WK 42: les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!

Stilstaan bij hoe het gaat

Welke vragen heb je nog? Die kun je in het volgende scherm noteren.

Programma

- Lesdoelen doornemen + vooruitblik (5')

- Samenwerkingsopdracht (5')

- Instructie (5')

- Oefeningen maken (20') 

   --> weekopdrachten in It's

- Evaluatie (2')

              Lesdoelen

Aan het einde van deze les kun je..

- zes schrijfdoelen benoemen.

- zes tekstvormen benoemen. 

Deze week gaan we aan de slag met schrijven!

Schrijfdoelen

Een schrijver van een tekst heeft altijd een bepaalde bedoeling met zijn tekst.

Bedenk samen met je buurman/buurvrouw zoveel mogelijk schrijfdoelen. 

De zes tekstdoelen

Tekstvorm

Vaak kun je het doel van een tekst ontdekken door te herkennen wat voor tekstvorm het is.

Zoek samen met je buurman/buurvrouw minstens één tekstvorm bij ieder schrijfdoel.

Tekstsoort en doelen

Nieuwsbericht -> informeren
Recept -> uitleg geven

Column -> mening laten vormen 
Ingezonden brief -> overtuigen

Reclametekst -> overhalen
Stripverhaal -> amuseren

De schrijver wil je vermaken.
DOEL?

1. overtuigen
2. overhalen/activeren
3. uitleg geven
4. amuseren

De schrijver wil zijn mening geven.
DOEL?

1. uitleg geven
2. overtuigen
3. informeren
4. overhalen/activeren

De schrijver wil zeggen hoe je iets moet doen.
DOEL?

1. amuseren
2. uitleg geven
3. informeren
4. overtuigen

De schrijver wil dat je iets te weten komt.
DOEL?

1. informeren
2. overtuigen
3. overhalen/activeren
4. uitleg geven

De schrijver wil dat je iets wel of niet gaat doen.
DOEL?

1. overhalen/activeren
2. amuseren
3. instrueren
4. overtuigen

Zelf aan de slag!

• Ga naar It's Learning > map 'Schrijven'
  
• Download het document 'Opdrachten week 42' en sla het op als 'naam-klas-opdrachtenweek42'.
  

       - Basisopdrachten: opdr. 1 en 2 
       - Keuzeopdrachten: opdr. 3 of 4

• Let op! Het document met je uitwerkingen moet je vrijdag met mij delen via OneDrive! Houd het dus goed bij.