De Russen kwamen daarom in opstand. Ze wilden gelijkheid voor iedereen.
In 1917 kwam de leider van de revolutionairen, Vladimir Iljitsj Oeljanov ofwel Lenin, terug uit zijn ballingschap om de opstand te leiden.
De tsaar werd afgezet en vermoord. De communisten grepen de macht. In 1922 werd Rusland omgedoopt tot de Sovjet-Unie en bestuurd door één partij: de communistische partij.