Monniken en kloosters

• Geschiedenis
• Basisschool
• Groep 5

Leven in kloosters: Geschiedenisles over de monniken en kloosters - groep 5

Wat weten jullie al over monniken en kloosters?

In welke tijd leefden de ridders en monniken?

Leerdoel

Aan het einde van deze les weten jullie wie de monniken waren en hoe zij leefden in kloosters.

Introduceer het leerdoel van de les.

Wat zijn monniken?

Monniken waren gelovige mensen die in kloosters leefden. Ze waren heel slim en schreven alles op in boeken.

Vraag de leerlingen of ze weten wat monniken zijn en introduceer het begrip. Benoem ook al dat ze heel veel aandacht besteedden aan het schrijven en aan het versieren van letters. Hier kan later in de les weer op teruggekomen worden.

Waarom leefden monniken in kloosters?

Monniken wilden hun leven aan God wijden en zich afzonderen van de wereld. Ze wilden ook studeren en boeken schrijven.

Vraag de leerlingen waarom ze denken dat monniken in kloosters leefden en leg uit.

Hoe leefden monniken in kloosters?

Monniken baden en zongen in de kapel, werkten in de tuin en de keuken, studeerden en schreven boeken.

Vraag de leerlingen hoe ze denken dat monniken leefden en leg uit.

Hoe zagen kloosters eruit?

Kloosters waren grote gebouwen met kamers voor de monniken, een kapel om te bidden, een keuken en een tuin om groenten te verbouwen.

Laat afbeeldingen zien van kloosters en leg uit hoe ze eruit zagen.

Bespreek het filmpje na. Wat waren de monniken aan het doen? Ze deden er heel lang over om een letter te schrijven, hoe kwam dat? Verklaring van het begrip monnikenwerk.

Wat betekent het woord 'monnikenwerk'?

1. Een taak die heel precies en geduldig moet worden uitgevoerd
2. Een taak die alleen door monniken mag worden uitgevoerd
3. Een taak die gevaarlijk is om uit te voeren
4. Een taak die snel afgeraffeld moet worden

Wat was een voordeel van de boekdrukkunst ten opzichte van het met de hand schrijven van boeken?

1. Boeken waren mooier en persoonlijker
2. Boeken waren duurder en exclusiever
3. Boeken waren beter bestand tegen slijtage
4. Boeken konden sneller en goedkoper worden geproduceerd

Wat was een nadeel van de boekdrukkunst ten opzichte van het met de hand schrijven van boeken?

1. De kwaliteit van het drukwerk was vaak minder dan die van handgeschreven boeken
2. Boeken waren minder duurzaam dan handgeschreven boeken
3. Boeken konden niet in grote oplages worden gedrukt
4. Boeken waren minder toegankelijk voor het gewone volk

Wat deden monniken nog meer dan schrijven?

1. Ze bouwden huizen.
2. Vaak bidden in de kerk.
3. De bijbel voorlezen aan mensen.
4. Reizen naar verre landen.

Kastelen en kloosters

Kastelen waren de huizen van ridders en waren gebouwd om te beschermen tegen vijanden. Kloosters waren de huizen van monniken en waren gebouwd om hun geloof te beoefenen.

Maak een koppeling met de eerder behandelde les over ridders en kastelen. Laat afbeeldingen zien van kastelen en kloosters en leg het verschil uit.

Ligt toe dat de monniken onderdak baden aan ridders die op doortocht waren.

Test je kennis!

Stel vragen aan de leerlingen om te testen wat ze hebben geleerd.

Wat waren monniken?

Waarom leefden ze in kloosters?

Hoe zagen kloosters eruit?

Hoe leefden monniken in de kloosters?

Wat is het verschil tussen kloosters en kastelen?

Reflectie

Wat heb je vandaag geleerd over monniken en kloosters?

Sluit de les af met een reflectie moment waar de leerlingen kunnen delen wat ze hebben geleerd.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.