Grammatica par. 7 + Formuleren par. 4: beknopte bijzin

Programma


1) Nakijken huiswerk
2) Uitleg foutieve beknopte bijzin
3) Oefenen
4) Huiswerk/inzien toets
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Programma


1) Nakijken huiswerk
2) Uitleg foutieve beknopte bijzin
3) Oefenen
4) Huiswerk/inzien toets

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Je leert een beknopte bijzin  herkennen en je leert wanneer deze fout is en hoe je die dan kunt verbeteren.

Slide 2 - Slide

Huiswerk bespreken
Opdracht 1 en 3 van Grammatica paragraaf 7 op blz. 218-219.

Slide 3 - Slide

 (foutieve) beknopte bijzinnen
(Grammatica zinsdelen par. 7 +)
 Formuleren par. 4

Slide 4 - Slide

Beknopte bijzinnen
In een gewone bijzin staat een persoonsvorm en een onderwerp. 

Het verschil met een beknopte bijzin is dat daar geen persoonsvorm en geen onderwerp in staan. 

Slide 5 - Slide

Voorwaarde juiste beknopte bijzin
Als een beknopte bijzin een bijwoordelijke bepaling is,  mag deze alleen beknopt zijn als het onderwerp uit de hoofdzin overeenkomt met het onderwerp dat eigenlijk in de beknopte bijzin moet staan. Dit niet genoemde onderwerp noemen we het verzwegen onderwerp.   


Afgeleid door een reclamebord, botste ik tegen een stilstaande auto.
Wie was afgeleid?  Antwoord: 'Ik'. 'Ik' is ook het onderwerp van de hoofdzin. Het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin en het onderwerp van de hoofdzin komen overeen. Hier is dus sprake van een goede beknopte bijzin.

Slide 6 - Slide

Meer voorbeelden.
Op zijn rug in de hangmat liggend, las Achmed een tijdschrift.
Wie lag in de hangmat? --> Achmed.
Áchmed is ook het onderwerp van de hoofdzin, dus het komt overeen met het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin.

In de wetenschap toch niets te leren op school, spijbelde Wilco dagelijks.
Wie leerde niets ?--> Wilco. Wilco is ook het onderwerp van de hoofdzin, dus dat komt overeen met het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin.

Slide 7 - Slide

Foutief beknopte bijzin
Bij een foutief beknopte bijzin komen het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin en het onderwerp van de hoofdzin niet overeen. 

Je verbetert een foutief beknopte bijzin door:
1) de bijzin volledig uit te schrijven met een onderwerp en een persoonsvorm OF 
2) door het onderwerp van de hoofdzin te veranderen, zodat dit ow gelijk is aan het verzwegen ow.

Slide 8 - Slide

Voorbeeld foutief beknopte bijzin
Na een uur in de oven te hebben gestaan, smulden de gasten van de taart. 
Hilarisch zo'n zin!
Goed is: 
1) Nadat de taart een uur in de oven had gestaan, ...
Let bij het uitschrijven goed op de tijd van de hoofdzin (tt of vt) 
OF
2) Na een uur in de oven te hebben gestaan, werd de taart  door de smullende gasten opgegeten.

Slide 9 - Slide

Voorbeeld foutief beknopte bijzin
Roepend om zijn moeder, rende zij naar haar kind.

Slide 10 - Slide

Foutieve beknopte bijzin of een goede beknopte bijzin?

Eindelijk thuisgekomen, ging hij meteen naar bed.
A
Foutief
B
Goed

Slide 11 - Quiz

Foutieve beknopte bijzin of een goede beknopte bijzin?
Lopend naar de overkant, reed de auto hem bijna aan.


A
Foutief
B
Goed

Slide 12 - Quiz

Foutieve beknopte bijzin of een goede beknopte bijzin?

Na koffie gedronken te hebben, reed de bus verder.
A
Foutief
B
Goed

Slide 13 - Quiz

Foutieve beknopte bijzin of een goede beknopte bijzin?

Na gegeten te hebben, fietsten we weer verder.
A
Foutief
B
Goed

Slide 14 - Quiz

Schrijf de foutieve beknopte bijzin uit tot een volledige bijzin.

Lopend naar de overkant, reed de auto hem bijna aan.

Slide 15 - Open question

Verbeter nu de zin door de hoofdzin aan te passen.

Na koffie gedronken te hebben, reed de bus verder.

Slide 16 - Open question

Opdracht/huiswerk

Maak opdracht 1 en 3 van Formuleren par. 4 op blz. 236-237.

Slide 17 - Slide