Diagnostische toets Elektriciteit

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Diagnostische toets

ELEKTRICITEIT

Elektriciteit gaat over:

Welke vloeistof geleidt stroom?

1. sla-olie
2. citroensap
3. zuiver water
4. wasbenzine

Welke energie omzetting vindt plaats in een batterij?

1. chemische in elektrisch
2. beweging in elektrisch
3. zonne-energie in elektrisch
4. beweging in warmte

koolstoflamp

Welke combinatie bevat een geleider?

1. hout-plastic-steen
2. zand-glas-kunststof
3. glas-ijzer-rubber
4. lucht-hout-plastic

Hoeveel spanning levert een autoaccu?

1. U = 230 V
2. U = 12 V
3. U = 4,5 V
4. U = 1,5 V

Welke 'bron' is geen spanningsbron?

1. batterij-accu
2. dynamo-generator
3. windmolen
4. zonnecellen

De spanning van een platte batterij is 4,5 V. Dit schrijven we als:

1. I = 4,5 V
2. S = 4,5 V
3. A = 4,5 V
4. U = 4,5 V

Welke soort(en) energie levert een lamp?

1. licht en warmte
2. alleen licht
3. alleen warmte
4. geen

Welke combinatie van grootheid en eenheid horen bij elkaar?

1. spanning en ampère
2. stroomsterkte en volt
3. spanning en volt
4. volt en ampère

Welke spanning levert het lichtnet?

1. U = 1,5 V
2. U = 12 V
3. U = 230 V
4. U = 4,5 V

Welke omzetting vindt er plaatst in een dynamo (generator)?

1. chemisch in elektrisch
2. beweging in elektrisch
3. zonne energie in elektrisch
4. elektrisch in chemisch en beweging

Welke eenheid hoort er bij spanning?

1. ampère
2. volt
3. ohm
4. watt

Geef een andere naam voor een voltmeter?

1. stroommeter
2. spanningsmeter
3. thermometer
4. ampèremeter

Welke stof is geen geleider?

1. ijzer
2. goud
3. kunststof
4. zink

De stroomsterkte (I = grootheid) is een maat voor het aantal elektrische deeltjes dat in een bepaalde tijd op een plek in de schakeling voorbij komt. De eenheid van stroomsterkte is de ampere (A).

Welke grootheid hoort bij de eenheid Ampère?

1. U
2. P
3. I
4. R

Welke energie vindt plaats in een zonnecel?

1. chemisch in elektrisch
2. beweging in elektrisch
3. zonne energie in elektrisch
4. warmte in elektrisch

Een lampje is aangesloten op een batterij van 12V en heeft een vermogen van 36W bereken de stroom door de lamp heen?

Dit plaatje is een voorbeeld van wat voor type schakeling?

In welke van deze schakeling zullen de lampjes het felste schijnen?

1. Links
2. Midden
3. Rechts
4. Allemaal even fel

Alle lampjes zijn gelijk aan elkaar. Welke spanning geeft de spanningsmeter aan?

1. 16V
2. 72V
3. 24V
4. 8V

De stroom door deze schakeling is 2,0A. Bereken het vermogen van 1 lampje.

Hoeveel is de stroom die door het rood omlijste lampje gaat?

1. 2,0A
2. 1,4A
3. 4,0A
4. 1,6A

Wat is het verschil tussen vermogen en spanning?

Op dit onderdeel moet ik nog gaan oefenen voor de komende toets voor natuurkunde