This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 4
Een stroomkring maken
Spanningsbronnen
Schakelingen
Vermogen en energie
Slide 1 - Slide
Dit hoofdstuk
Aantekeningen maken
Schrift en boek
potlood en geodriehoek mee
Praktijktoets
Deze les
§ 4.1
uitleg + aantekeningen maken
HUISWERK - pak je agenda: mk en lr § 4.1 opdr 1 tm 10
Proef 1
Slide 2 - Slide
Volgende les
vooraf: § 4.1 een stroomkring maken af en lezen § 4.2
tijdens: uitleg, practicum en opdrachten maken
achteraf: opdrachten afronden en leren
Slide 3 - Slide
Stroomkring
Slide 4 - Slide
Leerdoelen
Na deze les kun je uitleggen hoe een stroomkring werkt, de onderdelen van een stroomkring benoemen, en het verschil tussen geleiders en isolatoren beschrijven en herkennen.
Slide 5 - Slide
Elektriciteit gevaarlijk?
Slide 6 - Slide
Deze les
Video
Uitleg
Aan de slag
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Opbouw stof
1
Slide 9 - Slide
Opbouw atoom
1
Slide 10 - Slide
Elektronenbeweging
1
2
Slide 11 - Slide
Stroomkring
Elektriciteit moet altijd helemaal rond kunnen stromen door een stroomkring
Als je een stroomkring onderbreekt, dan kan de elektriciteit niet meer stromen! En zal het lampje niet branden.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Een schakelaar kan een stroomkring makkelijk openen en sluiten
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Ampère meter
Slide 16 - Slide
Isolator
Lucht
Plastic
Hout
Keramiek
Glas
Geleider
Aluminium
Ijzer
Staal
Nikkel
Lood
Zink
Chroom
Koper
Slide 17 - Slide
Geleider
1
2
Slide 18 - Slide
Isolator
1
2
Slide 19 - Slide
Geleider & Isolator
Slide 20 - Slide
Stroomkring - schakelschema
Slide 21 - Slide
Stroomkring
Elektriciteit moet altijd helemaal rond kunnen stromen door een stroomkring.
Als je een stroomkring onderbreekt, dan kan de elektriciteit niet meer stromen!
Slide 22 - Slide
Een stroomkring moet gesloten zijn om
te kunnen werken. Een onderbroken
stroomkring werkt niet.
Slide 23 - Slide
Schakelaar
1
2
3
Slide 24 - Slide
Spanningsbronnen
2
3
Slide 25 - Slide
Schakelaar
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Omrekenen A naar mA
3 A = 3000 mA 25 mA = 0,025 A
Slide 28 - Slide
Omrekenen van ampere 7,289A.................mA
A
728900mA
B
7289 mA
C
0,7289mA
D
72,89mA
Slide 29 - Quiz
omrekenen van ampere. 1 A = ......... mA
A
10 mA
B
100 mA
C
1000 mA
D
0,1 mA
Slide 30 - Quiz
Omrekenen van ampere 10mA= ............A
A
1A
B
100A
C
0,010A
D
0,10A
Slide 31 - Quiz
Stroommeter (Amperemeter)
Slide 32 - Slide
Hoeveel Ampère staat aangegeven op de Ampèremeter?
A
2,2A
B
0,22A
C
0,022A
Slide 33 - Quiz
Sleep het apparaat naar de juiste functie
Vervoeren eleketrsiche energie
Levert elektrische energie
Zet elektrische energie om in licht en warmte
Draad/snoer
Batterij
Lamp
Slide 34 - Drag question
Wat kunnen geleiders?
timer
0:30
A
energie leveren
B
energie geleiden
C
laten slecht energie door
D
spanning opleveren
Slide 35 - Quiz
Voorbeeld van isolator
timer
0:30
A
koolstof
B
lucht
C
metalen
D
ijzer
Slide 36 - Quiz
Hoeveel geeft de Ampere meter aan
Slide 37 - Open question
Aan de slag - Huiswerk
Maken en leren § 4.1
Online, eerst tekst lezen, dan vraag beantwoorden.
Maak aantekeningen en samenvatting in je schrift.
Klaar? Proef 1 en proef 2
Na deze les kun je uitleggen hoe een stroomkring werkt, de onderdelen van een stroomkring benoemen, en het verschil tussen geleiders en isolatoren beschrijven en herkennen.