H3 §3 Hofstelsel online les

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Herhaling vorige les

H3 §2

Brugge --> middeleeuwse stad. Herken je aan de kleine huisjes het stratenpatroon, en de kerkjes.

Wat veranderde er na het verdwijnen van de Romeinen?

 - Bruggen en wegen verdwenen (geen onderhoud)

 - Het werd onveilig om te reizen (er was namelijk geen bescherming van het Romeinse leger) hierdoor verdween de handel

Europa werd weer een landbouw samenleving, wat houdt dat in?

Het Romeinse rijk was gevallen en er leefden overal allerlei stammen. 

Een Germaans volk wat al in het Romeinse Rijk leefden waren de Franken. (dit moet je onthouden) Nadat het Romeinse Rijk gevallen was, breidden de Franken hun macht langzaam uit. Uiteindelijk is het Frankische Rijk ontzettend groot geworden (dat was dus het eerste echte Rijk weer sinds het Romeinse Rijk) 

Uiteindelijk is het Frankische Rijk ontzettend groot geworden (dat was dus het eerste echte Rijk weer sinds het Romeinse Rijk) 

Na de val van het Romeinse Rijk breidden de Franken hun gebied uit

Koning Clovis was christen en kreeg steun van de geestelijken

Geestelijken waren belangrijk en konden lezen en schrijven

Koning Clovis wilde zijn rijk uitbreiden en kreeg daarbij steun van de leiders van de christelijke kerk. Zij vonden hem een goede koning, omdat hij christenen was geworden. In de nieuwe veroverde gebieden leefden heel veel christenen, zij vonden de geestelijken (de paus, bisschoppen, pastoors) belangrijke leiders. Bovendien konden de geestelijken lezen en schrijven. Dat was handig bij het besturen van een groot gebied. 

Hoofdstuk 3 §3 

Leven op het platteland

Hoe zag het leven op het platteland eruit?

1. Huis van de heer met boerderij en smit

2. Kerk

3. Land van de heer

4. Watermolen

5. Huizen van horigen boeren 

Een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.

Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden.

De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.

De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.

Dit is de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In de woningen ernaast woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.

Ook waren hier de stallen voor de dieren en boomgaarden.

Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof

Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.

Domein: Gebied waar 1 heer de baas was. Het bestond uit de hoeve van de heer, de woningen van de horigen 

én de landbouwgrond.

Domein: Gebied waar 1 heer de baas was. Het bestond uit de hoeve van de heer, de woningen van de horigen 

én de landbouwgrond.

Horige: Boer die geen eigen grond had, maar die moest werken op het land van de heer

Domein: Gebied waar 1 heer de baas was. Het bestond uit de hoeve van de heer, de woningen van de horigen 

én de landbouwgrond.

Horige: Boer die geen eigen grond had, maar die moest werken op het land van de heer

Herendiensten: werkzaamheden die horigen voor de heer moesten doen

Domein: Gebied waar 1 heer de baas was. Het bestond uit de hoeve van de heer, de woningen van de horigen 

én de landbouwgrond.

Horige: Boer die geen eigen grond had, maar die moest werken op het land van de heer

Herendiensten: werkzaamheden die horigen voor de heer moesten doen

Hofstelsel: systeem waarbij een heer de horigen in een gebied beschermde. Hij deed dit in ruil voor herendiensten en een deel van de opbrengst van het land. 

Domein

Waarom gaven de kleine boeren hun grond en vrijheid op?

1. Voor geld
2. Voor bescherming en veiligheid
3. Voor fame jwz toch
4. Tegen de eenzaamheid

Horige

Landheer

Domein

Noem een herendienst