VPK week 24 lj.2 periode 4





Kwetsbare oudere & Klinisch redeneren
Juni 2021, G9VPE
VPK week 24 lj.2 periode 4
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson





Kwetsbare oudere & Klinisch redeneren
Juni 2021, G9VPE
VPK week 24 lj.2 periode 4

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Mededelingen 
18 juni terugkoppeling cijfer integratieve toets

Maandag 21 juni 10.45u- 11.45u
 Gastles (gehele klas) 'zorg aan de overledene'
Lokaal No2.307A/B

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • De student kan uitleggen wat de term kwetsbare oudere inhoud.
  • De student kan de vijf geriatrische reuzen benoemen.
  • De student kan de begrippen Co morbiditeit en Multi morbiditeit uitleggen.
  • De student kan de eerste drie stappen van het klinisch redeneren toepassen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions



Maandag
  • Studietaak= afgerond
  • Deel 1: Probleemtaak 1 




Dinsdag
  • Deel 2: Korte terugblik: klinisch redeneren
  • Casus uitwerken aan de hand van klinisch redeneren.
  • Probleemtaak 2
  • Evt. starten studietaak week 25 (=huiswerk)
Lesopzet week 24

Slide 4 - Slide

This item has no instructions




Voorlichting, advies en instructie

Hoofdstuk 6: punten voor de branches
Paraaf 2: chronisch zieken

Branche thuiszorg
Hoofdstuk 17: ziekten van het hormoonstelsel
Paraaf 1: Diabetes Mellitus
Maken: Opdracht met score en open vragen
Verdieping: casus




Branche thuiszorg
Hoofdstuk 11: ziekten van het bewegingsapparaat
Paraaf 1: Reuma (m.u.v. 1.4)
Maken: de casus









Studietaak week 24
Vragen???

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Op 1 januari 2019 hadden 9,9 miljoen mensen in Nederland één of meer chronische aandoeningen. Dit komt overeen met 57% van de Nederlandse bevolking.

Slide 6 - Slide

Een ‘chronische aandoening’ is hier gedefinieerd als een aandoening waarbij over het algemeen geen uitzicht is op volledig herstel. 

Het percentage mensen met één of meer chronische aandoeningen is echter hoger op hogere leeftijd. Ruim 95% van de mensen van 75 jaar en ouder heeft ten minste één chronische aandoening. De prevalentie onder personen jonger dan 40 jaar is ruim 40%.
De term kwetsbare oudere geldt voor iedere oudere zorgvrager?
A
Ja klopt
B
Nee klopt niet

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Kwetsbare oudere
Kwetsbaarheid is geen diagnose, maar een aanduiding van een hoge kans op fysieke, psychische of sociale achteruitgang.

Slide 8 - Slide

Het begrip ‘kwetsbaarheid’ kent verschillende
definities. Het is geen ziekte, maar een verzameling risicofactoren.

Kwetsbare personen zijn vaker oud, hebben
meer dan één (chronische) aandoening (multimorbiditeit) (Boyd 2005), meer lichamelijke
beperkingen en een slechtere gepercipieerde
gezondheid (Avila-Funes 2008)

Screeningsinterventies om een verhoogd
risico op delirium, vallen, ondervoeding en
bestaande fysieke beperkingen vroegtijdig
te identificeren.
Ongeveer een derde van de kwetsbare ouderen leidt aan dementie; dit is dan ook een van de grote oorzaken van de kwetsbaarheid
Feit
Fabel

Slide 9 - Poll

This item has no instructions

Wat zijn de vijf geriatrische reuzen?

Slide 10 - Open question

geriatrische reuzen

Bij ouderen zien we naast de normale verouderingsprocessen ook een toename van speciale aandoeningen. Volgens F. Eulderink (1999) gaat het hierbij om de volgende vijf stoornissen die wel de geriatrische reuzen worden genoemd: (1) gestoorde mobiliteit, (2) gestoorde stabiliteit (vooral duizeligheid en vallen), (3) gestoorde communicatie (vooral door slechte horen en zien), (4) psychische stoornissen (zoals depressie en dementie) en (5) incontinentie.
Wat is comorbiditeit en wat is multimorbiditeit?

Slide 11 - Open question


Comorbiditeit: de aanwezigheid van een aandoening naast een primaire, centraal staande ziekte of aandoening. 

Multimorbiditeit: de aanwezigheid van twee of meer chronische aandoeningen waarbij de ene aandoening niet méér centraal staat dan een andere.

Multimorbiditeit
Iedere combinatie van twee of meer aandoeningen bij één persoon. is de algemene term voor het optreden van meer dan één (chronische) aandoening in één individu tijdens een bepaalde periode



multimorbiditeit
In 2019 hadden 5,4 miljoen mensen twee of meer chronische aandoeningen (multimorbiditeit). Dit komt overeen met 31% van de totale Nederlandse bevolking en met 54% van de mensen met ten minste één chronische ziekte.
Vanaf de leeftijd van 40 jaar neemt de prevalentie sterk toe. Van de mensen van 75 jaar en ouder heeft 86% meer dan één chronische aandoening. Meer vrouwen dan mannen
Dit zijn vormen van co morbiditeit. 
Hoe staan deze met elkaar in verbinding?
1. diabetes mellitus en coronaire hartziekten;
2. diabetes mellitus en gezichtsstoornissen;
3. coronaire hartziekten en COPD.
4. Hartfalen rechts en oedeem in de benen
5. Lekkende hartklep links en longontsteking
6. Parkinson en trager denken


Slide 12 - Slide

Elk subgroepje zoekt twee punten op en koppelt deze tijdens de les terug
Nog vragen...? 
Toepassingstaak 1

1. Wat houden de volgende begrippen in: comorbiditeit en multimorbiditeit?
2. Geef een voorbeeld(en) uit je BPV van zorgvragers met comorbiditeit en/ of multimorbiditeit?
3. Wat is je verpleegkundige rol bij deze zorgvragers?


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Deel 2 
Klinisch redeneren 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Mededelingen 
18 juni terugkoppeling cijfer integratieve toets

Maandag 21 juni 10.45u- 11.45u
 Gastles (gehele klas) 'zorg aan de overledene'
Lokaal No2.307A/B

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • De student kan uitleggen wat de term kwetsbare oudere inhoud.
  • De student kan de vijf geriatrische reuzen benoemen.
  • De student kan de begrippen Co morbiditeit en Multi morbiditeit uitleggen.
  • De student kan de eerste drie stappen van het klinisch redeneren toepassen.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions



Maandag
  • Studietaak= afgerond
  • Deel 1: Probleemtaak 1 




Dinsdag
  • Deel 2: Korte terugblik: klinisch redeneren
  • Casus uitwerken aan de hand van klinisch redeneren.
  • Probleemtaak 2
  • Evt. starten studietaak week 25 (=huiswerk)
Lesopzet week 24

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

Stap 1: Oriëntatie op de situatie, breng de situatie van de zorgvrager in kaart.
Je verzamelt informatie, voert een risicoanalyse uit en beslist of je de arts moet informeren. Gebruik hiervoor o.a. de redeneerhulp SBARR, EWS of een andere toepassende redeneerhulp…..

Stap 2: Mogelijke problemen in kaart brengen
Je denkt na over wat er aan de hand zou kunnen zijn, wat de belangrijke punten zijn waar mogelijk actie nodig is. Vragen die je hierbij kunt hanteren: Wat is er aan de hand? Wat is het gezondheidsprobleem? Wat zijn de gevolgen van het gezondheidsprobleem voor de zorgvrager? Wat is de oorzaak van het probleem? Is er een verband met andere problemen?

Stap 3: Aanvullende observaties en onderzoeken
Je verzamelt de informatie die je nodig hebt om een beslissing te kunnen nemen over de acties die nodig zijn. Vragen die je hierbij kunt hanteren: Wat wil je nog meer weten van en over de zorgvrager?
Wat moet er uitgezocht worden? Welke aanvullende onderzoeken zijn nodig?

Stap 4. Verpleegkundig beleid vaststellen
Je bedenkt welke doelen je wilt behalen en welke interventies daarop ingezet gaan worden.
Wat kunnen we eraan doen?

Stap 5. Het verloop monitoren
Je evalueert aan de hand van rapportages hoe de uitvoering verloopt. Je geeft de informatie kort en bondig weer.
Verloopt de zorg naar wens?
Welke complicaties kunnen optreden?
Wat zijn de risico’s?

Stap 6 Je kijkt terug op de situatie, je beslissingen en het verloop en denkt na wat je ervan geleerd hebt.
Wat heb ik van deze situatie geleerd?


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Vervolg toepassingstaak 1
  • Zie map; VPK week 24  voor de aangepaste casus mw Klomps
  • Werk aan de hand van de casus, in je subgroep, de eerste drie stappen van het klinisch redeneren uit.




Uitwerking: Klassikaal nabespreken Dinsdag derde VPK lesuur

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Casus klinische redeneren
Vandaag komt Sanne bij familie Klomps voor de dagelijkse zorg voor dhr. Klomps.
Sanne ziet dat mevrouw Klomps zich niet lekker voelt en vraagt dit na. Mevrouw Klomps geeft aan moe te zijn; haar echtgenoot is ’s nachts onrustig en daarom moet ze er een paar keer uit. Als ze eruit is, gaat ze ook plassen.
Wanneer Sanne dhr. Klomps geholpen heeft met het douchen en aankleden, ruimt mevrouw Klomps het vuile goed op en loopt met de was naar beneden en stopt het in de wasmachine. Als mevrouw Klomps terug komt, merkt Sanne dat ze buitenadem is, iets wat ze een paar weken geleden niet was. Wanneer Sanne hierna vraagt geeft mevrouw Klomps aan dat ze hier al een paar weken last van heeft. Mevrouw Klomps wimpelt het gesprek af en gaat weer naar haar man toe met een kopje koffie en koekje.
Sanne gaat naar kantoor, maar houdt toch een raar gevoel aan het gesprek over.
Wanneer Sanne de volgende dag weer bij dhr en mw Klomps komt voor de zorg van Dhr Klomps, merkt Sanne dat mw Klomps nog in bed ligt. Normaal gesproken zit mw Klomps al in de woonkamer met een kopje koffie op Sanne te wachten. Sanne besluit bij mevrouw Klomps te kijken.
Mw. vertelt dat zij pijn heeft tussen de schouderbladen en zich niet lekker voelt. Je hoort haar duidelijk en snel ademhalen. Ademhalingsfrequentie 28, pols 120/min, temp 38,1 graden, tensie onbekend. Mw Klomps is bij bewustzijn, maar je ziet aan haar gezicht dat ze zij zich niet lekker voelt.


Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Toepassingstaak 2
Werk uit in je subgroep

Zoek informatie op over reuma en diabetes mellitus aan de hand van onderstaande onderwerpen:

  • Reuma en symptomen
  • Reuma en medicatie
  • Reuma en dagbesteding
  • Reuma en zelfbeleving
  • Diabetes Mellitus en symptomen
  • Diabetes Mellitus en voeding
  • Diabetes Mellitus en medicatie (insuline)
  • Diabetes Mellitus en medicatie (tabletten)

Maak  van de onderwerpen een kortte samenvatting/ verslag, inleveren in Teams
Twee groepen koppelen klassikaal hun bevindingen terug  







Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Vragen? aan het werk!
Starten met vervolg toepassingstaak 1
  • Eerste 3 stappen klinisch redeneren (aangepaste casus, zie map teams)
  • (bij stap 3) werk de SBARR uit voor telefonisch contact met de arts

Klaar? Dan starten met toepassingstaak 2
Zoek informatie op over reuma en diabetes mellitus aan de hand van de beschreven onderwerpen bij taak 2: Hierover schrijf je een kort verslag/samenvatting.

Klaar met klinisch redeneren en het schrijven van een kort verslag/samenvatting --> dan starten met de studie taak week 25.
Nabespreken --> 14.15 uur (gezamenlijke chat)
Docent toevoegen aan de subgroep

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Bronnen
https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/chronische-aandoeningen-en-multimorbiditeit/cijfers-context/huidige-situatie#definities

https://www.vtv2018.nl/kwetsbare-ouderen

https://www.vmszorg.nl/wp-content/uploads/2017/11/web_2009.0104_praktijkgids_kwetsbare_ouderen.pdf

ZorgPad klinisch redeneren

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Welke redeneerhulpen ken je?

Slide 25 - Mind map

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

De klinische blik van verpleegkundigen is een soort intuïtie die opgebouwd is uit kennis en ervaring van de individuele verpleegkundige. Een klinische blik is altijd subjectief --> doormiddel van redeneren kun je het objectief onderbouwen

Slide 27 - Slide

This item has no instructions