Veelgemaakte fouten

Veelgemaakte fouten, 31 okt 2023
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1-4

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Veelgemaakte fouten, 31 okt 2023

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Me/mij/mijn, je/jou/jouw, u/uw
ons/onze



Wanneer je een bezit aangeeft (en dat bezit direct erachter staat) gebruik je mijn, jouw, uw. onze. 

Ik ben mijn laptop vergeten
Je bent jouw laptop vergeten
Dat is onze keuze

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat staat hier: zeg het in max 10 woorden...
Gezien het feit dat mij door onze administratie wordt medegedeeld dat u uw contributie die overeenkomstig het vermelde in de statuten artikel 13 pt.14, gesteld werd op € 35,- per jaar, met vermindering van de kosten, betrekking hebbend op verplichtingen die u ten aanzien van de vereniging in het afgelopen jaar had, dewelke volgens de door u ingediende declaratie een bedrag ad. € 7,50 bedroegen, nog niet hebt voldaan, moge ik u, rekenend op de medewerking uwerzijds, vriendelijk verzoeken het bovenvermelde bedrag, verminderd met het in het declaratieformulier genoemde bedrag, binnen veertien dagen na dagtekening dezes te storten op postrekening 85649, ten name van de penning meester van de vereniging, onder vermelding van het doel van de storting, hierbij aantekenend dat u het te storten bedrag met vierenveertig eurocent moet vermeerderen indien u na het laatstgenoemde tijdstip het bedrag per giro overmaakt; dit vanwege het feit dat ik na die datum, omdat dan de postkwitanties zijn verstuurd, voor de plicht sta dat ik aan de posterijen de inningskosten verschuldigd ben, die ten bedrage van de te vermeerderen somma zijn.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Ga is werken jij!

Slide 9 - Slide

Is/eens
Ga is werken jij!

Hij is niet zo slim
Ik ben weer 's naar de sportschool geweest.

's is een afkorting van eens. 

Slide 10 - Slide

De mensen, waarmee ik op vakantie ga, zijn mijn vrienden.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Als of dan
Gebruik 'als' bij vergelijkingen
Mijn scooter is net zo snel als die van jou.

Gebruik 'dan' bij een verschil
Seizoen 2 van die serie vind ik slechter dan seizoen 1
Ik denk dat ik beter in zingen ben dan jij

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Na of naar

Slide 16 - Slide