Getallen - leerdoel 4

Tekens
< is kleiner dan
> is groter dan

= is gelijk aan
  is niet gelijk aan 
  is ongeveer gelijk aan






GETALLEN
H2
1 / 20
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Tekens
< is kleiner dan
> is groter dan

= is gelijk aan
  is niet gelijk aan 
  is ongeveer gelijk aan






GETALLEN
H2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

na dit hoofdstuk kan je...

... de waarde van cijfers aangeven

... aangeven wat even en oneven getallen zijn

....rekenen met verhoudingstabellen

...rekenen met grote getallen

...rekenen met delers en veelvouden

...rekenen met som en verschil, product en quotiënt, 

...rekenen met breuken en decimale getallen

...rekenen met : groter dan, kleiner dan

...  je goed afronden

...  de rekenvolgorde goed gebruiken

... 



na dit hoofdstuk kun je...
... de waarde van cijfers aangeven
... aangeven wat even en oneven getallen zijn
....rekenen met verhoudingstabellen
...rekenen met grote getallen
...rekenen met delers en veelvouden
...rekenen met som en verschil, product en quotiënt, 
...rekenen met breuken en decimale getallen
...rekenen met : groter dan, kleiner dan
... je goed afronden
... de rekenvolgorde goed gebruiken


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

LEERDOELEN
LD 1
  
LD 2

LD 3

LD 4



- waarde van getallen 
- even/oneven; deler/veelvoud


 
- rekenen met decimale getallen


-  goed afronden


- bewerkingen en hun namen


- bewerkingen met negatieve / 
   positieve getallen
   
 - getallen vergelijken en tekens 
   gebruiken als: <  > =. ≠. 
   
  -bewerkingen met breuken,  
   vereenvoudigen, helen eruit, deel van  
   geheel uitrekenen;
  
- bewerkingen met niet-  gelijknamige      
   breuken.  
LD 5
  
LD 6

LD 7

LD 7H



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

LEERDOEL 4
Ik ken de bewerkingen en ken de wiskundige benamingen die erbij horen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Som en verschil


6+35=41
factor
factor
som
99-33=66
factor
factor
verschil
41 is de som van
de factoren 6 en 35
66 is het verschil van
de factoren 99 en 33

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Product en quotiënt


7x9=63
factor
factor
product
63:9=7
factor
factor
quotiënt
63 is het product van
de factoren 7 en 9
7 is het quotiënt van
de factoren 63 en 9

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De som van de factoren 6 en 3 =
A
18
B
2
C
9
D
3

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Het verschil van de factoren 6 en 3 =
A
18
B
2
C
9
D
3

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Het quotiënt van de factoren 6 en 3 =
A
18
B
2
C
9
D
3

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

bereken:  
van:  
Voer de bewerking uit van de eerste spinner, met de getallen van de tweede spinner. Geef het antwoord (als het nodig is) in een breuk en vereenvoudig zoveel mogelijk.

Slide 13 - Slide

positieve en negatieve getallen delen, vermenigvuldigen, optellen en aftrekken

REKENVOLGORDE
  1. tussen haakjes
  2. vermenigvuldigen en delen
    van links naar rechts 
  3. optellen en aftrekken
    van links naar rechts

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Rekenvolgorde
Hoe Komen Wij Van De Onvoldoendes Af

Haakjes wegwerken ( )
(Kwadrateren en Worteltrekken)
Vermenigvuldigen en Delen ( x en :)
Optellen en Aftrekken (+ en -)

Van LINKS naar RECHTS
Wat deze woorden. betekenen, leer je later in dit jaar - je hoeft ze nu nog niet te kennen!

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel is:
2 + ( 3 x 4 ) =
A
20
B
24
C
1,5
D
14

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel is:
12 : 2 x 3 + (5 - 2) =
A
5
B
9
C
18
D
21

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Het product van de factoren 6 en 3 =
A
18
B
2
C
9
D
3

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions