W16 H6 paragraaf 2 deel 2 (omzet en afzet)
1 / 27
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
De inkoopprijs van een parasol is € 12.
De brutowinstopslag is 40%.
Bereken de verkoopprijs.
De brutowinstopslag is 40%.
Bereken de verkoopprijs.
Slide 3 - Open question
De inkoopprijs van een hockeystick is € 47.
De brutowinstopslag is 90%.
Bereken de verkoopprijs.
De brutowinstopslag is 90%.
Bereken de verkoopprijs.
Slide 4 - Open question
Consumentenprijs berekenen:
De verkoopprijs van een t-shirt is: € 16,50.
De btw is 21%.
Bereken de consumentenprijs
De verkoopprijs van een t-shirt is: € 16,50.
De btw is 21%.
Bereken de consumentenprijs
Consumentenprijs = verkoopprijs + btw
Slide 5 - Open question
De consumentenprijs van een broek is: € 49,-
De btw is 21%.
Bereken de verkoopprijs
De btw is 21%.
Bereken de verkoopprijs
Consumentenprijs = verkoopprijs + btw
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Bereken de omzet
Bedrijf X
Aantal verkochte producten: 90
Verkoopprijs (excl.btw): 22,00
Slide 14 - Open question
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Bereken de
inkoopwaarde van de
omzet
inkoopwaarde van de
omzet
Bedrijf X
Aantal verkochte producten: 90
Inkoopprijs (excl.btw):€10,00
Slide 17 - Open question
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Bereken de
brutowinst
brutowinst
Bedrijf X
omzet: €1.980
Inkoopwaarde van de omzet: €900
Slide 20 - Open question
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Bereken
het nettoresultaat
het nettoresultaat
Bedrijf X
Brutowinst: €1.080
Bedrijfskosten: €500
