Voortgezet lezen les 3 Onderwerp en hoofdgedachte

Wat hebben we al geleerd en gedaan?
Wat hebben we al gedaan:
*1 Tekst globaal en grondig lezen
*2 Met welk doel een tekst geschreven is:
*
*
*
*
*


1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Wat hebben we al geleerd en gedaan?
Wat hebben we al gedaan:
*1 Tekst globaal en grondig lezen
*2 Met welk doel een tekst geschreven is:
*
*
*
*
*


Slide 1 - Slide

Les 3 
Doel:
Je leert hoe je het onderwerp en de hoofdgedachte in een tekst kunt vinden. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Onderwerp en hoofdgedachte.
Elke tekst heeft een onderwerp en een hoofdgedachte.
Het onderwerp is waar de tekst over gaat.
Alle alinea's, de meeste zinnen en veel woorden gaan erover.

De hoofdgedachte is het belangrijkste wat er over het onderwerp wordt gezegd. Dus de kern van de tekst , in 1 zin.

Slide 4 - Slide

Het was een mooie vakantie. We zijn met de auto naar een huisje in Spanje gereden. Het huisje was vlakbij het strand en er was een zwembad. We zaten dicht bij een stad en het was warm en zonnig weer. We hebben veel gezwommen en ijsjes gegeten. Het was heel erg leuk
Wat is het onderwerp van deze tekst?

Slide 5 - Open question

Het was een mooie vakantie. We zijn met de auto naar een huisje in Spanje gereden. Het huisje was vlakbij het strand en er was een zwembad. We zaten dicht bij een stad en het was warm en zonnig weer. We hebben veel gezwommen en ijsjes gegeten. Het was heel erg leuk
Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?

Slide 6 - Open question

Dit bevat één of twee woorden
A
Onderwerp
B
hoofdgedachte

Slide 7 - Quiz

Weet je het nog?

Dat wat de schrijver met de tekst wil zeggen is...
A
het onderwerp
B
de hoofdgedachte

Slide 8 - Quiz

Welke vraag kun je stellen om achter het onderwerp van een tekst te komen?
A
Waar gaat de tekst over?
B
Wat is het belangrijkste wat er over het onderwerp wordt gezegd?

Slide 9 - Quiz

Welke vraag kun je stellen om achter de hoofgedachte van een tekst te komen?
A
Waar gaat de tekst over?
B
Wat is het belangrijkste wat er over het onderwerp wordt gezegd?

Slide 10 - Quiz

Waar vind je het onderwerp en hoofdgedachte vaak in een tekst?
A
In de conclusie
B
In het middenstuk
C
In de titel en inleiding
D
Hiervoor moet je de tekst helemaal lezen

Slide 11 - Quiz


Wat is een deelonderwerp?
A
Samenvatting van één alinea
B
Een voorbeeld uit de inleiding
C
De laatste zin van een alinea
D
Onderwerp van één alinea

Slide 12 - Quiz


Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
A
Man vindt vogelspin in fruit, dit is vrij uniek.
B
Arnhemmer Bart van den Akker houdt van druiven.
C
Albert Heijn vindt de vondst van een vogelspin uitzonderlijk.
D
De vrouw van Bart van den Akker koopt druiven.

Slide 13 - Quiz

En NU?
* telefoon in de telefoontas
*computer aanzetten
* aan het werk met ?

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide