Reptielen en Amfibieen

1 / 11
next
Slide 1: Slide
DierVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute n3Leerroute 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions


Ordes reptielen

  • Slangen
  • Hagedissen
  • Schildpadden
  • Krokodil-achtigen

Ordes Amfibieën 

  •  Kikkers
  • Padden
  • Salamanders

Slide 2 - Slide

Brughagedissen of tuatara's zijn reptielen die behoren tot de familie Sphenodontidae (vroeger: Rhynchocephalia) en het geslacht Sphenodon. Ondanks de naam en het hagedisachtige uiterlijk wordt de groep niet tot de orde schubreptielen gerekend - waartoe alle hagedissen behoren - maar vallen ze onder een aparte orde; de Sphenodontia. Ze vormen de enige nog bestaande afsplitsing van de evolutionaire tak die naar de moderne hagedissen voert. Daarvan getuigt de afwijkende anatomie die nog vele kenmerken vertoont die bij de hagedissen verdwenen zijn. De buikribben bijvoorbeeld zijn verbeend, net als bij vissen, een kenmerk dat bij alle viervoetige gewervelde dieren is verdwenen, behalve bij de krokodillen. Ook de schedel is gedurende 200 miljoen jaar niet veel veranderd. Brughagedissen worden door deze "primitieve" kenmerken wel levende fossielen genoemd.

KENMERKEN REPTIELEN:

  • Huid met harde, droge schubben en vervellen
  • Leven voornamelijk op het land
  • Ademen via longen
  • Koudbloedig
  •  Leggen eitjes met een leerachtige schaal

KENMERKEN AMFIBIEEN

  • Slijmachtige, gladde huid
  • Leven zowel op het land als in het water
  • Ademen als ze jong zijn door kieuwen en huid. Als ze volwassen zijn door longen en huid.  
  • Koudbloedig 
  • Ontwikkeling : Metamorfose 
  •  Leggen eitjes zonder schaal (slijmachtig omhulsel) 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Metamorfose
Amfibieën wel, reptielen niet
Een ander woord voor metamorfose is gedaantewisseling.  
 
Het woord zegt het al een dier wisselt van gedaante.  
Het gaat er dus helemaal anders uit zien dan dat het er nu uit ziet.  
Metamorfose: tijdens de metamorfose veranderen de lichaamsbouw en de leefwijze van het dier

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Volwassen kikkers
Eitjes worden door het vrouwtje gelegd in sloten als een dikke kluit. Dit noemen we ook wel kikkerdril.

In één kluit kunnen wel 3000 eitjes zitten!
Elk eitje is een geleiachtig omhulsel. In het omhulsel ontwikkelt zich een larve.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Koudbloedig
Koudbloedig wanneer de lichaamstemperatuur gelijk is aan  de omgevingstemperatuur. 

Hebben een wisselende lichaamstemperatuur.

Slide 6 - Slide

Koudbloeding;
Voordeel 1 - Minder afhankelijk van voedsel als energie leverancier
Voordeel 2 - Kan goed tegen temperatuurschommelingen 

Nadeel 1 - Kan niet jagen als hij niet warm is
Nadeel 2 - Is afhankelijk van de omgeving om op temperatuur te komen

Warmbloeding
Voordeel 1 - Constante temperatuur zodat/ waardoor activiteit constant mogelijk is. 
Voordeel 2 - Zelf lichaam beter op temperatuur houden

Nadeel 1 - Kan minder goed tegen temperatuurschommelingen 
Nadeel 2 - Verbruikt veel energie aan het warmhouden van het lichaam
 Salamanders



Een salamander is net zoals de kikker een amfibie. Dat betekent dat de salamander leeft op het land en in het water.

Salamanders hebben voor altijd een staart maar de kikker niet. Alleen een baby-kikker (kikkervisje) heeft een staartje.

Salamanders eten vooral kleine beestjes in het water zoals watervlooien. Salamanders zijn hun hele leven vleeseters. Ze eten wormen, sprinkhanen, kevers, naaktslakken en larven.


Padden

Padden eten o.a wormen, larven, spinnen, slakken en andere insecten. Als ze een lekker hapje zien, staren ze er geduldig naar en vangen hem dan met hun kleverige tong. Als ze nog een larve zijn eten ze ook waterplanten.

Kikkers
Als een kikker volwassen is eet hij allerlei verschillende soorten insecten, krekels, spinnen en slakken. Als larve eet de kikker ook waterplanten. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Zintuigen reptielen
Gezichtsvermogen:

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Gehoor en waarneming van trillingen:

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Orgaan van Jacobson
Als een slang zijn tong uitsteekt, vangt hij deze geurdeeltjes op. Door zijn tong weer in z’n bek te trekken, brengt hij de geurmoleculen naar een speciaal orgaan, bovenin z’n bek: het orgaan van Jacobsen. Dit orgaan geeft de deeltjes door aan de hersenen. En die sturen weer informatie aan de slang

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Link

This item has no instructions