Identiteit Les 2: groepsidentiteit

• Burgerschap
• Secundair onderwijs

Identiteit Les 2: groepsidentiteit

Persoonlijke identiteit

Groepsidentiteit

familiale achtergrond

Persoonlijkheid

genderidentiteit

biologische factoren

culturele identiteit

nationale identiteit

levensbeschouwelijke identiteit

socio-economische groepen

Lesdoelen

• Ik kan de verschillende aspecten van groepsidentiteit uitleggen en een voorbeeld van geven.

Groepsidentiteit

• Sociale identiteit
• gevormd door contacten met anderen
• je bewustzijn tot een bepaalde groep te behoren
• Anderen behandelen je als lid van die groep

Anderen kunnen grote invloed op je identiteit hebben.

Groepsidentiteit

culturele identiteit

• nationale identiteit
• levensbeschouwelijke identiteit
• subculturen

socio-economische groepen

Nationale identiteit

= gevoel dat je tot een bepaald land of natie behoort.

Verbonden voelen met een groep mensen hoewel je die niet persoonlijk kent

Fragment

Met welke
nationaliteit voel
jij je verbonden?

Kan je je verbonden voelen met meerdere naties/landen?

Nee

ja

weet ik niet

Regionale en supranationale identiteit

Regionale identiteit: je voelt je verbonden met een bepaalde regio van een land

Supranationale identiteit: je voelt je verbonden met een bepaald deel van de wereld

Hoe uit jij dat je uit een
bepaalde regio komt?

Op welke manier heeft een andere cultuur ons beïnvloed? Geef een voorbeeld.

Levensbeschouwelijke identiteit

= gevoel dat je tot een bepaalde levensbeschouwing hoort

Welke
levensbeschouwing?

onderwijs.hetarchief.be

Waarom is je levensbeschouwing belangrijk voor je identiteit?

Subculturen

set van waarden en normen geuit in een specifieke kledijkeuze, muzieksmaak, taalgebruik die kunnen afwijken van dominante cultuur

Welke subculturen ken jij?

Socio-economische groepen

• sociaal-economische status bepaald je positie op de welvaartsladder
• factoren: inkomen, opleidingsniveau, buurt waar je woont, woning, ...
• Op basis van die factoren kan je in maatschappij groepen maken.

Mensen in armoede zijn daar zelf schuldig aan.

akkoord

niet akkoord