Kies eerst de TIJD waarin je de zin gaat schrijven (zoek tijdsaanduiding).
Kies dan het WERKWOORD en de PERSOON die je in die tijd zet.
Vervoeg 1 werkwoord per hoofd/bijzin.
Slide 2 - Slide
COMPRAR
Vervoegen
Presente
Presente
Perfecto
Pretérito
Indefinido
Yo compro pan todos los días.
Esta semana yo he comprado
pan.
Ayer yo compré pan.
Ik koop elke dag brood.
Deze week heb ik brood gekocht.
Gisteren kocht ik brood.
Slide 3 - Slide
COMER
Vervoegen
Presente
Presente
Perfecto
Pretérito
Indefinido
Yo como una hamburguesa cada semana
Hoy he comido una hamburguesa
La semana pasada yo comí una hamburguesa
Ik eet elke week een burger.
Vaandag heb ik een burger gegeten
Vorige week at ik een burger.
Slide 4 - Slide
ESCRIBIR
Vervoegen
Presente
Presente
Perfecto
Pretérito
Indefinido
Yo nunca escribo un correo electrónico.
Esta año yo he escrito
un correo electrónico.
Hace 2 meses yo escribí correo electrónico..
Ik schrijf nooit een
e-mail.
Dit jaar heb ik een e-mail geschreven.
Twee maanden schreef ik een e-mail.
Slide 5 - Slide
Zinnen schrijven TIPS
Stap 1: Begrijp het Verschil
De indefinido wordt gebruikt voor afgeronde acties in het verleden.
De pretérito perfecto wordt gebruikt voor recente gebeurtenissen of acties die nog steeds relevant zijn.
Slide 6 - Slide
Zinnen schrijven TIPS
Stap 2: Kies het Juiste Tijdsframe:
Denk na over het tijdsframe van je zin. Gebeurde de actie gisteren of vorige week? Kies dan waarschijnlijk de indefinido.
Is het iets dat deze week is gebeurd of nog steeds invloed heeft? Kies dan de pretérito perfecto.
Slide 7 - Slide
Zinnen schrijven TIPS
Oefen met het herkennen van tijdsaanduidingen die aangeven welke verleden tijd je moet gebruiken (bijv. ayer - gisteren, la semana pasada - vorige week, el año pasado - vorig jaar).
Slide 8 - Slide
Zinnen schrijven TIPS
Por ejemplo:
Hace 4 añosvisité Francia.
Slide 9 - Slide
Zinnen schrijven TIPS
Por ejemplo:
Este añohe comprado muchos zapatos.
Slide 10 - Slide
Zinnen schrijven TIPS
Stap 3: Pretérito Indefinido
Regelmatige werkwoorden:
Verander de uitgangen van het werkwoord op basis van de persoon: -é, -aste, -ó, -amos, -asteis, -aron.
Voorbeeld: "hablar" wordt "hablé", "hablaste", "habló", enz.
Onregelmatige werkwoorden:
Leer de onregelmatige vormen voor veelgebruikte werkwoorden zoals "ser," "ir," "hacer," etc.
Voorbeeld: "ser" wordt "fui" (ik was), "ir" wordt "fui" (ik ging), enz.
DE ONREGELMATIGE WERKWOORD ZIJN IN HET EINDE VAN HET BOEK.
Slide 11 - Slide
Zinnen schrijven TIPS
Stap 4: Presente Perfecto
Vorming:
Gebruik "he," "has," "ha," "hemos," "habéis," "han" (geconjugeerde vormen van "haber") + voltooide deelwoord van het hoofdwerkwoord.
Voorbeeld: "hablar" wordt "he hablado," "has hablado," "ha hablado," enz.
Onregelmatige werkwoorden:
Leer de onregelmatige vormen van "haber" en het voltooide deelwoord van veelgebruikte werkwoorden.
Voorbeeld: "decir" wordt "he dicho," "has dicho," "ha dicho," enz.K.
Slide 12 - Slide
Pretérito perfecto
Hoy he bebido café.
Este año (2024) he estudiado mucho.
Pretérito indefinido
Ayer bebí café.
El año pasado (2021) estudié mucho.
Slide 13 - Slide
¡Vamos a practicar!
Escribe una oración en cada tiempo según lo que ves en la imagen.