Omdat:
Met omdat geef je een reden. Als iemand vraagt: waarom?, geef je antwoord met omdat. Het betekent hetzelfde als want, maar de volgorde van de zin is anders:
- Ik ga niet werken, want ik ben ziek.
- Ik ga niet werken, omdat ik ziek ben.
Als:
Als gebruik je wanneer iets gebeurt. Als iemand vraagt: wanneer?, geef je antwoord met als.
Vraag: Wanneer ga je naar dat restaurant?
Antwoord: als ik jarig ben