De Medea deel 3 Met de hulp van Medea

1 / 22
next
Slide 1: Slide
LatijnSecundair onderwijs

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

De Medea deel 3 Met de hulp van Medea

Slide 2 - Slide

Welke rol zal Medea in het verhaal spelen, denk jij?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

R38-42
R38 Te testor, cara Circe Titania, te ducente sequor,
testari: als getuige aanroepen - Titania: titanendochter - sequi: volgen
et tua consilia me hortantur.
Haec ubi dicta sunt, precatur magam nunc sibi
                                                               maga: tovenares
maiora carmina, maiores vires immitere,
carmen: toverspreuk - venenum: toverdrank
nec contanta est notis venenis. 

Slide 6 - Slide

Wie is er aan het woord, vermoed je?

Slide 7 - Open question

R38-39 Welke klanken worden telkens herhaald?

Slide 8 - Open question

R38-39 Wat belooft Medea Circe?
A
Ik ga Jason een kopje kleiner maken.
B
Als jij me helpt, dan gehoorzaam ik jou.
C
Ik bied jou mijn driekoppige draak aan.
D
Sta mij bij met raad en daad.

Slide 9 - Quiz

R40-42 Welke smeekbedes wil Medea graag verhoord zien?
A
onzichtbare toverspreuken en krachten
B
immense toverspreuken en toverdranken
C
grotere toverspreuken en krachten
D
pijnlijke toverspreuken en toverdranken

Slide 10 - Quiz

R40 - 42 Welke grammaticale constructie volgt op precatur?

Slide 11 - Open question

R43-47 
Cingit vestem et silvas ingressa quaerit 
Caucasium florem e sanguine Prometheo ortum.
Hunc florem inter tristes nives alit ille sacer sanguis cum vultur,
                         nives: sneeuw - alere: voeden - vultur: gier
iecure adeso, evolat et guttae cadunt e rostro aperto. 
iecur: lever - adedere: aanvreten - gutta: druppel - cadere: vallen - rostrum: bek

Slide 12 - Slide

R43-44 Medea gaat op zoek naar het ultieme tovermiddel. Geef drie opeenvolgende handelingen.

Slide 13 - Open question

R45-47 Welke gruwelijke straf kreeg Prometheus te verduren, nadat hij het vuur aan de mensen geschonken had?

Slide 14 - Open question

R45- 47 Geef mij een opvallende zinsvolgorde:
A
... alit ille sacer sanguis
B
guttae cadunt
C
cadunt e rostro aperto

Slide 15 - Quiz

R48-52
Hunc durum florem, omnium florum potentissimum, falce metit
                                                                       falx: sikkel - mettere: oogsten
 Medea. Talibus venenis infelix filia contra suum regem se

 armavit et per noctem obscuram properavit ad Iasonem. 
cf arma                                cf obscuur

Slide 16 - Slide

R48 Omschrijf deze Kaukasische bloem zo uitgebreid mogelijk.

Slide 17 - Open question

R49 Hoe oogst Medea deze krachtige bloem?
A
met een mes
B
met een sikkel
C
dankzij Circe
D
vol moed

Slide 18 - Quiz

Wat is Medea met deze krachtige bloem van plan, denk je?

Slide 19 - Mind map

R50 Waarom is Medea 'infelix'?

Slide 20 - Open question

R50-52 Hoe wordt Medea's verraad t.o.v. haar vader in het Latijn beklemtoond?

Slide 21 - Open question

Oefentoets
1. Wie roept Medea als getuige aan? Waarom? 
2. Welke hulp roept Medea in?
3. Wat treft Medea in het bos aan? Omschrijf diens bijzonderheid.
4. Welk verraad pleegt Medea? 

Slide 22 - Slide