Lesson Tuesday 12 October

Daantje
Melda
Jette
Nicky
Merel
Fatima 
Mirza 
Isil 
Suemaya
Sanne 
Isa
Dilana
Shannon 
Valentino
Jayde
Betul
Camilo
Liam 
Talha
Carla
Amir
Sophie

Anthony 
Zehra 
Berkan
Emily

Nora
Dwayne 
Teacher 
Blackboard 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
English

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Daantje
Melda
Jette
Nicky
Merel
Fatima 
Mirza 
Isil 
Suemaya
Sanne 
Isa
Dilana
Shannon 
Valentino
Jayde
Betul
Camilo
Liam 
Talha
Carla
Amir
Sophie

Anthony 
Zehra 
Berkan
Emily

Nora
Dwayne 
Teacher 
Blackboard 

Slide 1 - Slide

Feedback 
Test unit 2 
I am proud of you, guys! Most of you did well during the test!
Some tips for unit 3:
  • follow the planner 
  • ask questions if you don't get anything 
  • learn & practise grammar !!!

Slide 2 - Slide

Your feeling about the test :
Easy-peasy
I could have done better
I know what went wrong, on it
I need more explanation or practice next time

Slide 3 - Poll

Now 
Let's look at some questions 
together!

Slide 4 - Slide

Practice EASY texts first
- Then one difficult exam text by yourself 
Check if you can find the answers 

Slide 5 - Slide

Text 1


The answer is ....

Slide 6 - Slide

Wat is de taak van de "parkeerfee"?
A
het bewaken van auto's van klanten
B
het bijvullen van parkeermeters van klanten
C
het inpakken van boodschappen voor klanten

Slide 7 - Quiz

Text 2
The answer is .a.

But how do you know it is .a.?
Which sentences contains the answer?
Hoe weet je dat? In welke zin staat dat?

Slide 8 - Slide

Waarom droegen vier jongens van de school een rok?
A
als grap op de laatste schooldag
B
als protest tegen saaie schooluniformen
C
als tegenprestaties voor een verloren weddenschap

Slide 9 - Quiz

Text 3
The answer is .a.

But how do you know it is .a.?
Which sentences contains the answer?
Hoe weet je dat? In welke zin staat dat?

Slide 10 - Slide

Op welke nieuwe manier kunnen apen bezoekers terugpesten?
A
lucht laten blazen
B
naar mensen spugen
C
van alles gooien

Slide 11 - Quiz

Reading
You get the answer first.
Find the sentence that supports the answer. 
 Zoek de zin die dat antwoord ondersteunt.
Answer by giving the first two words of the sentence. 
 Antwoord door de eerste twee woorden van de zin op te schrijven.

Slide 12 - Slide

Text 1
The answer is .b.

But how do you know it is .b.?
Which sentences contains the answer?
Hoe weet je dat? In welke zin staat dat?

Slide 13 - Slide

Hoe weet je dat het antwoord... is? In welke zin staat dat? Geef de eerste twee woorden

Slide 14 - Open question

Text 2
The answer is .a.

But how do you know it is .a.?
Which sentences contains the answer?
Hoe weet je dat? In welke zin staat dat?

Slide 15 - Slide

Hoe weet je dat het antwoord... is? In welke zin staat dat? Geef de eerste twee woorden

Slide 16 - Open question

Text 3
The answer is .a.

But how do you know it is .a.?
Which sentences contains the answer?
Hoe weet je dat? In welke zin staat dat?

Slide 17 - Slide

Hoe weet je dat het antwoord... is? In welke zin staat dat? Geef de eerste twee woorden

Slide 18 - Open question

TIPS
Read the question first 
Then read the text 
DON'T MAKE UP AN ANSWER, FIND IT IN THE TEXT
Try the questions Reading 1.6 (see the planning)

Slide 19 - Slide