Grammar chapter 1

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

The Past Simple:

Bij regelmatige ww                     Bij onregelmatige ww:

altijd het hele WW + ed              veranderen moet je leren

                                                     see - saw   / do - did 

Je gebruikt de Past Simple als je zeker 

weet dat iets in het verleden gebeurd is

en nu afgelopen is.

Vragen en ontkenningen:

Bij alle werkwoorden (regelmatig en onregelmatig) hetzelfde:

• Vragen:               Did + onderwerp + hele werkwoord
• Ontkenningen:  Onderwerp + didn't + hele werkwoord

Past Simple ontkennend en vragend maken:

hoe ziet een vragende zin in de verleden tijd er volgens jou uit?

1. Did + werkwoord
2. Did + ww + ed

hoe ziet een ontkennende zin in de verleden tijd er volgens jou uit?

1. Didn't + werkwoord + ed
2. Didn't + werkwoord

Hoe vorm je een vraag in de past simple?

did

onderwerp

heel werkwoord

?

Past Simple

Did

he

like

the movie?

Choose only one!

Past Simple

Did

he

close

the door?

closed

Past Simple - Signaalwoorden

In de zin staan vaak een tijdsbepaling van verleden tijd.

• yesterday
• last week
• ten minutes ago
• in 2007
• this morning
  

Je gebruikt de Past Simple als...

1. iets gebeurd is in de toekomst
2. iets iedere dag gebeurt
3. iets gebeurd is in het verleden en afgerond is
4. iets nog niet gebeurd is

Wat is de Past Simple van go

1. gone
2. went
3. goed
4. goes

Wat is de Past Simple van tell

1. told
2. tolded
3. telled
4. tolt

My sister .......... (play) the guitar last year.

They ....... (go) home after school yesterday.

wat is de goede zin (ontkennend)

1. I didn't walk the dog.
2. I didn't walked the dog.

Maak een goede vraagzin in de verleden tijd
'' You play tennis.''

1. Do you play tennis?
2. Did you played tennis?
3. Did you play tennis?

welke zin is goed, ontkennend in de vt.

1. He didn't see me yesterday.
2. He didn't saw me yesterday.

Maak ontkennend in past simple
I ______ (go) to the market yesterday.

1. I did go to the market.
2. I didn't go to the market.
3. I didn't went to the market.

clean

yesterday

He

didn't

his room

Did

did

got

didn't

did

Past Simple vragend
They bought a house.

1. Did they bought a house?
2. Did they buy a house?

Past Simple vragend
She went to school.

1. Did she went to school?
2. Did she go to school?

quiz

Zet de werkwoorden in de verleden tijd

past simple

irregular verbs

sommige werkwoorden veranderen in verleden tijd!

I see	I saw
they eat	they ate
she draws	she drew

Past Simple

Je zet een werkwoord in de verleden tijd 

door -ED achter de stam te plakken:

watch - watched

de verleden tijd van het werkwoord give is:

1. gives
2. gave
3. gaved
4. gift

Wat is de verleden tijd van het werkwoord: sleep

1. sleept
2. slept
3. sleeping
4. sleeps

Wat is de verleden tijd van het werkwoord 'take'

1. take
2. took
3. toke
4. taken

Wat is de verleden tijd van het werkwoord: bring

1. bringed
2. brings
3. brought
4. braught

De verleden tijd van het werkwoord eten

1. eat
2. aten
3. ate
4. eaten

Wat is de verleden tijd van het werkwoord 'play'?

1. plays
2. plaid
3. played
4. playd

Wat is de verleden tijd van het werkwoord 'go'?

1. goed
2. went
3. goes
4. wented

Wat is de verleden tijd van het werkwoord 'have'?

1. haved
2. haves
3. has
4. had

Ik begrijp de Past Simple

😒🙁😐🙂😃