8.5 - De sociale kwestie

De Sociale Kwestie

1 / 25
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

De Sociale Kwestie

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Een kwestie...
Een probleem. 
een discussie...
Iedereen heeft een andere kijk op de zaak..
Iedereen komt met verschillende oplossingen...

Slide 10 - Slide

Wat is de Sociale Kwestie? (1)
  • Een kwestie is een probleem

  • De slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders zijn duidelijk zichtbaar.

  • Eind 19e eeuw.

  • Vooral in de steden.

Slide 11 - Slide













In sommige delen van Noord- en Oost-Nederland 
was het trouwens niet veel beter...


Een plaggenhut met heideplaggen bedekte hut. Ze waren te vinden in de armste gebieden van Nederland, vooral in Drenthe, Friesland en Overijssel en werden bewoond door de allerarmste arbeiders, vaak met grote gezinnen. Een plaggenhut was een eenvoudig bouwwerk, meestal gedeeltelijk uitgegraven en zonder zijmuren zodat het dak op grondhoogte begon. Het dak was bekleed met plaggen die uit het omliggende land werden gehaald.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Wat is de Sociale Kwestie? (2)
  • ‘De rijken worden rijker, de armen worden armer’

  • Alleen ‘de rijken’ mogen stemmen

  • Hierdoor blijven ‘de rijken’ aan de macht

Slide 14 - Slide

Let op: De weekinkomsten van een mannelijke arbeider
was ongeveer 900 cent (9 gulden)

Slide 15 - Slide

Wie helpt de arbeiders? (1)
  • Sommige fabrikanten gaven de arbeiders wél wat extra's (soms ook uit eigen belang: een fittere arbeider werkt harder...)

  • Arbeiders gaan staken: dit werkt alleen als iedereen gaat staken, en dat was moeilijk vol te houden

  • Arbeiders gaan samenwerken in vakbonden.

Slide 16 - Slide

Wie helpt de arbeiders? (2)

  • Nederland kent drie grote politieke groepen: socialisten (links), confessionelen (midden) en liberalen (rechts)

  • Deze politieke groepen hebben allemaal een andere oplossing voor de Sociale Kwestie, maar ook allemaal eigen belangen

Slide 17 - Slide

Liberalen

  • Nachtwakersstaat: overheid zorgt alleen voor orde en veiligheid

  • Economie helemaal vrij laten

  • Sociale wetten kosten teveel geld

  • Rechts in de politiek

Slide 18 - Slide

Confessionelen
  • Confessie=geloof (Protestant/Rooms-katholiek)

  • Ongelijkheid omdat God het zo wil

  • Goede christenen helpen elkaar

  • Werkgevers en werknemers moeten er samen uitkomen

Slide 19 - Slide

Socialisten
  • Overheid moet er alles aan doen om arbeiders te beschermen

  • Betere arbeidersomstandigheden (o.a. meer loon)

  • Om dit te bereiken: strijd voor algemeen kiesrecht (ook met stakingen en demonstraties)

  • Links in de politiek

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Langzaam verbetering
  • Eerste sociale wetten vanaf 1874: Kinderwetje van Van Houten
  • Leerplichtwet (1900), Woningwet (1901)

  • 1917: Algemeen Kiesrecht voor mannen (actief en passief kiesrecht vrouwen (passief)

  • 1919: Algemeen kiesrecht voor vrouwen (actief)

Slide 22 - Slide

Sleep de woorden naar 
de juiste plaats


Als je rond 1850 in armoede moest leven, was je in eerste aangewezen op                             . Kon je daar niet terecht, dan was je aangewezen op                                          . De overheid bemoeide zich verder niet met de                                    . Dat veranderde in 1854. Toen nam de                                  overheid een wet aan: de                                   . Hierin stond dat de                                          overheid moest zorgen voor de allerarmsten.  Die zat hier helemaal niet op te wachten, want er kwam geen geld hiervoor uit                                  . 
1
2
3
4
5
6
7
liefdadigheid
armenzorg
landelijke
gemeentelijke
Armenwet
Den Haag
familie

Slide 23 - Slide

Antwoorden


Als je rond 1850 in armoede moest leven, was je in eerste aangewezen op                             . Kon je daar niet terecht, dan was je aangewezen op                                          . De overheid bemoeide zich verder niet met de                                    . Dat veranderde in 1854. Toen nam de                                  overheid een wet aan: de                                   . Hierin stond dat de                                          overheid moest zorgen voor de allerarmsten.  Die zat hier helemaal niet op te wachten, want er kwam geen geld hiervoor uit                                  . 
familie
liefdadigheid
armenzorg
Armenwet
landelijke
gemeentelijke
Den Haag
1
2
3
4
5
6
7

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video