20231213 Mask BASVMBO leerjaar 1 Thema's pluriforme samenleving 6

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

BASVMBO

David Lindenaar

Docent burgerschap en maatschappijleer & -kunde bij de afdelingen:

Zorg, Vavo en Educatie

[e-mail]

Maatschappijkunde

AFSPRAKEN 

1. Kom op tijd.

2. Neem altijd jouw spullen mee. Je neemt elke les een opgeladen laptop, boek en pen mee.

3. Telefoon in de tas, dopjes uit, smartwatch verbinding uit.

4. Jas uit, tas van tafel en niet eten in de les.

5. Ben je er een les niet? Maak het huiswerk dan thuis. Gebruik de e-mail die ik elke les verstuur.

6. Sla geen vragen over en antwoord altijd met uitleg.

Maatschappijkunde: 

Thema's kgt examenkatern plu. sam.

LESSEN VOOR SO 2:

27-11: 1: Cultuur en identiteit

29-11: 2: De pluriforme samenleving

04-12: 3 Migratie naar Nederland

06-12: 4 Samenleven

11-12: 5 Integratie gaat niet 

vanzelf

13-12: 6 Maatschappelijke 

positie

  

LESSEN SO 3:

18-12: 1. De maatschappij en de politiek

20-12: 2. Rechtsstaat, democratie en dictatuur

08-01: 3. Politieke partijen

10-01: 4. Politieke stromingen

15-01: 5. Kabinet en regering

17-01: 6. Het parlement

Toetsweek 2: ma 29-01 t/m vrij 02-02

Terugblik op 11-12:

Les 5: 

Integratie gaat niet

vanzelf

5.1 Integratie verloopt in drie fasen

Integratie verloopt in drie fasen:

1. Autochtonen en nieuwkomers vermijden elkaar;
   
   
2. De groepen komen met elkaar in conflict;
   
   
3. De groepen aanvaarden dat ze met elkaar verder moeten.

5.1 Integratie verloopt in drie fasen

Verschillen per generatie:

• De eerste generatie

 Houdt nog sterk vast aan de eigen cultuur.

• De tweede generatie

 Groeit op tussen twee culturen.

• De derde generatie

 Voelen zich meer Nederlander.

5.2 Botsende waarden, normen en 

gewoonten

Spanningen door cultuur

  

Cultuur gaat over waarden, normen en gewoonten. Als mensen verschillende culturele achtergronden hebben, kunnen er spanningen ontstaan, bijvoorbeeld over:

Boerkaverbod

Meisjesbesnijdenis

Homoseksualiteit

Inenten

Uithuwelijken

5.2 Botsende waarden, normen en 

gewoonten

De invloed van geschiedenis

  

Er kunnen ook spanningen ontstaan door wat

er in het verleden is gebeurd. Denk aan:

Het slavernijverleden.

Politiek in het land van herkomst.

5.3 Wat is discriminatie?

Discriminatie: mensen in eenzelfde situatie anders behandelen, op grond van kenmerken die in die situatie niet van belang zijn.

Stereotype: een overdreven en ongenuanceerd beeld van een groep mensen.

Vooroordelen: oordelen over iemand of iets zonder dat je de feiten of de persoon kent.

5.3 Wat is discriminatie?

Veelvoorkomende vormen van discriminatie:

Racisme: discriminatie op grond van afkomst of huidskleur.

Uiterlijk: omdat je bijvoorbeeld overgewicht hebt of een tatoeage.

Sekse of seksuele geaardheid: het komt nog regelmatig voor dat homo’s worden uitgescholden of bedreigd. 

Seksisme is discrimineren op grond van geslacht.

5.3 Wat is discriminatie?

Veelvoorkomende vormen van discriminatie:

Leeftijd: voor mensen boven de 50 is het vaak lastiger  om een nieuwe baan te vinden.

Geloof: omdat je een hoofddoek draagt of een keppeltje, word je anders behandeld of buitengesloten.

Fysieke conditie: omdat je in een rolstoel zit, is het moeilijker om goed mee te doen in de maatschappij.

5.3 Wat is discriminatie?

Oorzaken van discriminatie:

• Mensen zoeken een zondebok: een persoon of groep die ze de schuld van iets kunnen geven.
  
  
• De ene groep vindt zichzelf beter vindt dan de andere groep.
  
  
• Sommige mensen zijn bang voor alles wat vreemd of onbekend is en wijzen dit af. Deze angst voor vreemdelingen noemen we xenofobie.

5.3 Wat is discriminatie?

Polarisatie: groepen komen in de samenleving tegenover elkaar te staan

Met sociale cohesie bedoelen we de mate waarin mensen zich verbonden voelen met elkaar.

Discriminatie is verboden. Door de Wet gelijke behandeling kan iedereen een klacht indienen bij het College voor de Rechten van de Mens.

Je kan discriminatie ook melden bij een antidiscriminatievoorziening (ADV) of de politie.

13-12: Les 6:

 Maatschappelijke positie

Lesdoel 13-12: 

Les 6: Maatschappelijke positie

• Maatschappelijke positie.
  
  
• Burgerschap.
  

DEZE WEEK MOET JE HET VOLGENDE AFRONDEN:

Les 6: Maatschappelijke positie

opdrachten 01 - 17 + Begrippen en samenvatting

Zelfwerktijd 13-12: 

Les 6: Maatschappelijke positie

Pagina  72 - 73: 

Begrippen en samenvatting

Les 6:

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

Begr

Samenv

Ben je klaar? Werk verder.

6.1 Hoe verklaar je verschillen in 

maatschappelijke positie?

Maatschappelijke positie: de plaats die je in de samenleving inneemt.

Sommige mensen hebben een lagere maatschappelijke positie.

Verklaringen:

• Taalachterstand
  
• Opleidingsniveau ouders
  
• Segregatie. Bijvoorbeeld een zwarte school: meer dan 12 procent kinderen met een migratie-achtergrond op een school. Op een witte school zitten voornamelijk autochtone kinderen.

6.2 Visies op burgerschap

• Juridisch of wettelijk burgerschap
  
• Sociologisch burgerschap
  
• Wereldburgerschap
  

Zelfwerktijd 13-12: 

Les 6: Maatschappelijke positie

Pagina  64 - 67: 

Vragen 01 - 05

Les 6:

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

Begr

Samenv

Ben je klaar? Werk verder.

6.2 Visies op burgerschap

Juridisch of wettelijk burgerschap: je bent een burger van een land op het moment dat je de nationaliteit hebt van dat land.

• In de samenleving zijn bepaalde waarden. Burgerschap betekent dat iedereen deze waarden accepteert.
  
  

Sociologisch burgerschap: wat vinden we als samenleving belangrijk voor onze burgers.

• Er bestaan verschillende waarden naast elkaar. Burgerschap betekent dat we elkaars verschillen erkennen en accepteren.

Zelfwerktijd 13-12: 

Les 6: Maatschappelijke positie

Pagina  67 - 68: 

Vragen 06 - 10

Les 6:

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

Begr

Samenv

Ben je klaar? Werk verder.

6.2 Visies op burgerschap

Wereldburgerschap: je leeft en denkt niet alleen vanuit je eigen cultuur, maar staat open voor invloeden van andere culturen.

• Burgerschap is niet gebonden aan een land: “De wereld is onze woonplaats”.

6.2 Visies op burgerschap

Actief burgerschap: Nederlandse burgers moeten zelf initiatief nemen en zorgen voor werk, voor een huis, voor hun gezondheid enzovoort.

Participatiesamenleving: samenleving waarin alle inwoners actief meedoen om te zorgen dat het goed gaat.

Inburgeren: iemand moet de taal, de geschiedenis, de cultuur en de regels rond wonen en werken leren van het land waar hij of zij gaat wonen

Zelfwerktijd 13-12: 

Les 6: Maatschappelijke positie

Pagina  69 - 71: 

Vragen 11 - 17

Les 6:

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

Begr

Samenv

Terugblik 13-12: 

Les 6: Maatschappelijke positie

• Maatschappelijke positie.
  
  
  
• Burgerschap.
  

DEZE WEEK MOET JE HET VOLGENDE AFRONDEN:

Les 6: Maatschappelijke positie

opdrachten 01 - x + Begrippen en samenvatting