This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
voorstelling
Attribuut
Accessoire
Personage
Portret Blikrichting
En Face
En profil
A trois-quart
Gebaar
Houding
Voorstelling
Wat zie je?
Op welke manier weergegeven?
Figuratief
Abstract
Geabstraheerd
Naar waarneming
Naar de fantasie
Realistisch
Geidealiseerd
Surrealistisch
Geënsceneerd
Kleding
Landschap
Onderwerp
Symbool
Thema
Vereenvoudigd
Vertellend
Uitdrukking
Verhaal
Stilleven
Genre
Idealiseren
Slide 1 - Slide
geabstraheerd
gestileerd
abstract
realistisch
Slide 2 - Drag question
figuratief
abstraheren
abstract
Slide 3 - Drag question
Stelt het iets voor? Dan is het ...
A
Gedetailleerd
B
Half- abstract
C
Figuratief
D
Abstract
Slide 4 - Quiz
Sleep de afbeeldingen naar het juiste begrip
Figuratief
Geabstraheerd
Slide 5 - Drag question
Tekst
Tekst
kies uit de begrippen
Tekst
figuratief
Abstract
Naar de
waarneming
Naar de
fantasie
portret
Stilleven
landschap
Slide 6 - Drag question
Tekst
figuratief
Abstract
Naar de
waarneming
Naar de
fantasie
portret
Stilleven
landschap
Slide 7 - Drag question
vul het ontbrekende woord in. .................... landschap
Slide 8 - Open question
figuratief
Abstract
Naar de
waarneming
Naar de
fantasie
portret
Stilleven
landschap
Slide 9 - Drag question
Een stilleven is
A
Hoop dingen bij elkaar
B
Voorwerpen in een groep
C
Een verzameling levenloze voorwerpen
D
Een rommelige tafel
Slide 10 - Quiz
Symbool: Een attribuut dat een bepaald idee voorstelt.
Slide 11 - Slide
Symbolen voor vergankelijkheid
Slide 12 - Mind map
allegorie
allegorie is een schilderij wat gemaakt word met een thema wat symbolische wijze wordt verbeeld.
Denk dan vooral aan deugden en ondeugden.
Slide 13 - Slide
Als je kijkt naar dit schilderij welk thema zie je?
Slide 14 - Open question
historiestuk
mytholgische voorstelling
religieuze voorstelling
Slide 15 - Drag question
historiestuk
genrestuk
(dagelijks leven)
vanitasstilleven
mythologische voorstelling
Slide 16 - Drag question
en profil / zijkant
en face / van voren
a trois quart / driekwart
Slide 17 - Drag question
realistisch
geidealiseerd
Slide 18 - Drag question
Wat is hier aan de hand?
Surrealisme
Slide 19 - Slide
een attribuut is een..........?
Slide 20 - Open question
clichebeeld
status
Slide 21 - Slide
Detail
stofuitdrukking
clichébeeld
Slide 22 - Drag question
Slide 23 - Slide
Welk begrip past bij deze voorstelling? Noem 3 manier op welke wijze er is gedeformeerd
Slide 24 - Open question
welk begrip hoort bij de voorstelling?
A
allegorie
B
genre
C
personificatie
D
odalisk ( harem)
Slide 25 - Quiz
aureool
mandorla
Slide 26 - Drag question
Christus, Maria, heiligen of bijbelse taferelen die strenge kopieervoorschriften hebben waar niet van af geweken mag worden.
ICOON
betekenis: gelijkenis
Slide 27 - Slide
Dit zijn spotprenten.
-Hoe noem je dit ook wel?
-Ben je het eens met het gebruik van spotprenten?
-Leg je antwoord/mening uit.
Slide 28 - Open question
Benoem
de volgorde.
1
2
3
A
1 =figuratief, 2=geometrisch, 3=expressief
B
1 =figuratief, 2=Abstract, 3=geabstraheerd
C
1 =figuratief, 2=geabstraheerd, 3=abstract
Slide 29 - Quiz
"Gestroomlijnd vormgegeven".
Leg in je eigen woorden uit wat dit betekent.
Slide 30 - Open question
Bij de vormgeving kijk je naar de ...
A
Materialen
B
Voorstelling
C
Beeldaspecten
D
Technieken
Slide 31 - Quiz
Een hart is een symbool voor de liefde.
-Noem een aspect van de voorstelling waardoor 'Hart' (RECHTS) niet meer helemaal voldoet aan zijn functie als liefdessymbool.
-Noem ook HET vormgevingsaspect waardoor dit komt.
A
Voorstelling: Het hart rechts is 3D
Vormgeving: het hart is blauw en dat klopt niet
B
Voorstelling: Er zijn voorwerpen (kwasten) op het hart rechts aangebracht.
Vormgeving: Het hart rechts is meer 3D dan het hart links.
C
Voorstelling: Het hart links is glad en het hart rechts niet.
Vormgeving: Het hart behoort niet 3D te zijn.
D
Voorstelling: Er zijn voorwerpen (kwasten) op het hart rechts aangebracht.
Vormgeving: Het hart rechts is niet rood en rood is de symboolkleur voor liefde.
Slide 32 - Quiz
Las meninas
Diego Velasquez
Op dit schilderij is veel te zien; toch heeft Velasquez ervoor gezorgd dat vooral het prinsesje Margarita opvalt.
Slide 33 - Slide
VORMGEVING
VOORSTELLING
Zij kijkt de beschouwer aan.
Zij staat op de voorgrond
Zij is ten voeten uit geschilderd.
Zij staat op de verticale middenas van het schilderij/bijna in het midden
Ze wordt niet overlapt door andere figuren
Ze wordt omringd door hofdames/-personeel, of: de figuren hebben hun blik gericht
op het prinsesje, of: de houding van de figuren is gewend naar het prinsesje.
ze vormt een licht/donkercontrast
met de rest van het schilderij.
Slide 34 - Drag question
Las meninas
Diego Velasquez
Op dit schilderij is veel te zien; toch heeft Velasquez ervoor gezorgd dat vooral het prinsesje Margarita opvalt.
• Noem drie manieren waarop hij ervoor gezorgd heeft dat het prinsesje opvalt.
Slide 35 - Slide
Op dit schilderij is veel te zien; toch heeft Velasquez ervoor gezorgd dat vooral het prinsesje Margarita opvalt. • Noem drie manieren waarop hij ervoor gezorgd heeft dat het prinsesje opvalt.
timer
1:00
Slide 36 - Open question
Slide 37 - Slide
De VOORSTELLING op afbeelding 1 vertoont overeenkomsten met de voorstelling op afbeelding 2. • Geef hiervan drie voorbeelden. BEGIN JE ZIN MET: "Op beide afbeeldingen....."
Slide 38 - Open question
Slide 39 - Slide
Slide 40 - Slide
Slide 41 - Slide
Ook de VORMGEVING van afbeelding 1 vertoont overeenkomsten met de vormgeving van afbeelding 3. • Leg dit uit aan de hand van twee aspecten van de vormgeving. BEGIN MET HET BEELDASPECT Beeldaspect: uitleg (kleur: beide afbeeldingen hebben..)
kleur
vorm
licht
ordening
lijn
vorm
textuur
Slide 42 - Open question
Slide 43 - Slide
Slide 44 - Slide
Vergelijk afbeelding 4 en 5. De voorstellingen lijken wel wat op elkaar. Maar duidelijk is dat Picasso het prinsesje van Velasquez niet zomaar heeft gekopieerd: hij heeft een heel eigen vormgeving gekozen. • Leg aan de hand van drie aspecten van de vormgeving uit dat Picasso heel anders heeft gewerkt dan Velasquez.