This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Wie bildet man die Ordinalzahlen?
( hoe maakt men de rangtelwoorden?)
1 t/m 19 ---> telwoord + te
Bijvoorbeeld:
negende = neunte
dertiende = dreizehnte
20 t/m ..... ---> telwoord + ste
vierentwintigste = vierundzwanzigste
dertigste = dreißigste
Uitzondering
eerste = erste
derde = dritte
zevende = siebte
achtste = achte