Toets 1MH H3 VERSIE A- aangevers

Grandes Lignes - Chapitre 3
Toets 1MH  Versie A

1 / 45
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Grandes Lignes - Chapitre 3
Toets 1MH  Versie A

Slide 1 - Slide

Instructie
Je hebt 40 minuten om de toets te maken.
Lees bij elke opdracht eerst de vraag , vul daarna het juiste antwoord in:
•     Kijk goed of je in het Nederlands of het Frans moet antwoorden
•     Invulvragen: vul het juiste antwoord in
•     Meerkeuzevragen: kruis het juiste antwoord aan
•     Gebruik geen accent punt komma's, apostrophe en hoofdletters......
Als je een vraag niet direct kunt beantwoorden, sla je die eerst even over.
Bekijk aan het einde van de toets de overgeslagen vragen.
                                                                                                                   Succes met de toets!

Slide 2 - Slide

1  Ecouter
A1:    Ik kan iemand begrijpen als hij langzaam en duidelijk    spreekt en ik genoeg tijd heb om bij mezelf na te gaan wat hij bedoelt.

Lees eerst de zinnen en luister daarna naar het fragment.

Kies het juiste antwoord .

Slide 3 - Slide

Mathilde en Djamel zitten in dezelfde klas.
6eH3V1
A
Vrai
B
Faux

Slide 4 - Quiz


Mathilde heeft vandaag drie vakken.
A
Vrai
B
Faux

Slide 5 - Quiz


Djamel vindt meerdere vakken makkelijk.
A
Vrai
B
Faux

Slide 6 - Quiz


Djamel is 13 jaar.
A
Vrai
B
Faux

Slide 7 - Quiz


Mathilde lacht Djamel uit omdat hij nog in de brugklas zit.
A
Vrai
B
Faux

Slide 8 - Quiz

2 Grammaire

    – Het bezittelijk voornaamwoord.


Slide 9 - Slide


A    Vul de juiste vorm van het bezittelijk voornaamwoord

Slide 10 - Slide

Le Français est (mijn) ......................... matière préférée.

Slide 11 - Open question

Je regarde des films avec (mijn) ....................... amis.

Slide 12 - Open question


(Zijn) ...................... copine est adorable.

Slide 13 - Open question

Ma tante parle souvent avec (haar) .......................... amie Zara.

Slide 14 - Open question

3 Phrases-clés
A1    Ik kan mijn eigen (school)gegevens invullen.

Slide 15 - Slide


A    Vertaal in het Frans.

Slide 16 - Slide


Ik houd van wiskunde

Slide 17 - Open question


Ik ben sterk in geschiedenis

Slide 18 - Open question


Ik heb hekel aan wiskunde

Slide 19 - Open question

4 Lire
A1    Ik kan een interview over school begrijpen.
A1 Ik ken woorden die te maken hebben met school en karaktereigenschappen.

Slide 20 - Slide

A    Lees de tekst op de volgende dia globaal door.

kies het juiste antwoord.

TEKST 1

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide


Chris is ......

A
Belgisch
B
Engels
C
Frans
D
Italiaans

Slide 23 - Quiz


Olivia is ......
A
13 jaar
B
12 jaar
C
14 jaar
D
11 jaar

Slide 24 - Quiz


Chris en Olivia vinden het vak Frans allebei
A
leuk
B
niet leuk

Slide 25 - Quiz


De leraar Frans van Olivia is
A
erg streng
B
grappig

Slide 26 - Quiz


Wie maakt altijd huiswerk?
A
Chris
B
Olivia

Slide 27 - Quiz


   Vertaal de onderstreepte woorden in de tekst .

Slide 28 - Slide


aimer

Slide 29 - Open question


sérieux

Slide 30 - Open question


paresseuse

Slide 31 - Open question


préférée

Slide 32 - Open question


la récré

Slide 33 - Open question

B    Lees de tekst op de volgende dia globaal door.

kies het juiste antwoord.

TEKST 2

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide


Jérémy vertelt........
A
Hoe het op school is.
B
Sinds wanneer hij naar deze school gaat.

Slide 36 - Quiz


Jérémy ........
A
heeft een kamer voor zichzelf.
B
deelt zijn kamer met iemand anders.

Slide 37 - Quiz


Jérémy woont in een internaat dat bij zijn school hoort.
A
vrai
B
faux

Slide 38 - Quiz


Jérémy kijkt vaak tv op zijn kamer.
A
vrai
B
faux

Slide 39 - Quiz


De kamers van de jongens en de meisjes zijn gescheiden.

A
vrai
B
faux

Slide 40 - Quiz


Jérémy ziet zijn ouders alleen tijdens de vakanties.

A
vrai
B
faux

Slide 41 - Quiz


Jérémy mist zijn vrienden erg.

A
vrai
B
faux

Slide 42 - Quiz


Waarom woont Jérémy in een internaat?

A
Omdat hij dat zelf graag wil.
B
Omdat zijn ouders te ver van school wonen.
C
Omdat zijn schoolcijfers niet goed waren.

Slide 43 - Quiz


Wat vindt Jérémy van wonen in een internaat?

A
Hij heeft het soms moeilijk, maar meestal bevalt het goed.
B
Hij vindt het leuker dan thuis wonen.
C
Hij zou het liefst meteen weer thuis willen wonen.

Slide 44 - Quiz


Einde van de toets
Vergeet niet in te leveren

Slide 45 - Slide