Lesson 11 23-9-24

Engels
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

Engels

Slide 1 - Slide

Today...

- Chapter 2 Getting started 
- Chapter 2 Getting started
- Blooket
- Next lesson

Slide 2 - Slide

Chapter 2
Log allemaal in op LessonUp!

Slide 3 - Slide

Time for school

Slide 4 - Mind map

Grammar
Woordvolgorde, ja en nee vragen, ontkenningen

Slide 5 - Slide

Woordvolgorde
Wie doet wat waar wanneer?

Tom walks to school every day.


Slide 6 - Slide

Woordvolgorde
Wie doet wat waar wanneer?

Tom walks to school every day.

(soms staat niet elke er in)
I eat pizza. 
Wie doet wat waar wanneer?

Slide 7 - Slide

Wie 
doet wat waar wanneer?
Sam
brings fresh eggs
to her grandmother
every Sunday.

Slide 8 - Drag question

Welke zin klopt?
Wie doet wat waar wanneer
A
My friends and I yesterday went to the cinema.
B
My friends and I went to the cinema yesterday.
C
Yesterday my friends and I to the cinema go.
D
To the cinema went my friends and I.

Slide 9 - Quiz

Maak af (schrijf de hele regel):
Wie doet wat........

Slide 10 - Open question

Zet de zin in de goede volgorde:
they / football / play / every / Saturday.

Slide 11 - Open question

Ja/nee vragen
Is she your mother?
Is he crazy? 

Slide 12 - Slide

Ja/nee
Bij een kort ja/nee-antwoord herhaal je het eerste werkwoord uit de vraag. Als het antwoord nee is, voeg je not of -n’t toe aan het werkwoord. Bijvoorbeeld: No, I do not.

Slide 13 - Slide

Is she your mother
Yes? Yes, she is.
No? No, she isn't
           No, she is not.

Slide 14 - Slide

Are you tired?
A
Yes, I'm
B
No, I am
C
Yes, I am not
D
Yes, I am

Slide 15 - Quiz

Does he like ice cream?
A
no, he does not
B
Yes, he does not.
C
Yes, he doesn't.
D
No, he doesn't.

Slide 16 - Quiz

Is he crazy?

Slide 17 - Open question

Get to work!
Chapter 2 Getting started
Ex. 2, 3, 4, 5
Finished? Revise theme words


Slide 18 - Slide

Blooket! :D 
https://dashboard.blooket.com/set/650fb12cc08ca69c08364b27

Slide 19 - Slide

Look around you...

Slide 20 - Slide

Next lesson...
- Finish chapter 2 Getting started.
- Next week: Chapter 2 A

Slide 21 - Slide

Past simple & past cont.
Past Simple: gebruik je voor afgeronde acties in het verleden.
Voorbeeld: I watched TV yesterday.
Past Continuous: gebruik je voor acties die bezig waren op een specifiek moment in het verleden.
Voorbeeld: I was watching TV when the phone rang.

Slide 22 - Slide