Voorbereiding pww Thema 7 Handel

Als het bevolkingsaantal stijgt of daalt door geboorte of sterfte, heet dat?
A
Bevolkingscijfer
B
migratie
C
Natuurlijke bevolkingsgroei
D
Sociale bevolkingsgroei.
1 / 22
next
Slide 1: Quiz
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Als het bevolkingsaantal stijgt of daalt door geboorte of sterfte, heet dat?
A
Bevolkingscijfer
B
migratie
C
Natuurlijke bevolkingsgroei
D
Sociale bevolkingsgroei.

Slide 1 - Quiz

Wat betekent migratie?
A
Alles wat met het verhuizen van mensen te maken heeft.
B
Alles wat met communiceren te maken heeft.
C
Alles wat met conflicten te maken heeft.
D
Alles wat met hoofdpijn te maken heeft.

Slide 2 - Quiz

Wat is een republiek?
A
een land met een koning
B
een land met een president
C
een land zonder koning
D
een land zonder regering

Slide 3 - Quiz

Wat was de belangrijkste provincie van De Republiek?
A
Zeeland
B
Utrecht
C
Noord-Holland
D
Holland

Slide 4 - Quiz

Waarom groeide de economie in de 17e eeuw zo snel?
A
Amsterdam werd het Europees handelscentrum
B
Groei van de handel met het Oostzeegebied
C
Gunstige ligging aan het water
D
De boeren in de Republiek gingen steeds meer verbouwen

Slide 5 - Quiz

Koppel het begrip aan de juiste omschrijving
Verhuizen naar Nederland
Verhuizen uit Nederland naar het buitenland
Mensen vertrekken naar een ander land of regio om daar te gaan wonen
Immigratie
Emigratie
Migratie

Slide 6 - Drag question

WIC
VOC
VOC
VOC
WIC
WIC

Slide 7 - Drag question

"Een monopolie houdt in het alleenrecht om te handelen in een product"
A
Dat is waar
B
Dat is niet waar

Slide 8 - Quiz

Plantage
Kolonialisme
groot landbouw bedrijf
Er wordt 1 product verbouwd
Land is de baas over een ander land
geld verdienen aan een ander land

Slide 9 - Drag question

Sleep de werelddelen naar de juiste plek op de wereldkaart.
Europa
Europa
Oceanie (en Australie)
Oceanie
Afrika
Afrika
Azie
Azie
Zuid-Amerika
Zuid Amerika
Noord-Amerika
Noord Amerika

Slide 10 - Drag question

Juist of onjuist?
Een plantage is een groot landbouwbedrijf in de tropen, waar één bepaald product wordt verbouwd.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Welke bevolkingsgroep gebruikten de Spanjaarden als eerste als slaaf?
A
Slaven
B
Indianen
C
Afrikanen
D
Europeanen

Slide 12 - Quiz

Driehoekshandel WIC
Textiel en wapens
Slaven
Suiker, katoen en tabak

Slide 13 - Drag question

Wat is geen locatiefactor waar een bedrijf naar kijkt voor de vestiging van een hoofdkantoor?
A
Aanwezigheid van een stabiele regering
B
Opleiding van het personeel
C
Aanwezigheid van concurrenten
D
Aanwezigheid van goede wegen

Slide 14 - Quiz

Het BNP is:
A
Bruto Nationaal Product
B
Dat wat mensen samen in een land verdienen
C
Een product dat in een land gemaakt wordt
D
Het tegenovergestelde van Netto Product

Slide 15 - Quiz

Op welke afbeelding zie je natuurlijke katoen
A
B
C
D

Slide 16 - Quiz

Waarom worden onze spijkerbroeken vaak in China gemaakt?

Slide 17 - Open question

In het jaar 1600 was de relatieve afstand tussen Amsterdam en New York
A
Groter
B
Kleiner

Slide 18 - Quiz

Diensten:
A
tastbaar
B
niet tastbaar

Slide 19 - Quiz

PRODUCT
DIENST

Slide 20 - Drag question

Wat zijn kenmerken van multinationals? meerdere antwoorden mogelijk
A
is belangrijk voor de wereldhandel
B
zijn grote bedrijven
C
het hoofkantoor staat in een arm land
D
het heeft vestigingen in één land

Slide 21 - Quiz

Wat is een werkgever?
A
Iemand die bij een bedrijf/winkel werkt
B
Een bedrijf/winkel die werknemers in dienst heeft
C
Een leerling
D
Vakkenvuller

Slide 22 - Quiz