This lesson contains 25 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Goedemorgen klas 2C
Vandaag...
- stillezen
- woord van de dag
- Woordenschat hs 1
- zelfstandig werken
Slide 1 - Slide
timer
15:00
Slide 2 - Slide
ternauwernoodexclusieve
Slide 3 - Slide
Veel klassiekers zijn in een modern jasje gestoken. Monopoly, stratego, ganzenbord en
mens- erger- je- niet zijn met de tijd vernieuwd.
Slide 4 - Slide
Leerdoelen
- Ik kan de betekenis van een onbekend woord vinden
- Ik ken 6 woordraadstrategiën
Slide 5 - Slide
Woordenschat hs 1
Woordbetekenissen zoeken
- synoniem (ander woord met dezelfde betekenis)
- omschrijving
- voorbeeld
- tegenstelling
- bekend woorddeel
Slide 6 - Slide
Filmpje
Bekijk het filmpje over
woordraadstrategiën
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
SYNONIEM
Een synoniem is een woord dat wat betreft betekenis (ongeveer) gelijk is aan een of meer andere woorden.
Synoniemen zijn twee of meer verschillende woorden met (ongeveer) dezelfde betekenis.
Soms staat er een synoniem van een onbekend woord in de tekst, je kunt de betekenis van het onbekend woord dan raden.
Slide 9 - Slide
SYNONIEM
Een synoniem is een woord dat wat betreft betekenis (ongeveer) gelijk is aan een of meer andere woorden.
Synoniemen zijn twee of meer verschillende woorden met (ongeveer) dezelfde betekenis.
Soms staat er een synoniem van een onbekend woord in de tekst, je kunt de betekenis van het onbekend woord dan raden.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
OMSCHRIJVING
Een omschrijving is een woord of zijn woorden waarmee verteld wordt wat iets is.
Wanneer er in een tekst een omschrijving van een onbekend woord staat, kan de betekenis hieruit afgeleid worden.
Slide 13 - Slide
OMSCHRIJVING - voorbeelden
journalist = iemand die informatie verzamelt en openbaar maakt op internet, tv of krant
actualiteit -=alles wat op dit moment belangrijk is
Slide 14 - Slide
VOORBEELD
Voorbeelden worden in teksten soms gebruikt om onbekende woorden uit te leggen.
Door een voorbeeld in een tekstweet je meteen wat de schrijver bedoeld.
Voorbeelden kunnen voor of na de onbekende woorden worden gebruikt.
Slide 15 - Slide
VOORBEELD
Voorbeelden zijn te herkennen aan woorden als:
bijvoorbeeld, zo is er...., zoals, denk maar aan, neem, zo.
Vandalisme, zoals het vernielen van bushokjes, is een groot probleem in de stad.
Slide 16 - Slide
TEGENSTELLING
Tegenstelling zijn woorden die elkaars tegengestelde zijn. Soms kun je de betekenis van een onbekend woord raden, omdat de tegenstelling van dat woord in de tekst staat.
Woorden als maar, echter, toch en daarentegengeven aan dat er een tegenstelling wordt genoemd.
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
BEKEND WOORDDEEL
Soms kun je de betekenis van een onbekend woord begrijpen doordat je al een deel van het woord kent.
- samenstellingen
- woorden met voorvoegsel
- woorden met achtervoegsel
Slide 20 - Slide
WOORDENBOEK
Wanneer het niet lukt om op één van de genoemde manieren de betekenis van een onbekend woord te vinden,
zoek je (een deel) van het woord op in het woordenboek.
Kies dan wel de betekenis die bij de tekst past!
Slide 21 - Slide
BEKEND WOORDDEEL - voorbeeld
- samenstellingen: vleesvervanger. Je kent de woorden vlees en vervanger. Je kunt raden wat vleesvervanger betekent.
- woorden met voorvoegsel: ongezond. On betekent niet, dus ongezond betekent niet gezond.
- woorden met achtervoegsel: gevoelloos. -loos is hetzelfde als zonder. Gevoelloos betekent zonder gevoel.
Slide 22 - Slide
En nu...
-Maak in je schrift opdracht 1 t/m 6 van Woordenschat hs 1
- Kijk je antwoorden na (bestanden Teams)
- Leer de woordenlijst (bestanden Teams). Je kunt de woordenlijst bijvoorbeeld in Quizlet zetten.