Op deze kaart zie je isobaren, kun jij aangeven waar een hoge- en waar aan lagedrukgebied ligt in Europa?
Windrichting:
Bij L -> wind stroomt er naartoe
Bij H -> wind stroomt er vanaf
1 / 18
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4
This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Op deze kaart zie je isobaren, kun jij aangeven waar een hoge- en waar aan lagedrukgebied ligt in Europa?
Windrichting:
Bij L -> wind stroomt er naartoe
Bij H -> wind stroomt er vanaf
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Luchtdruk:
Als lucht opwarmt zet het uit
Dus zijn er minder luchtdeeltjes
En is de lucht lichter
En is er dus sprake van een lagedrukgebied
(omgekeerde redenatie geldt voor koude lucht)
Slide 4 - Slide
Windrichtingen op aarde
Wind stroomt van H -> L
Let op: de aarde draait om zijn eigen as
Gevolg: wind heeft een afwijking!
Wet van Buys Ballot:
Noordelijk Halfrond: wind draait naar rechts
Zuidelijk Halfrond: wind draait naar links
Op de kaart zie je de grote windsystemen op aarde. Door de Wet van Buys Ballot krijgt wind een afwijking.
NH: afwijking naar rechts
ZH: afwijking naar links
Let op: ALTIJD KIJKEN MET DE WIND IN JE RUG!
Slide 5 - Slide
Zijaanzicht luchtdruk
Slide 6 - Slide
Luchtdruk
990 hPa = 80% kans op regen 1000 hPa = 70% kans op regen 1010 hPa = 40% kans op regen 1020hPa = 20% kans op regen 1030 hPa = 10% kans op regen Hoge luchtdruk = goed weer lage luchtdruk = slecht weer
Slide 7 - Slide
Barometer
Laat de plaatselijke luchtdruk zien
Gemiddelde druk op zeeniveau 1013 hPa
kan gemeten worden tussen tussen de 970 en 1050 hPa
Slide 8 - Slide
Werking barometer
in metalen doosje (wit op plaatje) is een erg lage luchtdruk
doosje wordt door luchtdruk ingedrukt
hoe verder ingedrukt, hoe hoger de luchtdruk in de buitenlucht
Slide 9 - Slide
Hoe hoger, hoe minder luchtdruk
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Klimaat: Luchtdruk
Slide 12 - Slide
Het land warmt op. De lucht zet uit en wordt lichter dan de omgeving
Omdat de lucht lichter is dan de omgeving stijgt deze op
Hier is het koud. De lucht koelt af en krimpt.
De koelere zwaardere lucht daalt
Slide 13 - Drag question
Lage luchtdruk
Hoge luchtdruk
Slide 14 - Drag question
Klimaat: Luchtdruk
Slide 15 - Slide
De lucht wordt opgewarmd
De lucht koelt af, waterdamp condenseert en er ontstaat bewolking
De waterdamp is al uit de lucht geregend
De lucht warmt op, waardoor de overgebleven waterdamp niet condenseert