10 januari 3.1 Machthebbers in Europa

Wat doen we vandaag?
  • Vragen toetsweek?
  • Hoofdstuk 3: Regenten en Vorsten
  • 3.1 Machthebbers in Europa
  • Opdrachten 3.1
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat doen we vandaag?
  • Vragen toetsweek?
  • Hoofdstuk 3: Regenten en Vorsten
  • 3.1 Machthebbers in Europa
  • Opdrachten 3.1

Slide 1 - Slide

Vragen toetsweek?

Slide 2 - Open question

3.1 Machthebbers in Europa

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
In deze paragraaf leer je...

  • hoe koning Lodewijk XIV het Franse gebied uitbreidde en zijn macht in Frankrijk vergrootte
  • hoe de Engelse koning minder machtig werd
  • hoe Nederland werd bestuurd

Slide 4 - Slide

Wat was in de 17e eeuw het grootste verschil in bestuur tussen de Republiek en de rest van Europa?

Slide 5 - Mind map

Planning H/V
  • Deze week wordt behandeld: Intro H3 en § 1 Machthebbers in Europa
  • Leerwerk: §3.1
  • Maakwerk: §3.1: opdracht
  • Havo/vwo Blz 62 opdracht 4
  • Wb 3.1 opdracht 1, 3b, 4, 6, 7
  • Vwo Verdieping (blz 86) opdracht 2

Slide 6 - Slide

Planning V
  • Deze week wordt behandeld: Intro H3 en § 1 Machthebbers
  • Leerwerk: §3.1
  • Maakwerk: §3.1: opdracht 1 t/m 12

Slide 7 - Slide

Aan de slag
  • Wat Maak de studievragen bij §3.1 op Itslearning
  • Hoe Gebruik de tekst ‘M achthebbers in Europa’ uit je informatieboek
  • Doel Je kunt uitleggen hoe Frankrijk, Engeland en de Republiek werden bestuurd in de 17e en 18e eeuw en wat de verschillen zijn
  • Hulp Je mag samenwerken (2-tallen)
  • Tijd 20 minuten
  • Klaar? Maak je huiswerk af.

Slide 8 - Slide

Franse Veroveringen
  • Lodewijk XIV was koning van Frankrijk van 1643 tot 1715
  • 1672: Franse leger valt De Republiek binnen
  • In Nederland staat dit bekend als het Rampjaar

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Lodewijk XIV
  • Lodewijk XIV werd de machtigste koning van Europa
  • Hij streefde naar absolutisme
  • Zijn macht kwam van God
  • Binnen Frankrijk kreeg hij problemen met de protestantse Hugenoten
  • Ministers mochten alleen adviseren

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

De Engelse koning
  • Behalve Lodewijk wilden ook de Engelse koning absolute macht
  • In de 17e eeuw had de koning veel conflicten met het parlement
  • 1649: tijdelijk een Republiek o.l.v. Oliver Cromwell
  • 1660: nieuwe Engelse koning belooft zich te houden aan de wetten van het parlement
  • Engeland werd hierdoor weer een monarchie
  • 1688: Glorious Revolution.
  • Stadhouder Willem III wordt koning van Engeland. 

Slide 13 - Slide

Hoe zat het met de Nederlanden?
Hoe zat het ook al weer met de Nederlanden?

Slide 14 - Slide

Het bestuur in de Republiek
  • Het hoogste bestuur in elk gewest: de Staten
  • De bestuurders: regenten
  • Alle steden werden bestuurd door een paar rijke families: oligarchie
  • De gewesten werken samen in de Staten-Generaal
  • Hoogste ambtenaar: raadpensionaris.
  • Dit was een soort minister-president

Slide 15 - Slide

Het bestuur in de Republiek
  •  Hoogste ambtenaar in de Republiek: Raadspensionaris 
  • een soort minister president.
  • Stadhouder, de baas van het leger

Slide 16 - Slide

De positie van de stashouder
  • De  Stadhouder was in dienst van de gewesten. 
  • Hij de baas van het leger en vloot.
  • Vaak was er onenigheid met de raadspensionaris.
  • 1650: Willem II wil de macht grijpen in Amsterdam: mislukt.
  • Na zijn dood: Stadhouderloos Tijdperk tot 1672, 

Slide 17 - Slide

Vul het schema in
Land
Bestuursvorm 17e/18 eeuw
Machthebber(s)
Voor-/nadelen
Engeland
Frankrijk
Nederland

Slide 18 - Slide

Leerdoelen
In deze paragraaf leer je...

  • hoe koning Lodewijk XIV het Franse gebied uitbreidde en zijn macht in Frankrijk vergrootte
  • hoe de Engelse koning minder machtig werd
  • hoe Nederland werd bestuurd

Slide 19 - Slide

Schrijf drie dingen op die je deze les geleerd hebt

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Aan het werk. 
  • Maak een samenvatting van 3.1.
  • Maak de vragen bij de introductie ( 1 t/m 5).
  • Maak de opdrachten bij 3.1, 1 t/m 4. 
Dit is ook huiswerk .

Slide 22 - Slide