Unit 5 - before test week

English
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

English

Slide 1 - Slide

Planning

1. Testweek
2. Writing explanation
3. Practise Writing
4. Reading Strategies
5. Practise Writing or Reading


Slide 2 - Slide

Test in testweek

Schrijfvaardigheid
* formulier invullen
* korte tekst schrijven

Leesvaardigheid

Slide 3 - Slide

Writing

Slide 4 - Slide

Writing tips
1. Lees de opdracht goed door
2. Gebruik de informatie die je krijgt
3. Volg de opdracht en maak de opdracht volledig
4. Check of je alles hebt gedaan

Slide 5 - Slide

Formulier
Surname : ____________________________                    Achternaam
First name : __________________________                     Voornaam
male / female : _______________________                     Man/vrouw
Date of birth : _________________________                   Geboortedatum


Slide 6 - Slide

Formulier
Street+ number: ________________            Straat + huisnummer
Postcode : ______________________           Postcode
Town : __________________________            Plaats
Country : _______________________            Land (let op! In het Engels)
E-mail : _________________________           E-mail

Slide 7 - Slide

Formulier
Languages I speak: ________________________ and _____________________

English, German, Dutch, French, Italian, Russian....

Slide 8 - Slide

Schrijfopdracht
- Vul het formulier in
- Vertel bij ‘This is me’ de volgende dingen over jezelf:
1. Stel jezelf voor (naam/leeftijd/woonplaats)
2. Hoe je eruit ziet (groot/klein – kleur ogen, kleur haar, bril, etc.) Noem tenminste 3 dingen.
3. Wat je hobby’s zijn. Noem er minstens 2 en beschrijf 1 hobby. Vertel ook wat jouw favoriete muziek is.
4. Vertel iets over jouw school (naam), in welke klas je zit en wat jouw favoriete vak is.
5. Wat je thuissituatie is (bijv. ouders, broers, zussen ) Noem er tenminste 2. Vertel of je een huisdier hebt.

timer
1:00

Slide 9 - Slide

Stel jezelf voor (naam, leeftijd & woonplaats)

Slide 10 - Open question

Stel jezelf voor (naam, leeftijd & woonplaats)
- My name is ......... 
- I am fourteen/fifteen years old.
- I am  a boy/girl from the Netherlands
- I live in ....

Slide 11 - Slide

Beschrijf hoe je eruit ziet (noem minimaal 2 dingen)

Slide 12 - Open question

Beschrijf hoe je eruit ziet (noem minimaal 2 dingen)
- I have got blonde/brown/red hair
- My eyes are blue/green/brown/grey
- I am (very) tall
- I wear glasses
- I have got a small nose

Slide 13 - Slide

Vertel iets over jouw school (naam), in welke klas je zit en wat jouw favoriete vak is.

Slide 14 - Open question

Vertel iets over jouw school (naam), in welke klas je zit en wat jouw favoriete vak is. 
- The name of my school is Vechtdal College.
- Ik zit in de 3e klas = I am in the third form / I'm in the second year...
- My favourite subjects are English, PE, Biology, Maths and Dutch

Slide 15 - Slide

Wat zijn je hobby’s? Noem er minstens 2 en beschrijf 1 hobby. 
- I love / I am interested in / My hobby is ....


Let op! Noemen vs. beschrijven

Slide 16 - Slide

Noem 2 dingen over je thuissituatie (bv. ouders, broers, zussen)
- I have got a sister and two brothers.
- I live with my mother.
- We have got a pet. It's a dog.

Slide 17 - Slide

Check elkaars opdracht
1. Inhoud volledig?
2. Kijk naar
* spelling
* woordgebruik
* andere foutjes
3. Geef elkaar feedback

Slide 18 - Slide

Reading strategies

Slide 19 - Slide

Stappenplan
Stap 1. bekijk de tekst - titel, plaatjes, introductie)
Stap 2. lees de vraag en de antwoorden - waar moet je op letten
Stap 3. lees de tekst
Stap 4. beantwoord de vraag

Slide 20 - Slide

Stap 1 - bekijk de tekst
- Lengte van de tekst. Dit is belangrijk om je leesstrategie te bepalen
- Kijk naar de titel; vaak wordt er een vraag gesteld over de titel, geeft informatie over de tekst
- Kijk naar afbeeldingen, kopjes (tussenkopjes), vetgedrukte woorden

Slide 21 - Slide

Stap 2 - lees de vraag
- multiple choice; let op! als er gevraagd wordt dat je 1 goed antwoord moet aangeven, dan moet je niet 2 aankruisen. 
- open vraag; beantwoord een openvraag kort en bondig. 
- invulvraag; let op de signaalwoorden; bijv. because= omdat= geeft reden 
- true or false vraag; geef aan wat waar of juist of niet waar of onjuist is. 

Slide 22 - Slide

Stap 3- Lees de tekst
Bij een korte tekst moet je de hele tekst lezen.
Bij een lange tekst wordt vaak bij de vraag aangegeven in welke alinea je het antwoord kan vinden.

Slide 23 - Slide

Word Guessing Strategies

  • context gebruiken 
  • herkenbaar uit een andere taal       kindergarten
  • het soort woord                                      switch
  • deel van het woord kennen               artificial
  • voor-/ achtervoegsel                            agree / disagree


 


Slide 24 - Slide

Stap 4 - beantwoord de vraag
Beantwoord de vraag en check of je het goede antwoord hebt gegeven. 

Slide 25 - Slide

Writing

Je stuurt een brief naar een Engelse student en praat over je school.
- Stel jezelf voor
- Leg uit hoe jouw dag op school eruit ziet
- Beschrijf je hobby's en je thuissituatie.

Klaar? Stuur het op in Teams voor feedback.
Reading


1. Kies een tekst
2. Lees de tekst en maak de vragen

Slide 26 - Slide

Toets bespreken

Slide 27 - Slide