Verhalen bij levensbeschouwing

Verhalen bij levensbeschouwing
1 / 23
next
Slide 1: Slide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Verhalen bij levensbeschouwing

Slide 1 - Slide

In de Bijbel en de Koran staan veel verhalen. Welke functies hebben deze verhalen?

A
orde aanbrengen in het leven en antwoorden geven op levensvragen
B
verbinden met verborgen lagen van de werkelijkheid
C
een nieuwe kijk op de werkelijkheid geven zodat je daarnaar kunt handelen
D
alle genoemde functies

Slide 2 - Quiz

Wat is geen kenmerk van levensbeschouwelijke verhalen?
A
Het is een groepsverhaal
B
Het gaat om héél belangrijke ervaringen
C
Het hoort altijd bij een geloof
D
Er komen levensvragen en antwoorden in voor

Slide 3 - Quiz

Wat is de boodschap van een verhaal?
A
Levensles of wijze les
B
Kerngedachte van de schrijver
C
Hoe gedragen mensen zich? Hoe moet je je gedragen?
D
Allemaal waar

Slide 4 - Quiz


Hoe noem je het het doorgeven van verhalen door te vertellen?
A
schriftelijke overlevering
B
mondelinge overlevering
C
het lezen van oude documenten
D
het bewaren van verhalen in boeken

Slide 5 - Quiz

Wat is een mythe?
A
Een verhaal met een historische achtergrond
B
Verhaal met helden in de hoofdrol
C
Een belangrijk verhaal voor volken of religies
D
Een belangrijk verhaal uit een heilig boek

Slide 6 - Quiz

Een mythe is een waargebeurd verhaal
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Wie spelen een rol in een mythe?
A
Kabouter, heksen of witte wieven.
B
Mythische wezens zoals het monster van Lochness.
C
Goden, half-goden of mythische wezens.
D
Heiligen.

Slide 8 - Quiz

Wat kunnen we leren van mythen?
A
Hoe het vroeger ging
B
Waargebeurde verhalen
C
Hoe het niet moet
D
Lessen over het leven

Slide 9 - Quiz

Waarom verzonnen Grieken mythen?
A
Omdat zij hielden van sterke verhalen bij het kampvuur
B
Om dingen uit de natuur te verklaren
C
Omdat zij hielden van verhalen verzinnen
D
Om te concurreren met de Egyptenaren

Slide 10 - Quiz

Bij heiligen horen verhalen. Welk verhaal hoort bij Sint Nicolaas?
A
Hij was altijd vrolijk en zong dan ook veel.
B
Hij gooide goudstukken in de schoenen van drie arme zussen.
C
Hij sprak vijf talen.
D
Hij is al ouder dan 400 jaar.

Slide 11 - Quiz

Hierboven zie je de symbolen die horen bij de 5 grootste religieuze levensbeschouwingen van dit moment.

Elke religie kent verhalen, die staan in hun heilige boeken. Sleep de titels van de heilige boeken naar de juiste levensbeschouwing.
Veda's
Bijbel
Koran
Pali Canon
TeNaCH

Slide 12 - Drag question

In de Bijbel staan veel verhalen. 
Bij de feestdagen horen ook verhalen uit de Bijbel.
Schuif dadelijk de juiste verhalen naar de juiste feestdagen. 

Slide 13 - Slide

Kerst
Goede vrijdag
Pink-
steren
Hemel-
vaart
Pasen
Uitstorting van de heilige Geest
Jezus' geboorte
Jezus' terugkeer naar de hemel
Jezus' kruisdood
Jezus' opstanding

Slide 14 - Drag question

Symbolisch
In levensbeschouwelijke verhalen komen vaak symbolen voor. 

Slide 15 - Slide

symbool
A
een beeld dat iets betekent
B
kunstwerk

Slide 16 - Quiz

Wat is het symbool van het Hindoeïsme?
A
B
C
D

Slide 17 - Quiz

Welk symbool is dit?
A
Pentagram
B
Peace
C
Infinity
D
Yin-Yang

Slide 18 - Quiz

Symbolisch taalgebruik
Een symbool laat dus een speciale betekenis zien.
Het gaat dus niet om de letterlijke betekenis.

Bij symbolisch taalgebruik is dat net zo. 
In levensbeschouwelijke verhalen kom je veel symbolisch taalgebruik tegen. 


Slide 19 - Slide

Symbolisch taalgebruik
A
is hetzelfde als letterlijk taalgebruik
B
gaat over emoties en belevenissen
C
bevat een speciale betekenis
D
kwam vroeger veel voor

Slide 20 - Quiz

In het verhaal dat Jezus over water loopt, is het taalgebruik ...
A
emotioneel
B
fantasierijk
C
letterlijk
D
symbolisch

Slide 21 - Quiz

Door het symbolische taalgebruik in de Bijbel, weet je dat je veel verhalen
A
niet letterlijk moet nemen en een speciale betekenis hebben
B
verzonnen zijn, maar wel heel waardevol zijn door wat ze mensen leren.
C
verzonnen zijn en een speciale betekenis hebben
D
niet letterlijk moet nemen, maar dat ze wel heel waardevol zijn.

Slide 22 - Quiz

Voor nu
Pak je boekje van levensbeschouwing erbij.

Blz 21 - 23 lezen en maken


Slide 23 - Slide