This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Les 3. Inwendige/uitwendige verwondingen
Verbandleer
Slide 1 - Slide
Snijwond
Bij een snijwond gaat het om een snee, bijvoorbeeld in je vinger of hand.
EHBO: spoelen en afdekken met pleister, dekverband of snelverband.
Bij ernstige snijwonden naar de arts (plakken of hechten)
Slide 2 - Slide
Schaafwond
Bij een schaafwond is de bovenste huidlaag, de opperhuid, weg geschaafd.
Slide 3 - Slide
Wat doe je bij een schaafwond?
Bij een schaafwond handel je als volgt.
Spoel de schaafwond schoon met lauw stromend water. Is er geen water in de buurt?
Droog de omgeving van de wond voorzichtig met een schone doek.
Bij grote schaafwonden dek je de wond af met een niet-verklevend steriel verband. Bij een kleine schaafwond hoeft dit niet. Een kleine schaafwond kun je aan de lucht laten drogen
Slide 4 - Slide
Wat voor wond zie je hier?
A
Brandwond
B
Schaafwond
C
Doorligwond
D
Snijwond
Slide 5 - Quiz
Welke graad brandwond is dit?
A
1e graads
B
2e graads
C
3e graads
D
4e graads
Slide 6 - Quiz
Wat is dit voor wond?
A
Snijwond
B
Brandwond
C
Schaafwond
D
Schuifwond
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Video
Verbandtrommel
Wat moet er in zitten
plichten van instelling
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Inwendige bloedingen
longbloeding:halfzittende houding
maagbloeding:opgetrokken knieen
Niet verplaatsen
112 bellen(geen water geven)
Slide 11 - Slide
Uitwendige bloedingen
Wat te doen bij: snijwond,schaafwond,brandwond,scheurwond
slagaderlijke bloeding
Slide 12 - Slide
Wond hygiëne
wond afspoelen onder de kraan
evt jodiumof steriele vloeistof erop
evt pleister plakken .
Slide 13 - Slide
Wonddrukverband
bij ernstige bloedingen
Nodig: ideaal zwachtel en snelverband
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Vinger verbinden /vingertop/vingerpleister
Slide 16 - Slide
vingertoppleister
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Slide 19 - Video
Slide 20 - Video
Slide 21 - Slide
Je laat een uitgepakt steriel gaasje op de grond vallen. Wat doe je?
A
Oprapen en doorgaan met verbinden
B
Je pakt een nieuw verband
C
Dan maar zonder steriel gaas verder gaan
D
Het gaasje afvegen en gewoon gebruiken
Slide 22 - Quiz
Waarom gebruik je soms Betadine Jodium?
A
Leuk rood kleurtje
B
Word het bloed mee verdund
C
Dood ziektekiemen
D
Spoelt de wond schoon
Slide 23 - Quiz
Waarom moet een slachtoffer altijd zitten of liggen?
A
Anders word het slachtoffer snel moe
B
Dan kan het slachtoffer uitrusten
C
Vanwege het gevaar van flauwvallen
D
Kun je de wond sneller vinden
Slide 24 - Quiz
Wat is er fout? Als iemand een bloedneus heeft dan...
A
laat je hem zitten in schrijfhouding
B
knijp je zijn neus 10 minuten dicht onder het tussenschot
C
als het bloeden stopt laat je hem zachtjes snuiten
D
moet je hem eerst gerust stellen
Slide 25 - Quiz
Een wonddrukverband wordt toegepast bij...
A
ernstig bloedende wonden
B
bij bijtwonden
C
bij snijwondjes
D
bij brandwonden
Slide 26 - Quiz
Welk onderdeel zit n aan een snelverband?
A
Watten
B
Sluitpleister
C
Hydrofiel gaas
D
Hydrofiele zwachtel
Slide 27 - Quiz
Waarom houd je een bloedende wond als het kan omhoog?
A
Dan word het bloeden minder
B
Dan zie je beter wat je doet
C
Dan kunnen er minder ziektekiemen binnen komen
D
Dan heb je meteen minder pijn
Slide 28 - Quiz
Iemand heeft een tweedegraads brandwond. Wat hoort niet bij eerste hulp
A
Koelen met lauw stromend water
B
Het slachtoffer gerust stellen
C
Na het koelen losjes met metallineverband verbinden
D
Een dikke laag koele brandzalf er op smeren
Slide 29 - Quiz
Waarom moet je voor iemand staan, als je aan zijn arm een verband aan legt?
A
Kun je zien of die persoon knap is
B
Dan kan die persoon zien wie jij bent
C
Dan kun je zien hoe die persoon reageert
D
Dan kan die persoon zien of je het goed doet
Slide 30 - Quiz
Als je iets uit een verbanddoos gebruikt, moet je.....
A
er voor betalen
B
de verbanddoos goed afsluiten
C
de spullen eerst ontsmetten
D
het materiaal meteen aanvullen
Slide 31 - Quiz
Waarom is een uitwendige wond gevaarlijk?
A
Er kunnen ziektekiemen naar binnen dringen
B
Er kan dan een harde korst op komen
C
Er kan veel vocht uit komen
D
Zo'n wond wordt makkelijk veel groter
Slide 32 - Quiz
Wat is de eerste hulp bij kneuzing of verstuiking van voet?
A
Koelen, drukverband aanleggen en rust en steun geven aan getroffen lichaamsdeel (ICE)
B
Kijken, koelen, sieraden verwijderen en rust en steun geven aan getroffen lichaamsdeel
C
Drukverband en mitella aanleggen
D
Koelen en rust en steun geven aan getroffen lichaamsdeel
Slide 33 - Quiz
Behandeling schaafwond wat doe je wel? Meerdere antwoorden zijn mogelijk
A
afspoelen met water
B
betadine gebruiken
C
afdekken met gaasje of pleister
D
zeggen:Stel je niet aan
Slide 34 - Quiz
Een diepe wond is .....
A
altijd pijnlijk
B
bloed veel
C
is niet pijnlijk
D
bloed weinig
Slide 35 - Quiz
Een bijtwond van dier en mens . Wat klopt?
A
van een dier is gevaarlijker
B
behandelen als schaafwond
C
van een mens is gevaarlijker
D
behandelen als snijwond
Slide 36 - Quiz
Wat doe je? Bij een gekneusde pols
A
Vraag het slachtoffer om de pols te bewegen. Zo test je of dit nog lukt.
B
Leg een draagdoek aan om steun te geven. Koel met ijs.
C
Alarmeer onmiddellijk 112.
D
Beweeg de pols van het slachtoffer op en neer om functies te testen.
Slide 37 - Quiz
Wat doe je?Bij een brandwond
A
Koel de brandwond af met water tot de pijn verzacht.
B
Ontsmet de brandwond met een ontsmettingsmiddel.
C
Smeer een verkoelende zalf, boter of tandpasta op de wond.
D
Wrijf over de wond met een ijsblokje.
Slide 38 - Quiz
Wat doe je bij een hard bloedende wond?
A
Ontsmet de wond met een ontsmettingsmiddel.
B
Laat het slachtoffer op de wond drukken met een drukverband.
C
Leg ijs op de wond. Dit zal de bloeding stelpen.
D
Laat de wond bloeden tot de bloeding vanzelf stopt.
Slide 39 - Quiz
Hoe kan je slagaderlijke bloeding van een aderlijke bloeding onderscheiden?
A
slagaderlijk bloed is helder rood, aderlijk donderrood
B
slagaderlijk bloed is donker rood, aderlijk bloed helder rood
C
als het veel is het een slagaderlijke bloeding
D
het verschil is alleen voor een arts te zien
Slide 40 - Quiz
als iemand een flinke bloeding heeft hou je het getroffen lichaamsdeel naar beneden.
A
waar
B
niet waar
C
nooit
Slide 41 - Quiz
Hoe kun je het beste een flinke bloeding stoppen?
A
lichaamsdeel hoog houden en afdrukken naast de wond
B
lichaamsdeel hoog houden en afdrukken in de wond
C
lichaamsdeel laag houden en afdrukken naast de wond