraan een bedrijf geld wil verdienen 

commerciële reclame = Reclame dat aandacht 

ideële reclame = Reclame dat een goed idee wil verspreiden 

Slide 26 - Slide

Ik begrijp de uitleg van 4.2 en kan nu verder met de opdrachten uit het werkboek.
JA
NEE

Slide 27 - Poll

Aan de slag!
Maak paragraaf 4.2
Let op: schrijf berekeningen op!

Klaar? Dan mag je de opdrachten nakijken. 
Nagekeken? Dan maak je nu de rekentrainer van paragraaf 4.2
                                             
                                                      Volgende les: Paragraaf 4.2

Slide 28 - Slide